Direct naar inhoud

‘Premieovereenkomst kan voordelen van dc en db koppelen’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 16 oktober 2014
De inhoud van dit artikel is gemigreerd. Lijkt er iets mis te gaan, of onderdelen te missen? Neem dan contact met ons op.

Het nieuwe ftk lost de beleggingsspagaat niet op. Vandaar dat een aantal grote pensioenfondsen hoge verwachtingen heeft van de collectieve premieovereenkomst. Volgens Jacqueline Lommen (Robeco) maakt een kleine wetswijziging dit concept mogelijk.

Jacqueline Lommen.jpg
Jacqueline Lommen Jacqueline Lommen

Jacqueline Lommen, directeur Europese pensioenen bij Robeco, zei dit onlangs op het BeleggersBeraad van Pensioen Pro in Rotterdam. Ze vertelde daar over de vorderingen van de werkgroep Toco (Technisch Overleg Collectieve Premieovereenkomsten). Deze werkgroep waarin vijf grote opf’en en bpf’en zitten, onderzoekt de mogelijkheden van de collectieve premieovereenkomst. Dit model wordt gezien als een volwaardig alternatief voor een pensioenregeling onder het nieuwe FTK.

‘Ik zit zelf niet in de werkgroep’, zei Lommen. ‘Ik ben er zijdelings bij betrokken en kan vanuit die positie een indruk geven van de werkzaamheden van de commissie.’

Begin deze week zei staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken dat de resultaten van de Toco-werkgroep pas in november naar de Tweede Kamer zullen worden gezonden. Aanvankelijk was het de bedoeling de werkgroep, onder voorzitterschap van Emile Soetendal van het ministerie van Sociale Zaken, al vorige maand kon rapporteren. 

Structurele oplossing

Volgens Lommen is de collectieve premieovereenkomst een structurele oplossing voor de beleggingsspagaat waar veel fondsen mee worstelen en zullen blijven worstelen. ‘Meer zekerheden in het huidige systeem inbouwen, is niet de oplossing. Dat is alsof we de dijken blijven verhogen. Het is zaak andere oplossingen te onderzoeken. Denk aan het benutten van de uiterwaarden in plaats van hogere dijken.’

De rode draad van de veranderingen in het pensioenstelsel zijn volgens Lommen dat de risico’s meer en meer naar de deelnemers zijn verschoven. Bedrijven kunnen de risico’s onder meer vanwege internationale boekhoudregels (IFRS) niet meer dragen. Bovendien willen ondernemingen voorspelbare pensioenkosten.

‘De collectieve premie-overeenkomst kan de goede kanten van db- en dc-regelingen samenvoegen. Een belangrijk voordeel van db is dat individuele deelnemers geen risico’s lopen die ze niet kunnen dragen. Dat geldt met name voor biometrische risico’s. Het voordeel van dc is dat de eigendomsrechten duidelijk zijn’, aldus Lommen. ‘Bovendien zijn een aantal nadelen van traditionele individuele dc-regelingen aangepakt. Zo is het renterisico bij conversie verminderd door de komst van smart-dc.’

De collectieve premie-overeenkomst kan de vergelijking met de huidige uitkeringsovereenkomsten goed doorstaan en verschilt essentieel van collectieve dc-regelingen. ‘Ook een collectieve dc-regeling is voor de wet een uitkeringsovereenkomst’, zegt Lommen. Het fonds dat deze regeling uitvoert, moet een vaste uitkering toezeggen.

Verschillen resultaat

Veel tijd is gestoken onderzoek naar de verschillen in pensioenresultaat bij de huidige regelingen en premieovereenkomsten. Ortec heeft deze berekeningen gemaakt. ‘De uitkomsten liggen bij Sociale Zaken’, aldus Lommen. ‘De tijdsdruk is hoog. Een aantal grote fondsen wil graag aan de slag met de collectieve premieovereenkomsten.’

Lommen stelt dat de resultaten van een collectieve premieovereenkomst gunstiger kunnen zijn dan bij een gangbare db-regelingen. ‘De belangrijkste reden is dat het mogelijk is de beleggingsmix beter af te stemmen op de leeftijd. Bij de premieovereenkomst beleg je als jongere een groter deel in aandelen dan bij een db-regeling. Dat kan uiteindelijk leiden tot een beter pensioenresultaat.’

Invaren

Lommen verwacht dat het zogeheten invaren bij de premieovereenkomst geen problemen hoeft op te leveren. Bij het reële contract dat lange tijd gold als alternatief voor het nominale contract en als antwoord op de beleggingsspagaat was invaren het grote probleem. Pensioenfondsen vreesden dat deelnemers naar de rechter zouden stappen als hun opgebouwde pensioenrechten werden omgezet naar minder zekere reële toezeggingen.

‘Ook bij de collectieve premieovereenkomst is het van belang dat de opgebouwde rechten worden omgezet’, zegt Lommen. ‘Maar ik verwacht dat deelnemers bereid zijn dat te doen, omdat de voordelen duidelijk zijn.’ Hoe deze omzetting moet worden vormgegeven, is nog onduidelijk. Het is een van de vele punten die de commissie nog moet uitwerken.

Wetswijziging

Om de beschikbare premieovereenkomst mogelijk te maken, is geen ingewikkelde wetgeving nodig zoals een heel nieuw financieel toezichtskader. ‘De belangrijkste wetswijziging is dat de verplichting een levenslange annuïteit in te kopen vervalt’, aldus Lommen. ‘Als die verplichting wordt geschrapt, is het bijvoorbeeld mogelijk langer in aandelen te blijven. Ook biedt het meer flexibiliteit in de uitkeringsfase. Ik verwacht dat deze verplichting eerst bij premieovereenkomsten zal verdwijnen. Op den duur zal deze verplichting ook bij uitkeringsovereenkomsten kunnen worden geschrapt.’

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.