Direct naar inhoud

Contracten nieuwe stelsel worden omgedoopt

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 17 september 2021

De twee contracten van het nieuwe pensioenstelsel krijgen andere namen. Het nieuwe contract zal in de toekomst door het leven gaan als de ‘solidaire premieregeling’, de verbeterde premieregeling wordt de ‘flexibele premieregeling’.

Foto iStock

De nieuwe namen zijn gekozen bij de verdere uitwerking van het Wetsvoorstel toekomst pensioenen. Ze werden deze zomer al genoemd in een technische briefing voor de Tweede Kamer. Er is sindsdien echter geen ruchtbaarheid meer aan gegeven en de nieuwe namen hebben nog geen ingang gevonden in de pensioensector. Het ministerie van Sociale Zaken bevestigt desgevraagd dat dit de namen zijn die ‘nu worden gebruikt’.

De namen ‘solidaire premieregeling’ en ‘flexibele premieregeling’ worden de officiële namen. Een andere toegestane variant is het ‘solidaire pensioencontract’ en het ‘flexibele pensioencontract’.

De nieuwe namen zullen uiteindelijk verschijnen in de Wet toekomst pensioenen, die naar verwachting begin volgend jaar naar de Tweede Kamer gaat. Aan de tekst van die wet wordt op dit moment nog gesleuteld door ministerie en sociale partners.

Verwarrend

De naamgeving van de twee contracten was al enige tijd een probleem. De werktitels ‘nieuwe (pensioen)contract’ en ‘(wet) verbeterde premieregeling’ – afgekort npc en wvp – werken verwarrend en maken niets duidelijk over het inhoudelijke verschil tussen de contracten. Decentrale sociale partners moeten de komende jaren keuzes maken tussen de contracten, en de namen maken de communicatie lastig.

Bij het nieuwe contract, met zijn verplichte solidariteitsreserve, wordt nu het solidaire aspect benadrukt. Die eigenschap werd eerder al door de vakbonden als argument genoemd, om de voorkeur te geven aan dit contract. Ook de sociale partners in de schoonmaaksector noemden dit als een reden bij hun keuze voor het nieuwe contract.

Het andere contract wordt de ‘flexibele premieregeling’, waarmee wordt benadrukt dat het keuzemogelijkheden biedt. Daaronder vallen bijvoorbeeld beleggingsvrijheid voor de deelnemer, evenals keuze tussen een vaste of variabele uitkering. Ook sociale partners hebben in veel gevallen een keuze in dit contract: wel of geen buffer.

Premieregeling of pensioencontract

Alfred Kool, voorzitter van de KPS, is blij met de nieuwe namen. ‘Ik heb erop aangedrongen bij het ministerie, dat deze namen breder worden uitgedragen. De huidige zijn communicatief niet te doen.’

Kool geeft de voorkeur aan de namen met daarin het woord ‘premieregeling’. ‘De contracten zijn immers ook allebei premieregelingen. Soms bestaat de neiging om het nieuwe contract te zien als verlengstuk van wat we nu hebben, onder meer bij de bonden en sommige fondsen. Maar dat is niet zo.’

Als sociale partners in een sector besluiten om van het ‘solidaire pensioencontract’ te spreken, dan moet men consequent zijn, vindt Kool: de andere variant moet dan ook ‘flexibele pensioencontract’ genoemd worden. ‘Als je die andere dan ‘‘premieregeling’’ noemt, suggereer je alsnog een tegenstelling die niet bestaat.’

‘Framing’

De nadruk op solidariteit versus flexibiliteit is niet zonder controverse. De afgelopen maanden constateerden diverse deskundigen juist, dat de verschillen tussen de contracten in de praktijk heel beperkt zijn, ook op het punt solidariteit. Actuaris Agnes Joseph van Achmea noemde het ‘framing’ om die verschillen uit te vergroten, door slechts één contract neer te zetten als ‘solidair’.

‘Ik snap dat er nieuwe namen gekozen moeten worden’, reageert Joseph nu. ‘Maar als sociale partners moet je ervoor waken, dat je niet puur op de naam afgaat.’ Het zogeheten ‘flexibele contract’ is volgens haar óók solidair, maar biedt tegelijk meer keuzevrijheid aan deelnemers.