Direct naar inhoud

‘De derde pijler wordt een geschikt alternatief voor de tweede’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 25 april 2022

De fiscale premieruimte in de derde pijler gaat vanaf volgend jaar fors omhoog, van 13,3% naar 30% van de grondslag. Aanbieders van lijfrentes verheugen zich op groei.

De verruiming is onderdeel van de eerder aangekondigde gelijktrekking van de fiscale behandeling van de tweede en derde pijler. In de recent openbaar gemaakte Wet toekomst pensioenen is dit verder uitgewerkt ten opzichte van de consultatieversie van eind 2020. De wet ligt nu bij de Tweede Kamer, invoering is beoogd per 2023.

De maximale premie gaat van 13,3% van het pensioengevend inkomen naar 30%, hetzelfde niveau als in de tweede pijler. De aow-franchise stijgt wel iets, van bijna €13.000 naar bijna €15.000.

De mogelijkheid om onbenutte fiscale ruimte uit eerdere jaren in te halen, wordt fors verruimd. In een gegeven jaar mag tot €38.000 gemiste ruimte uit eerdere jaren worden gebruikt. Nu is dat maar zo’n €7500, of bijna €15.000 vanaf tien jaar voor aow-datum. Pensioenspaarders mogen hierbij bovendien tot tien jaar terugkijken, in plaats van zeven jaar. Ook dit brengt de derde pijler dichter bij de tweede pijler. In de tweede pijler mag de facto onbeperkt ingehaald worden, maar om dat naar de derde pijler door te trekken vond het kabinet niet uitvoerbaar en te duur.

Van de tempel van Castor en Pollux in Rome staan nog drie pijlers overeind. Foto iStock

Alternatief

Aanbieders in de derde pijler zijn ingenomen met de plannen. ‘Door de verruiming van de jaarruimte wordt de derde pijler een geschikt alternatief voor de tweede pijler’, meent Joost Tieland, commercieel directeur van Brand New Day (€3,2 mrd derde-pijlervermogen onder beheer). De verruimingen zijn ‘heel belangrijk’ voor pensioenspaarders in derde pijler, zegt Sjaak Zonneveld, directeur van BrightPensioen (€300 mln). ‘Nu is de fiscale ruimte erg krap. Vanaf 2023 hoeven mensen niet meer zo bang te zijn dat ze over de fiscale grenzen heen gaan.’

Inleg omhoog

De gemiddelde inleg bij BrightPensioen is nu €350 per maand, zegt Zonneveld. Bij Brand New Day schrijven klanten ruim €2000 per jaar naar hun pensioenrekeningen over, omgerekend €172 per maand. Gaan mensen vanaf 2023 echt meer inleggen? De aanbieders hebben al getracht dat te onderzoeken.

Volgens een enquête die Brand New Day vorig jaar hield, wil 30% van de lijfrenteklanten ‘zeer waarschijnlijk’ meer inleggen bij verruiming van de fiscale mogelijkheden, en nog eens 30% ‘waarschijnlijk’ of ‘enigszins waarschijnlijk’.

Hoeveel euro’s er dan bij komen, varieert wel sterk, volgens de BrightPensioen-enquête. Een groep van ongeveer 27% verwacht tot 20% meer in te leggen. Er zijn echter ook groepen deelnemers die verwachten 50% meer in te leggen (7%) of die zelfs een verdubbeling voorzien (9%).

‘Je hebt een groep van ongeveer een derde die heel actief geld opzij zet en nu tegen het fiscale maximum zit’, zegt Tieland van Brand New Day. ‘Van hen verwachten we de grootste extra inleg volgend jaar.’ Daarnaast zijn er groepen die weinig apart zetten, of helemaal niet (meer). In beide enquêtes is er een groep van 30% die zegt niet meer te gaan inleggen vanwege de verruiming.

‘Het is niet zo dat iedereen massaal denkt, hoera, nu ga ik veel meer premie inleggen’, zegt Zonneveld. ‘Het hangt er vooral vanaf hoeveel ruimte een ondernemer heeft.’

Uitkering mag nog steeds tijdelijk

In de regel wordt in de derde pijler een vaste uitkering aangekocht, levenslang, of voor een duur van vijf tot dertig jaar. Een plan om hier verplicht levenslang van te maken – net zoals in de tweede pijler – is buiten het wetsvoorstel gehouden, na protesten van de Consumentenbond, adviseurs, banken en verzekeraars. De derde pijler behoudt hier zijn flexibiliteit voor de deelnemer.

