Grote obligatiebeleggers verwachten dat de al drie decennia durende hausse in schuldpapier voorlopig nog wel aanhoudt. Voor de komende drie jaar zien ze nauwelijks iets veranderen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
In principe kunnen pensioenfondsen uitstekend omgaan met renteschommelingen. Echter, er zijn problemen ontstaan door de invoering van de wet aanpassing Financieel Toetsingskader (wet nFTK).
De wet nFTK bepaalt in art. 2 het volgende:
Artikel 2. Hoogte technische voorzieningen
• 1Het bestuur van een fonds stelt de hoogte van de technische voorzieningen vast op basis van de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de tot de datum van vaststelling opgebouwde pensioenverplichtingen.
• 2De contante waarde wordt vastgesteld op basis van een door De Nederlandsche Bank gepubliceerde actuele rentetermijnstructuur.
De actuele rentetermijnstructuur – in de wandelgangen ook wel de risicovrije marktrente genoemd – is het struikelblok voor pensioenfondsen.
De term markrente suggereert iets wat er niet is. De rente, die nu verplicht is voor pensioenfondsen om hun pensioenverplichtingen te waarderen, is afgeleid van de interbancaire swap rente. Dit type rente is usance op een financiële markt waarop geen fonds belegt en waartegen nog nooit een collectief pensioencontract is overgedragen.
Kortom: deze maatstaf voor de waardering van pensioenverplichtingen deugt niet en is misleidend.
Marktrente dient enkel tamelijk perverse politieke doelen.
Er is ook nog een Pensioenwet (Pw). Deze wet kent sinds jaar en dag bepalingen aangaande de berekening van de technische voorzieningen (de pensioenreserves)
Dit zegt de Pw:
Artikel 126. Vaststelling technische voorzieningen
• 1Een pensioenfonds stelt toereikende technische voorzieningen vast met betrekking tot het geheel van pensioenverplichtingen.
• 2De berekening wordt uitgevoerd met inachtneming van de volgende beginselen:
o a.de technische voorzieningen worden berekend op basis van marktwaardering;
Bespiegelingen rond marktrente passen niet in dat plaatje.
Als gevolg van het verschil in de rekenrente voor de berekening van de kostendekkende pensioenpremie enerzijds en de risicovrije rekenrente voor de berekening van de contante waarde van de pensioenverplichtingen, zien pensioenfondsen zich genoodzaakt om middels rentederivaten hun exposure op rentefluctuaties af te dekken.
Door de bank genomen wordt 40% van het pensioenvermogen op deze wijze tegen renterisico’s afgedekt. Dan hebben we het over grofweg € 500 miljard. Daarover betalen de fondsen ca. 1% provisie; in casu: het afdekken van renterisico’s kost de fondsen – en dus de deelnemers – ca. € 5 miljard! PER JAAR!
Bij gelijke rentevoeten voor premieberekening en waardering van de pensioenverplichtingen zijn rentederivaten overbodig.
Over die € 5 miljard hoor je NIEMAND! Reden: volslagen gebrek aan pensioenkennis. Peter Borgdorff van PFZW zei in 2016 in een interview in Beleggersbelangen al: “80% van de mensen is pensioen-bewusteloos”.