Het is maar de vraag of het lukt vanaf 2020 de eerste echte stappen naar een hervormd pensioenstelsel te zetten. Dat valt op te maken uit reacties op de pensioenplannen in het regeerakkoord.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Volgens mij moet eerst duidelijk zijn hóe de transitie plaats gaat vinden, dan kan pas beoordeelt worden wat de gevolgen zijn. En die transitie is nu eenmaal het heikele punt, niemand weet precies hoe dat zou moeten, wie gecompenseerd moet worden en hoe dat ‘per (met name bedrijfstakpensioen)fonds’ (want daar zit het probleem) en dus per individu uitpakt. Misschien moet de transitie dus wel gewoon achterwege blijven, voor iedereen is dat de ‘prijs’. De (bijna) gepensioneerden en de jongeren hebben dan geluk. Niet onterecht, de gepensioneerden kunnen immers niet meer doen en de jongeren moeten nog heel lang doorwerken.
De heer Gommer gaat wel erg luchtigjes voorbij aan het feit dat het pensioenvermogen privaatrechtelijk eigendom is van degenen die dit vermogen opbouwen en hebben opgebouwd. Dit feit heeft gevolgen voor wie kan bepalen of en hoe een transitie kan worden gerealiseerd. Dat zijn de werknemers, vertegenwoordigd door de vakorganisaties, en de werkgevers, al dan niet via hun organisaties. Het past de overheid hierbij uiterste terughoudendheid te betrachten.
Dat persoonlijke eigendom van het pensioen blijkt ook uit de uitspraak van de Hoge Raad
in 2012, waarin gesteld werd dat een pensioenaanspraak een zelfstandig vermogensrecht
is (een op geld waardeerbaar overdraagbaar eigendomsrecht): ‘Anders dan de klachten
betogen, doet hieraan niet af dat een pensioenaanspraak een zelfstandig (voorwaardelijk)
vermogensrecht vormt. Dat vermogensrecht ontstaat immers niet doordat het
pensioenfonds bepaalde prestaties jegens de rechthebbende verricht, maar ontstaat
rechtstreeks op grond van het vervuld zijn van de in het Pensioenreglement daartoe
gestelde voorwaarden.’
Met de vaststelling dat een pensioenaanspraak van de deelnemer evenals een
pensioenrecht van de gepensioneerde, een zelfstandig vermogensrecht is, biedt dat de
mogelijkheid om op te komen voor zijn recht. Dat kan op basis van artikel 17 van het
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (EU Handvest) door de eigenaar
van een aanspraak of recht. Dit artikel geeft bescherming tegen aantasting van zijn
eigendom met de wettelijke verplichting om via de rechter eventuele schade te laten
compenseren.
Belang van de uitspraak
Belangrijk is om vast te stellen dat de ontvangen premies en gerealiseerde
beleggingsopbrengsten juridisch eigendom zijn van het pensioenfonds, maar economisch
van de deelnemer, slaper en gepensioneerde. De deelnemers en gepensioneerden
hebben wel het economische eigendom van het pensioenvermogen. Het eigendom betreft
dus een aanspraak of recht op een geldelijk bedrag voor het pensioen. Dit recht kan niet met één pennenstreek worden onteigend door welke partij dan ook.
Werkenden die pensioen opbouwen en gepensioneerden let op uw zaak!! Laat u niet in het pak naaien door de overheid (als grootste werkgever) en de verzekeraars; partijen die grote belangen hebben bij het invoeren van individuele pensioenpotjes. De individuele pensioenpot is niets anders dan de variant op de woekerpolis: men krijgt daar op termijn een woekerpensioen voor.
Verzekeraars staan te springen om greep te krijgen op de jaarlijkse premiestroom van ca. €31 miljard naar de pensioenfondsen, en om een greep te doen in de pensioenpot van ca. €1400 miljard. Daarmee raken de verzekeraar uit hun financiële problemen (die zij overigens met de woekerpolissen zelf hebben veroorzaakt), terwijl toekomstige gepensioneerden in de problemen (kunnen) geraken met hun woekerpensioen.