De meeste fiscale voorschriften voor premieregelingen zijn gebaseerd op het fiscale kader voor uitkeringsregelingen. Jan Willem Hoitsma vindt dat een achterhaald keurslijf. De politiek moet naar één eenvoudig kader dat onafhankelijk is van het type regeling.
Van het historische Pensioenakkoord uit 2011 is weinig terechtgekomen. Partijen gaan nu op herhaling. Het voorwerk van de SER biedt een niet te missen kans, vindt Jan Tamerus.
De SER-varianten zijn de oplossing niet voor de problemen van ons stelsel, constateert Sweder van Wijnbergen. Kijk liever naar het Amerikaanse TIAA-model.
Pensioenfondsen en hun beleggers moeten werk maken van fiscaal duurzaam beleid. Dave Reubzaet en Bastiaan Starink van PwC formuleren een stappenplan.
Willen pensioenfondsen ook op lange termijn goede rendementen maken, dan moeten ze ondernemender beleggen, stelt Eduard van Gelderen.
Deelnemers zien hun pensioen in de eerste plaats als het ‘terugkrijgen’ van hun eerder ingelegde premies. Het begrip solidariteit zegt hen weinig. SCP-directeur Kim Putters vindt daarom dat bij de uitwerking van een nieuw pensioenstelsel een brede groep Nederlanders moet worden gevraagd naar hun begrip van en verwachtingen bij solidariteit.
Pensioenfondsen en hun uitvoerders hebben de opdracht om waarde te creëren voor hun deelnemers. Bij beleggingen in bijvoorbeeld private equity, vastgoed of infrastructuur moeten ze daarbij de afweging maken wat meer oplevert: de beleggingen uitbesteden aan commerciële partijen of zelf mensen in dienst nemen om dat te doen.
Nederlandse pensioenfondsen hebben door hun strategische beleggingsbeleid met herbalancering een stabiliserend effect op de financiële markten dat ook gunstig lijkt voor de deelnemer. Dit gunstige effect kan echter verdwijnen bij minder goed doordachte beleidswijzigingen.
Als iets snel populair wordt, ontstaat al gauw Babylonische spraakverwarring. Zo ook met ‘green bonds’. Groene obligaties dragen inmiddels ook namen als climate, environmental, sustainability, social of water bonds. Die laatste heten soms ook wel blue bonds. Verwarrend.
Het fiasco van mikken op een vast inflatiepercentage betekent dat centrale bankiers beter kunnen mikken op financiële stabiliteit, schrijft Bruno de Haas.
Een tweedepijlerpensioen met de voordelen van risicodeling en collectief beleggen, maar zonder onduidelijke subsidiestromen en met ruimte voor maatwerk: het lijkt een luchtkasteel. Toch kan dit ideaal met een paar eenvoudige maatregelen worden gerealiseerd. En dat zonder het bestaande pensioenstelsel overhoop te halen.
Het afschaffen van de doorsneepremie is helemaal niet nodig, schrijft actuaris Adri Jansen. Volgens hem vindt er in de praktijk amper subsidie plaats van jong naar oud. Ook werknemers die op hun veertigste als zzp’er beginnen, hebben veel minder nadeel dan nu vaak wordt verondersteld.
De aanpassing van de rekenrente en de gedragsverandering van olie relativeren elk op hun eigen manier de waarde van ALM-studies, schrijft Bruno de Haas. Zij bewijzen dat een gedegen onderbouwing van een beleggingsstrategie ook een kwalitatieve beoordeling vergt over hoe de wereld werkt.
Het minimumjeugdloon betekent dat jongeren jarenlang pensioenopbouw mislopen, doordat hun salaris beneden de franchise blijft. Dit raakt juist de jongeren die vroeg beginnen met werken in zware beroepen, waarschuwen Anna Grebenchtchikova, Jens van Egmond en Michiel Hietkamp.
Een snelle transitie naar de persoonlijke pensioenrekening (ppr) is mogelijk, schrijven Lans Bovenberg en Jop Versteegt, als daarvoor het algemeen pensioenfonds (apf) wordt benut en de introductie wordt losgekoppeld van de invoering van degressieve opbouw.