De uitkeringen zijn in de regel vast. Volgens Brand New Day is dat wat 95% van de spaarders wil. Het kabinet heeft plannen om de regels voor doorbeleggen na pensioendatum in de tweede pijler door te trekken naar de derde pijler. Daar zijn nog weinig details van bekend. Een aanpassing is welkom, zeggen de aanbieders. Volgens Zonneveld kan BrightPensioen moeilijk uit de voeten met de huidige regels voor doorbeleggen in de derde pijler. Tieland observeert dat de producten voor doorbeleggen in de tweede pijler nu beter ontwikkeld zijn dan in de derde.

Inhalen

Alles bij elkaar verwacht Brand New Day dat de markt ‘hard gaat groeien’, door extra inleg van bestaande klanten, maar ook nieuwe klanten die worden gelokt tot het in euro’s omvangrijker belastingvoordeel. ‘Stel dat je €60.000 verdient. In de praktijk kun je dan maximaal €2000 fiscaal voordeel halen. Dat wordt drie keer zo veel’, aldus Tieland. ‘Dat trekt mensen. Fiscaal voordeel is belangrijk voor de bereidheid om geld in pensioenspaarproducten te leggen.’

Die premie hoeft niet helemaal uit het inkomen van dat jaar te komen. ‘Mensen kunnen ook bijvoorbeeld geld uit andere bronnen inleggen: spaargeld of een erfenis.’ Zo’n premie-inleg levert dan een leuke aftrekpost op.

Veel ondernemers leggen sowieso niet regelmatig pensioenpremie in. Ze beginnen eerst hun onderneming, proberen eerst een aantal jaren winst te maken en gaan dan over tot de inleg van grotere bedragen. Daarbij wordt eerder gemiste premieruimte ingehaald. De verhoging van de reserveringsruimte is daarom ‘heel fijn’, zegt Zonneveld. ‘Ondernemers hebben behoefte aan flexibiliteit.’

Groei 2021

De aanbieders in de derde pijler kenden vorig jaar al behoorlijke groei. Brand New Day rapporteert 26% groei in de netto inleg bij lijfrenteklanten klanten in 2021. BrightPensioen zag het aantal klanten met 35% stijgen. Deels wordt de groei toegeschreven aan de lage rente en de toegenomen populariteit van beleggen de afgelopen coronajaren.

De geplande hogere franchise zien de bedrijven niet echt als een belemmering. Tieland: ‘Mensen die maar weinig boven de franchise van €15.000 zitten, zijn meestal niet bezig met inleggen van pensioenpremie.’ In theorie is er voor deze mensen een oplossing, namelijk een lagere franchise in ruil voor een lager maximaal premiepercentage. De vraag is echter of dit niet te gecompliceerd is voor spaarders.

Derde pijler voor bedrijven

Ook voor ondernemers is het mogelijk om hun werknemers pensioen in de derde pijler te bieden – de werkgever helpt de werknemer dan met het openen van diens eigen rekening in de derde pijler en levert soms een bijdrage aan dit vrijwillige pensioenproduct. Volgens Zonneveld doen al duizend bedrijven dit via BrightPensioen. Tieland heeft geen cijfers, maar zegt dat het gaat om een ‘substantieel aantal’.

Ook voor bedrijven is deze oplossing aantrekkelijker geworden. ‘Fiscaal kan er evenveel, maar qua verzekeringen kan er minder’, waarschuwt Tieland. ‘Spaarders moeten individueel een nabestaandenpensioen afsluiten. Dat is lastiger dan collectief, het is duurder en je krijgt te maken met keuringen.’

Volgens Zonneveld heeft een individuele verzekering voor nabestaandenpensioen ook een voordeel. ‘Het is persoonsgebonden. Bij een collectieve pensioenregeling ben je de dekking vaak kwijt als je stopt met je baan.’

Als belemmering ziet Zonneveld vooral dat de premieruimte in de derde pijler wordt gebaseerd op het inkomen van het jaar ervóór – in de tweede pijler is dit het inkomen van hetzelfde jaar. ‘In het eerste werkjaar kan je in de praktijk vaak dus geen of weinig premie inleggen in de derde pijler. In dat opzicht is de derde pijler achtergesteld ten opzichte van de tweede pijler. Helaas lijkt dat niet te veranderen.’