ABP moet als belegger aansturen op halvering van de wereldwijde veestapel in 2040, aldus World Animal Protection. De huidige vee-industrie is namelijk niet houdbaar, onder meer vanuit klimaatoogpunt.
De dierenbeschermingsorganisatie brengt vandaag een onderzoek uit naar de beleggingen van ABP in industriële veeteelt. Bij elkaar investeert het fonds zo’n €4 mrd in producenten van vlees en zuivel (JBS, Tyson Foods, Hormel), hun toeleveranciers (voor bijvoorbeeld diervoeding, pesticiden en medicijnen), evenals fastfoodketens en supermarkten met weinig oog voor dierenwelzijn (McDonald’s, Costco). Daarnaast zit nog eens ruim €4 mrd in banken, die bij financiering van bedrijven ook niet of nauwelijks letten op dierenwelzijn. De bedragen zijn een onderschatting, meldt World Animal Protection, onder meer omdat alleen is gekeken naar aandelenbeleggingen van ABP.
Industriële vleesproductie is om meerdere esg-redenen niet houdbaar, aldus het rapport. Zo blijven de omstandigheden voor dieren erbarmelijk, is de veeteelt een grote aanjager van ontbossing en heeft vlees- en zuivelproductie een groot aandeel (25% en groeiend) in de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. ‘Het halen van de doelstellingen van het Parijs-akkoord is onmogelijk zonder de emissies uit de voedselindustrie aan te pakken’, waarschuwt het rapport.
Specifiek in Nederland leidt de veeteelt ook tot juridisch problemen met stikstof – het rapport richt zich echter op de wereldwijde veeteelt, die sinds de jaren zestig bijna is vervijfvoudigd in omvang.
‘Ontoereikend beleid’
ABP heeft geen duidelijke doelen op het gebied van duurzame landbouw, constateert het rapport. Het fonds voert wel engagement met ondernemingen als JBS, BASF (pesticiden) en McDonald’s, maar de ingebrachte wensen en resultaten zijn onbekend. In stemrapportages is niets te vinden over dierenwelzijn. Een deelname in het Cerrado Initiative tegen ontbossing helpt niet. Ondanks dit initiatief neemt de ontbossing in deze Braziliaanse savanne, onder meer voor de teelt van diervoeding, alleen maar toe.
World Animal Protection roept ABP op om in te zetten op halvering van de wereldwijde vee-industrie per 2040, om minimale dierenwelzijnsnormen in te voeren, om te ‘sturen op kringlooplandbouw’ en om ‘nul tolerantie voor ontbossing’.
Volgens directeur Dirk-Jan Verdonk van World Animal Protection kan dit onder meer door veelteeltbedrijven te stimuleren over te stappen op productie uit plantaardige in plaats van dierlijke eiwitten. ‘Er zijn daar zeer veel mogelijkheden, uit erwten, soja, schimmels en kweekvlees. Bij zuivel zijn er alternatieven in haver- en sojamelk. Dit zijn zeer duurzame investeringen voor de bedrijven.’ ABP zou hier engagement op moeten voeren en als dat niet werkt de aandelen van deze bedrijven moeten verkopen.
Kringlooplandbouw
Met kringlooplandbouw bedoelt World Animal Protection het voeden van dieren met reststromen, in plaats van speciaal verbouwd diervoer. ‘Dus niet mais of soja, die ook voor mensen geschikt zijn. Maar voedt de varkens met bijvoorbeeld resten uit de voedingsindustrie.’ Resultaat is dat er minder vlees geproduceerd zal worden. Verdonk: ‘De wereld hoeft niet veganistisch te worden, maar het vleesgebruik wel beperkter.’ Er zijn al bedrijven die zich al bezighouden met kringloop-veeteelt, waar pensioenfondsen in zouden kunnen investeren, zegt Verdonk. Zo voedt het bedrijf Kipster zijn dieren met resten uit onder meer industriële bakkerijen.
ABP laat weten dat het bezig is met aanscherping van het duurzaam- en verantwoord beleggingsbeleid op de thema’s klimaattransitie en behoud van natuur en biodiversiteit (waar ook dierenwelzijn onder valt). ‘We zullen dit rapport meenemen in onze aanscherpingen. We verwachten dit jaar hier meer bekend over te kunnen maken’, schrijft een woordvoerder.