Nederlanders hebben van alle Europeanen het meeste vertrouwen in de hoogte van hun pensioen, blijkt uit onderzoek van toezichthouder Eiopa. Zes op de tien meent genoeg geld te hebben voor een comfortabele oude dag.
In het Consumer Trends Report 2022 van Eiopa staat dat 64% van de Nederlanders erop vertrouwt genoeg financiële middelen te hebben voor een zorgeloze oude dag. Het gemiddelde in alle EU-landen ligt op 45%. Anders gezegd: 55% van de Europeanen voorziet pensioenproblemen.
Andere landen waar het vertrouwen in de toekomstige uitkering ook hoog is, zijn Denemarken (62%), Luxemburg (61%) en Oostenrijk (56%). Slovenië (30%), Griekenland (30%), Polen (25%) en Letland (24%) bungelen onderaan. De onderzoeksresultaten van Eiopa komen van de zogeheten Eurobarometer, waaraan bijna 26.000 Europeanen van 18 jaar en ouder hebben meegedaan. De studie werd uitgevoerd door Ipsos.
De Europese toezichthouder meent dat de grote Nederlandse tweede pijler bijdraagt aan het pensioenvertrouwen onder Nederlanders. Er is ook in Europees verband een duidelijke relatie tussen pensioensparen en vertrouwen in de eigen financiële toekomst. Van de werknemers die zowel via hun werkgever als privé sparen voor hun oude dag, maakt 68% zich geen zorgen. Als er niets opzij wordt gezet, is dat slechts 38%.
Van de deelnemers zegt 18% een tweedepijlerpensioen te hebben, terwijl 20% zegt zelf te sparen in een specifiek pensioenproduct. 35% heeft geld, al dan niet voor pensioen, geparkeerd in een beleggingsfonds of eigen aandelen en/of obligaties. Bijna net zo’n grote groep geniet staatspensioen, wat betekent dat ook gepensioneerden meededen aan de studie.
Nederland koploper bedrijfspensioenen
Uit de database van Eiopa zelf blijkt dat bijna 73% van de Nederlandse werknemers een bedrijfspensioen heeft. Ons land is daarmee koploper. In andere EU-landen ligt het percentage beduidend lager; België (25%) en Italië (24%) volgen op grote afstand. Het gemiddelde in de EU is 13,9%. In deze percentages zijn de bedrijfspensioenen bij verzekeraars niet meegerekend.
Om het aantal pensioendeelnemers te laten stijgen, hebben diverse landen maatregelen ingevoerd of aangekondigd, stelt Eiopa. Bijvoorbeeld automatisch of eerder deelnemen aan een pensioenregeling: België, Ierland en Italië zijn hiervan voorbeelden. In België heeft het schrappen van de minimumleeftijd voor pensioenopbouw tussen 2019 en 2021 geleid tot 7% meer deelnemers.
Nieuwe deelnemers belanden meestal in een dc-regeling, constateert de toezichthouder. In Italië en Zweden is dat 100%, terwijl in Nederland en Duitsland nieuw pensioengeld bijna altijd stroomt naar db-regelingen. In het onderzoek wordt alleen onderscheid gemaakt tussen dc- en db-regelingen.
Verschuiving naar dc risico voor deelnemer
Eiopa waarschuwt dat deelnemers door de verschuiving naar dc, een Europese trend, ook meer risico lopen met hun oude dag. ‘Zeker nu macro-economische omstandigheden verslechteren, waardoor marktschokken een gat slaan in vervangingsratio’s. De hoge blootstelling aan marktvolatiliteit en mogelijk tegengestelde belangen tussen pensioenuitvoerders en -deelnemers zijn een bedreiging voor een adequaat pensioen.’
Ook nationale toezichthouders maken zich zorgen over de overgang van db naar dc, blijkt uit het Eiopa-onderzoek. Zij vrezen dat deelnemers weinig snappen van beleggingskeuzes en de daaraan gekoppelde verwachte rendementen.