Direct naar inhoud

Fondsen hoeven geen btw te betalen voor sommige ingehuurde functionarissen

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 12 augustus 2021

Sinds mei van dit jaar ziet de fiscus veel toezichthouders en andere benoemde functionarissen bij pensioenfondsen niet meer als ondernemer en hoeven zij voor hun werkzaamheden geen btw in rekening te brengen. Vallen ook partijen als consultants- en actuariskantoren daaronder?

Foto Peter Hilz

Het ministerie van Financiën kwam dit voorjaar met een nieuwe beleidsregel naar aanleiding van twee uitspraken van het Europese Hof van Justitie uit 2019. Daaruit bleek dat een toezichthouder bij een rechtspersoon en een lid van een bezwarencommissie niet als zelfstandig ondernemer konden worden aangemerkt en dat ze over hun vergoeding daarom geen btw in rekening hoefden te brengen.

Tientallen éénpitters niet btw-plichtig vanaf juni 2019

De beleidsregel is ook van toepassing bij benoemingen binnen pensioenfondsen. Volgens de Pensioenfederatie was van ’enkele tientallen personen bekend dat zij onder de reikwijdte van de arresten vielen en dus niet btw-plichtig waren vanaf juni 2019. Het gaat onder meer om leden van de raad van toezicht, leden van beleggingscommissies en om voorzitters die een concreet verzoek bij hun inspecteur indienden. Sinds mei dit jaar zijn daar nog meer functionarissen bijgekomen.

Voor de betrokken pensioenfondsen is het voordelig wanneer deze personen geen btw in rekening brengen. Normaal gesproken betekent btw een extra last, omdat pensioenfondsen het niet kunnen verrekenen met eigen btw-afdrachten.

Het gaat volgens de pensioenkoepel voor een flink deel om individuen die vanuit een eenmanszaak of persoonlijke bv een functie vervullen bij een of meerdere fondsen. Dat zij toch niet zijn aangemerkt als ondernemer voor de btw, komt volgens een woordvoerder omdat ze zijn voorgedragen door een gremium binnen een pensioenfonds of door een aan een pensioenfonds direct verbonden instelling, zoals vakbonden en werkgeversorganisaties.

Volgt het fonds de eigen reglementen?

Het fonds volgt bij deze voordrachten de eigen statuten en reglementen voor benoemingen, stelt Mireille van der Wal, consultant bij Sprenkels & Verschuren. ‘De inhoud daarvan is dan ook een belangrijk aanknopingspunt om te bepalen of je als toezichthouder of commissielid btw-plichtig bent.’

Financiën geeft duidelijkheid over btw-verrekening in periode 2019-2021

Binnen de pensioenbranche leefden veel vragen over hoe om te gaan met gevallen in de periode tussen het bewuste arrest (waarop de btw-beleidsregel van begin mei is gebaseerd) en de ingangsdatum van deze regel. Moesten benoemde functionarissen die onder deze regel vielen hun berekende btw weer terugvragen en de nota’s corrigeren? Moet afgedragen btw met terugwerkende kracht (verplicht) gecorrigeerd worden of kan het besluit vanaf mei 2021 worden toegepast en is corrigeren een keuze?

Vorige week liet het ministerie van Financiën weten dat nota’s niet met terugwerkende kracht hoeven te worden aangepast. Oftewel, functionarissen hoeven de afgedragen btw niet terug te vragen en de nota’s niet te corrigeren. De Pensioenfederatie wijst erop dat partijen op dit punt een keuzemogelijkheid hebben. ‘Dat betekent dat zorgvuldigheid en goed overleg met alle betrokken partijen geboden is.’

Er zijn daarentegen ook veel aanstellingen waar niet op voorhand duidelijk is of de functionarissen vallen onder de reikwijdte van de nieuwe btw-beleidsregel. Voorbeelden zijn de benoeming van externe deskundigen in het bestuur of in een commissie of benoeming van een sleutelfunctiehouder of -vervuller. Vaak is dan sprake van inhuur van commerciële partijen, hoewel medewerkers van bijvoorbeeld pensioenadviesbureaus, actuariskantoren en accountantsorganisaties, wel op persoonlijke titel benoemd worden.

‘Beoordeel het van geval tot geval’

Deze ‘inhuurbenoemingen’ vallen volgens Van der Wal doorgaans wél binnen de reikwijdte van de btw-regel en er hoeft dan geen btw in rekening te worden gebracht. ‘Maar je moet dit per geval beoordelen. Kijk naar de statuten en reglementen van het fonds en ga na of betrokken bestuurder, commissielid of functionaris op persoonlijke titel zijn benoemd en of hun gremium naar buiten optreedt als een geheel. En beoordeel ook of de betrokkene individueel wel of geen externe taken of verantwoordelijkheden heeft zijn, zoals een rapportageplicht naar DNB.’ Als aan deze criteria wordt voldaan dan zijn de betrokken werkzaamheden volgens Van der Wal in beginsel niet belast met btw. ‘Net zoals dat geldt voor andere externe, professionele bestuurders, die niet aan een adviesbureau zijn verbonden.’

Speciale afspraken

De Pensioenfederatie is minder stellig bij deze kwestie. Het kan van geval tot geval verschillen, zo geeft de woordvoerder aan. ‘Wij zien dat pensioenfondsen in dit verband soms speciale afspraken maken en dat belastinginspecteurs deze zorgvuldig beoordelen. We kunnen niet op voorhand zeggen of deze categorie benoemingen wel of niet onder de btw-regel vallen.’ De Pensioenfederatie ziet bijvoorbeeld dat actuariskantoren die een actuaris als sleutelfunctiehouder ‘actuariaat’ leveren, een gesplitste factuur per rol en activiteit opstellen.

Van der Wal (Sprenkels & Verschuren) en de Pensioenfederatie adviseren pensioenfondsen en de betrokken organisaties om deze situaties van geval tot geval genuanceerd te beoordelen en zo nodig te overleggen met de inspecteur van belastingen.