Direct naar inhoud

Wetgever moet regeling beschikbare premie een handje helpen — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 30 januari 2014
De inhoud van dit artikel is gemigreerd. Lijkt er iets mis te gaan, of onderdelen te missen? Neem dan contact met ons op.

De afgelopen jaren zijn veel pensioenregelingen aangepast naar een beschikbarepremieregeling (DC-regeling). Dat DC aan populariteit wint ten koste van de DB-regeling (defined benefit) is een logische ontwikkeling, maar fiscale en juridische bedreigingen kunnen deze opmars stuiten.

FD-Pensioen-Pro-Opinie-Colu.jpg

Er wordt steeds meer voor DC-regelingen gekozen vanwege onder andere internationale boekhoudregels als IFRS, die de risico’s van DB-regelingen pijnlijk inzichtelijk maken. Daarnaast wordt een DB-regeling steeds minder door verzekeraars aangeboden omdat de garantiekosten en uitvoeringskosten torenhoog zijn. Bijna alle seinen staan dus op groen voor de DC-regeling, maar de wetgever moet een aantal zaken beter regelen.

Ten eerste moet ook na de pensioendatum kunnen worden doorbelegd. De fiscale en juridische pensioenwetgeving is mede geschreven om deelnemers te beschermen, maar ze is daardoor zo rigide dat ze een optimale pensioenuitkomst blokkeert. Zo moet op pensioendatum het gespaarde kapitaal worden omgezet in een levenslange, gelijk­matige uitkering.

Er mag dus niet meer worden ‘doorbelegd’ zodat alle risico’s op twee derde van de beleggingsperiode (de pensioendatum) moeten zijn afgebouwd én de laatste twintig tot dertig jaar van het leven het pensioenvermogen risicoloos rendeert tegen zo’n 2%. Dat levert relatief weinig op voor de deelnemer, terwijl deze nog best een ruime beleggingshorizon heeft om risico’s over te spreiden.

Ten tweede moet er meer flexibiliteit in de uitkeringsfase mogelijk zijn. Een levenslange, gelijkmatige uitkering betekent ook dat de wet ervan uitgaat dat een gepensioneerde de rest van zijn leven een gelijkmatige financiële behoefte heeft. Terwijl de meeste gepensioneerden toch echt meer geld zouden willen uitgeven aan het begin van hun pensionering dan na pakweg hun tachtigste. Ook het toestaan van het opnemen van een deel van het pensioenkapitaal in één keer wordt door de meeste gepensioneerden met gejuich ontvangen. En ook door de schatkist. Op dit punt is dus meer flexibiliteit gewenst.

Ten slotte moet er een level playing field komen voor DC-regelingen. Eén euro premie in een DC-regeling levert ­gemiddeld meer op dan diezelfde euro in een DB-regeling, vooral door lagere kosten en de mogelijkheid om meer risico te nemen en dus een hoger rendement te halen.

Het probleem is echter dat je meer geld in een DB-regeling mag stoppen dan in een DC-regeling, omdat de fiscale regels verschillen voor beide regelingen. Dit onterechte onderscheid moet ­worden opgeheven zodat werknemers een eerlijke keus wordt geboden.

Mischa Borst is verbonden aan PwC, Bastiaan Starink eveneens aan PwC en daarnaast aan Tilburg University.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.