Direct naar inhoud

Pensioenpremies anderhalf procentpunt omlaag — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 21 februari 2014
De inhoud van dit artikel is gemigreerd. Lijkt er iets mis te gaan, of onderdelen te missen? Neem dan contact met ons op.

Premies dalen het sterkst bij ondernemingspensioenfondsen

article_60006_1.jpg

Pensioenpremies bedragen in 2014 17,6 procent van het salaris, tegen 19,2 procent in 2013. Dat blijkt uit de uitkomst van de enquête die toezichthouder DNB jaarlijks houdt onder de vijfentwintig pensioenfondsen. De fondsen zijn samen goed voor drie kwart van alle actieve deelnemers en pensioengerechtigden.

In vergelijking met 2013 daalt de bijdrage van werkgevers van 12,5 procent van het salaris naar 11,2 procent van het salaris. Het aandeel van werkgevers is daarmee iets lager dan vorig jaar, maar het werkgeversdeel is nog altijd groter dan zestig procent van de totale pensioenpremie.

Volgens DNB is de daling van het werkgeversdeel het grootst bij ondernemingspensioenfondsen: daar is de werkgeverspremie altijd een stuk hoger dan bij bedrijfstakpensioenfondsen.

Als oorzaak voor de premiedaling noemt DNB de verlaging van de opbouwpercentages. Vanwege de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar mogen deelnemers in een middelloonregeling vanaf dit jaar in plaats van 2,25 procent maximaal 2,15 procent belastingvrij pensioen opbouwen, bij een franchise van 13.449 euro of hoger. Bij een verlaagde franchise, zoals bijvoorbeeld ABP die toepast, is 1,95 procent het maximum.

Als het pensioenfonds vasthoudt aan 65 als pensioenleeftijd, dan is 1,84 procent het maximum. Hiervoor koos het bedrijfstakpensioenfonds voor de bouw. In het geval van Bpf Bouw betekende dat overigens wel een kleine verhoging: in 2013 bouwden deelnemers 1,8 procent aanvullend pensioen op. De gemiddelde opbouw is volgens DNB in 2014 1,93 procent tegen 1,99 procent in 2013.

Het is onduidelijk hoeveel pensioenregelingen nu aan het fiscale maximum zitten. In een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de verlaging van het opbouwpercentage naar 1,875 procent per 2015 stelde onderzoeker Marcel Lever van het CPB dat veel fondsen nog niet aan het fiscale maximum zitten. Hij noemde onder meer de bedrijfstakpensioenfondsen voor metaal en bouw als voorbeelden van fondsen waar dankzij een hoge franchise (‘die een beetje doen denken aan het eenverdienerstijdperk’) nog ruimte zit. Volgens actuaris Jeroen Tuijp ligt dat anders en benutten veel fondsen nu al het fiscale maximum.

DNB heeft in de enquête ook gevraagd naar toeslagen die fondsen dit jaar verlenen en hun ambitie voor toeslagverlening. Voor actieve deelnemers gaan aanspraken gemiddeld 0,4 procent omhoog, tegenover geen indexatie in 2013.

Voor pensioengerechtigden en slapers is de toeslag gemiddeld 0,2 procent tegen 0,1 procent in 2013. De feitelijke toeslag blijft daarmee fors achter bij de ambitie, voor 2014 van 1,2 procent voor actieven en 1,1 procent voor pensioengerechtigden.

DNB vindt dat veel fondsen te vroeg indexeren.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.