Bijna 30% van de werkgevers die niet zijn aangesloten bij een verplicht bedrijfstakfonds handhaaft of stapt over naar de leeftijdsafhankelijke premie. Op die manier kopen ze tijd, aldus Montae & Partners.
Dit komt naar voren uit een inventarisatie van Montae & Partners onder negentig werkgevers met ten minste 250 werknemers. Dit zijn bedrijven uit zes sectoren, vaak zakelijke dienstverleners, die niet zijn aangesloten bij een verplicht bedrijfstakfonds. Een deel heeft een eigen ondernemingspensioenfonds, andere hebben hun regeling vrijwillig ondergebracht bij een bedrijfstakfonds, een verzekeraar of ppi. Montae deed een half jaar geleden een vergelijkbare steekproef onder 75 werkgevers.
‘Het beeld is dat werkgevers de regeling die ze hebben voorlopig willen voortzetten. Werkgevers met een cdc- of middelloonregeling neigen naar een solidaire regeling. Ondernemers met een individuele dc-regeling bij een verzekeraar of ppi hebben de voorkeur voor een flexibele premieregeling’, aldus Winkels. Van 20% van de werkgevers met een leeftijdsafhankelijke premie is nog niet bekend wat ze gaan doen.
Van de onderzochte bedrijven heeft ruim de helft voorkeur voor het flexibele contract. Eén op de tien kiest voor solidair en de rest heeft de knoop nog niet doorgehakt. ‘Zakelijke en financiële dienstverleners sturen vaak aan op het flexibele contract omdat ze vinden dat keuzevrijheid past bij hun bedrijf’, aldus Winkels. De verwachting van adviseurs is dat werkgevers met een eigen fonds in andere sectoren ook vaak zullen kiezen voor het solidaire contract, zoals Heineken onlangs heeft gedaan.
Het valt Winkels en zijn collega Bram Borgdorff op dat nog steeds een op de zes werkgevers niets concreets heeft gedaan om zich te verdiepen in de gevolgen van het nieuwe stelsel. Als redenen noemen ze dat hun contract met hun pensioenuitvoerder nog loopt of dat ze eerst willen weten wat andere bedrijven gaan doen. ‘Een half jaar geleden konden ze ook nog zeggen dat er geen wettekst lag, maar dat is nu geen excuus meer’, zegt Borgdorff. ‘Het is met de huidige informatie relatief eenvoudig te berekenen wat de gevolgen zijn.’
Compenseren
Werkgevers die wel aankloppen bij adviseurs, willen met name weten hoe hoog de vlakke premie gaat worden en wat ze moeten doen om medewerkers te compenseren die hun premie zien dalen. Winkels: ‘Een ander aandachtspunt is het nabestaandenpensioen. Dat wordt gestandaardiseerd, maar hoe het precies gaat uitpakken, is nog niet definitief bekend.’
Bij de bepaling van de vlakke premie kijken werkgevers met een schuin oog naar andere bedrijven in hun sector. ‘Ze willen niet te veel afwijken van het gemiddelde. Probleem is dat het gemiddelde nog niet bekend is, omdat veel werkgevers op elkaar wachten met de vaststelling van de premiehoogte’, zegt Winkels.
Van de werkgevers wil 28% de komende jaren een individuele dc-regeling voeren. Dit wordt ook wel het overgangsrecht genoemd. Deze groep bestaat uit werkgevers die al een idc-regeling aanbieden (20%-punt) en werkgevers die willen overstappen op zo’n individuele regeling (8%-punt). Een voorbeeld is Atradius, dat het eigen fonds opheft en sinds dit jaar pensioen opbouwt bij een verzekeraar.
Winkels verwacht niet dat er nog veel namen van grote werkgevers bekend worden gemaakt de komende maanden. ‘De meeste die hiervoor kozen, hebben dat al gedaan. Werkgevers die dat nog willen, moeten vaart maken. Dit kan nog tot eind van het jaar’, zegt Winkels.
Tijd kopen
Werkgevers die gebruik maken van deze regeling, mogen tot 2027 een progressieve premie hanteren. Vanaf dat jaar kan dat niet meer voor werknemers die dan in dienst komen. ‘Werkgevers kopen op die manier tijd. Ze hoeven zich niet vast te leggen’, zegt Winkels. ‘Ze kunnen na 2027 verder met twee regelingen naast elkaar of helemaal overgaan op de flexibele premieregeling met de vlakke premie. Die keuze hangt af van onder meer in- en uitstroom van werknemers.’
Bij de overgrote meerderheid van de werkgevers uit de inventarisatie wordt het personeel vertegenwoordigd door de ondernemingsraad. ‘Bonden spelen bij deze bedrijven een minder grote rol. Bonden hebben doorgaans de voorkeur voor de solidaire regeling. Bij een ondernemingsraad ligt dat meer open.’
Met invoering van het nieuwe stelsel en met name de vlakke premie worden regelingen makkelijk met elkaar te vergelijken. ‘Maar werknemers moeten niet alleen kijken naar het premiepercentage. Het is ook van belang welke percentage ze zelf moeten bijdragen.’