Direct naar inhoud

Vijf tips voor jonge aspirant-bestuurders

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 6 april 2018

Anna Grebenchtchikova begrijpt de roep om meer jonge en vrouwelijke bestuurders. Maar ze waarschuwt: het is hard werken en weinig glamour. Bovendien moet een jonge ambitieuze bestuurder beschikken over engelengeduld.

Anna Grebenchtchikova

Volgens de code Pensioenfondsen uit 2014 moet elk bestuur ten minste één vrouwelijke bestuurder en één bestuurslid onder de veertig jaar tellen. Dit is nu niet het geval – slechts 6,7% van de bestuurders is jonger dan veertig. Verder was eind 2016 slechts 10% vrouw. Logisch dat de Tweede Kamer zich zorgen maakt over de diversiteit van pensioenfondsbesturen.

Tot een quotum is nog niet gekomen, maar de Kamer heeft wel verzocht of men van de vrijkomende vacatures kan bijhouden in hoeverre ze worden vervuld door vrouwen en jongeren. Mocht deze roep om pensioenfondsbesturen je aanspreken – bezint eer ge begint. Het is een fantastische aanvulling op je werkende leven, maar wie van glamour houdt, kan beter iets anders gaan doen.

Hieronder een vijftal tips, gebaseerd op de ervaringen van ’s lands jongste bestuursleden.

1. Zorg dat je enorm veel van pensioen houdt

Pensioenfondsbesturen wordt steeds technischer. Hoewel besturen theoretisch gezien over de grote lijnen gaat, vindt een groeiende hoeveelheid beleggingstechnische, juridische en actuariële stukken hun weg naar de bestuurstafel. Tenzij je een groot enthousiasme hiervoor hebt, zal het nemen van weloverwogen besluiten hierover zwaar worden. Anders gezegd, als het vooruitzicht om SPO A én B te doen je hart niet harder doet slaan, is een bestuur waarschijnlijk niet je plek.

2. Je zit er voor alle deelnemers

Zelfs als je met de doelstelling om diversiteit te vergroten in het bestuur bent gekomen, zit je er niet voor de jongeren, gepensioneerden of vrouwen. Elk bestuurslid bestuurt zonder last en ruggespraak, voor de belangen van iedere deelnemer. Mocht je hieraan twijfelen, tracht dan de woorden ‘namens de jongeren’ uit te spreken. Zelden zullen je medebestuurder zo eensgezind reageren: ‘Nee, je zit hier namens alle deelnemers.’

3. Verlies de binding met achterban niet

Het pensioenstelsel moet op punten worden verbeterd. Wat hier niet bij hoort, is dat de bestuursleden zo worden gekozen om werknemers en werkgever zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Als bestuurslid zit je er niet voor je persoonlijke doelstelling – je bent een verlengstuk van andermans belangen. Mocht je zetelen in een bestuur waar je de achterban niet kent, dan heb je twee taken. Ten eerste dien je je bestuurswerk onder de knie te krijgen. Ten tweede moet je je achterban en hun wensen leren kennen.

4. Wees geduldig – besturen is geen actievoeren

Sommige dingen in de pensioensector gaan snel, zoals de snelheid waarmee je ‘Actuariële en Bedrijfstechnische Nota’ leert zeggen. Het meeste – de stelselherziening, de evaluatie van wetten, en wijzigingen in beleggingsportefeuille – gaat langzaam. Zelfs als je een visie hebt hoe men de communicatie of beleggingsmix moet veranderen, verwacht dan niet, dat je dit in een jaar gedaan krijgt. Als je het onderwerp waar jij je hard voor maakt, binnen een jaar weet te agenderen, wordt dat snel geacht. Dit kan tergend klinken, maar met de tijd zal de waardering komen. Bestuurswerk en pensioen zijn beide zaken van de lange adem.

5. Bestuurswerk is geen exacte wetenschap

Als nieuw en bevlogen bestuurslid zit je vol ideeën hoe het beter kan – je bent immers niet voor niets naar alle kennisbijeenkomsten gegaan, en hebt niet voor niets tot diep in de nacht Netspar-rapporten zitten lezen. Naar eigen zeggen heb je de wijsheid niet in pacht, maar het voelt wel degelijk alsof je zo tien onderwerpen kunt aanpakken.

Voordat je echter vol passie aan je medebestuursleden hierover begint te oreren – besef dat de meeste nieuwe ideeën geenszins nieuw zijn. Een aanzienlijk deel is de facto oude wijn in nieuwe zakken en voor al jouw prachtige voors, bestaan evenveel goede tegens. Het lastige daarbij is dat er niet één waarheid is: pensioenfondsbesturen is geen exacte wetenschap. Leer daarom, voordat je je casus maakt, beide kanten van de medaille kennen en ga ervan uit, dat er altijd een andere zijde bestaat. Je betoog wordt er alleen maar sterker op.

Anna Grebenchtchikova is vice president solution sales bij Société Générale en schrijft dit op persoonlijke titel.