Een ‘suggestieve’ documentaire met ‘weinig nieuws’, die echt grote problemen buiten beschouwing laat. Zo wuiven velen in de pensioenwereld de documentaire Zwarte Zwanen weg. Maar toch zitten er leerpunten in de uitzendingen.
Consolidatie van pensioenfondsen lijkt een onomkeerbare trend. Maar volgens Paul Boerboom laten ervaringen uit het bedrijfsleven zien dat succes niet altijd gegarandeerd is. Hij vindt samenwerking tussen fondsen een veel beter alternatief.
Visitatiecommissies vervullen het interne toezicht op pensioenfondsen vaak door één keer per jaar een toets uit te voeren. Maar volgens bestuursadviseur Mik Breek sluit deze aanpak niet aan bij de extra toezichthoudende taken die de commissies van de wetgever hebben gekregen.
Het (pensioen)kapitaal dat werknemers via de baas opzij zetten, moet worden verdeeld over drie mandjes met elk hun eigen beleggingshorizon, zegt John Smolenaers (Deloitte). Dit sluit aan bij hoe mensen privé sparen voor consumptieve doeleinden en de oude dag.
Centrale banken en beleggers zijn verwikkeld in een heilloze stoelendans. Maar als de muziek stopt, heb je de poppen aan het dansen, waarschuwt Theo Kocken.
Sybren Kalkman vindt dat de overheid een deel van het rentevoordeel dat ze heeft, moet doorgeven aan pensioenfondsen. De rekening van de kunstmatig lage rente, waardoor het overheidstekort daalt, komt immers terecht bij de deelnemers in de vorm van pensioenkortingen.
De aftopping van de pensioenopbouw boven een ton moet worden teruggedraaid, waardoor de omkeerregel ook blijft gelden, vinden Anouk Bollen-Vandenboorn en Elianne Janssen. Zo wordt voorkomen dat grensarbeiders dubbele of zelfs helemaal geen belasting betalen over hun pensioen.
Volgens Mathijs van Gool (directeur pensioenfonds SCA) is de Nationale Pensioendialoog uitgelopen op het neerzetten van visies van belangengroepen die vooral bezig zijn met de korte termijn. Maar daardoor is één van de belangrijkste wensen van pensioendeelnemers over het hoofd gezien.
Volgens Arnout Korteweg neemt de druk op pensioenuitvoerders vanuit pensioenfondsen de afgelopen jaren flink toe. Hierdoor hebben beide partijen minder tijd voor strategische vraagstukken. Het plaatsen van een directielid van de uitvoerder in het (gemengde) pensioenbestuur kan lucht geven.
Volgens Bruno de Haas illustreert de Duitse inflatiegerelateerde staatslening de absurde situatie op de financiële markten. Beleggers nemen zelfs voor deze categorie obligaties genoegen met een negatieve rente.
Een vrijere hand om beleggingen te spreiden en als achtervang een algemene buffereis van 15% of 20%. Deze maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat pensioenfondsen in een armoedeval raken als de rente weer gaat stijgen.
Volgens Niels Kortleve (PGGM), Jeroen Kemperman (Zilveren Kruis Achmea) en John Stevens (CZ) blijft de discussie over en de aanpak van pensioen, wonen en zorg vaak steken in goede intenties. Zij pleiten voor projecten die op grote schaal werken en voor onderzoek naar het flexibel inzetten van pensioenkapitaal en/of het eigen huis.
Met inkomensafhankelijke opbouwpercentages bereiken laagopgeleiden eerder hun ambitieniveau en dat is rechtvaardiger, schrijven Anouk Bollen-Vandenboorn en Elianne Janssen. Wel moeten de percentages gekoppeld worden aan de pensioengrondslag en niet aan de belastingschijven.
Voor u ligt de basisvisie van mij en enkele van mijn meest naaste collega’s op wat pensioen moet bieden aan werknemers en zzp'ers. Vertrekpunten voor het pensioen van de toekomst. In onze basisvisie gaan wij terug tot de kern, zonder toeters en bellen.