Direct naar inhoud

Opinie | Wouter Koolmees rest nog maar één alternatief: negeer het advies van DNB — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 19 oktober 2018

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks het laatste pensioennieuws, achtergronden en opinie in uw inbox
  • Jaarlijks vier keer Pensioen Pro Magazine (inclusief de Vermogensbeheergids) in de bus
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

4 reacties

  1. E. Daae
    6 jaar geleden

    In de brief van DNB aan minister Koolmees van 19 september 2018 (zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2018/09/27/brief-dnb-rekenrente-pensioencontract) waar de heer Teulings aan refereert, staat een interessante passage, die als volgt luidt: “Het waarderen van een pensioenuitkering kan op twee manieren: het verwacht rendement wordt wel of niet meegenomen in zowel de verwachte pensioenuitkering als ook de disconteringsvoet. Bij een consistente toepassing (gebruik verwacht rendement in zowel teller als noemer of gebruik RTS in zowel teller als noemer) leiden beide keuzes tot dezelfde waarde, en deze is gelijk aan de marktwaarde.”

    Deze passage kan niet anders worden geduid dan dat de president van DNB de mening blijkt toegedaan dat de huidige – eenzijdige – toepassing van de RTS (want die is voorgeschreven voor de berekening van de technische voorzieningen, maar niet voor berekening (discontering) van het pensioenvermogen) niet consistent is. Met andere woorden: de heer Knot wijst in feite de RTS voor het uitsluitend berekenen van de pensioenverplichtingen af.

    Indien – zoals de president van DNB bepleit – voor de berekening van zowel de technische voorzieningen als het pensioenvermogen dezelfde rentevoet wordt gehanteerd, bijvoorbeeld die van het verwachte rendement na aftrek van de indexatie-ambitie, dan stijgen de dekkingsgraden van de pensioenfondsen met ca. 20 procentpunten. Dan kunnen de pensioenen veilig worden geïndexeerd en kan er zelfs sprake zijn van na-indexatie.

  2. T. van der Meer
    6 jaar geleden

    Ja, onzekere verplichtingen mogen met een hogere discount rate verdisconteerd worden. Maar dan moet je ook realistische verwachte uitkeringen als basis nemen. In het verleden hoopten / verwachtten mensen dat ze met hun nominale premies indexatie zouden kunnen krijgen bovenop de nominale uitkeringen. Die hogere verwachtingen mag je verdisconteren met een hogere discount rate. Maar dan kom je op hetzelfde uit. Als je de beloofde uitkeringen opeens verdisconteert met een hogere discount rate, ben je inconsistent bezig. Dat komt neer op het korten van zekere uitkeringen.

  3. E. Daae
    6 jaar geleden

    Een reactie op dhr. Van der Meer, en een paar afleveringen

    De premie wordt berekend aan de hand van een verwacht reëel rendement dat specifiek per pensioenfonds wordt vastgesteld. De premiebetaling over een gegeven jaar is de prijs die wordt betaald voor de inkoop van nieuwe verplichtingen over dat jaar. Pensioenfondsen maken een verlies op deze inkoop als het rentepercentage waarmee de premie wordt berekend (het verwachte rendement) hoger is dan de rente waarmee de nieuwe verplichtingen op de balans moeten worden gewaardeerd. Dat verlies wordt aangezuiverd vanuit het bestaande vermogen. Dat is niet alleen inconsistent, dat is een sluipende overheveling vanuit pensioenvermogen opgebouwd door gepensioneerden en slapers naar pensioenvermogen bestemd voor jongere deelnemers.

  4. E. Daae
    6 jaar geleden

    Tijdens het openbare gesprek met DNB en CPB over macro-economische risico’s voor het financiële stelsel op 14 juni 2017, heeft Martin van Rooijen gesteld:
    “In de eerste plaats wordt voor de premieberekening namelijk een veel hoger verwacht rendement gebruikt dan de rente voor de verplichtingen. Dat is een inconsistentie waarvan De Nederlandsche Bank ook altijd heeft gezegd dat die fout is. Ik heb het woord «weeffout» weleens horen vallen. Misschien wil de heer Knot daar nog eens op reageren”.
    De President van DNB, Klaas Knot, reageerde als volgt:
    “Ja, het klopt dat wij het al jarenlang een fout vinden dat in de premieberekening gerekend mag worden met het verwachte rendement, om de simpele reden dat je dan een kostendekkende premie definieert die stelselmatig de dekkingsgraad uitholt. Als je een andere rente gebruikt voor de kostendekkende premie dan voor de dekkingsgraad, dan weet je van tevoren dat je dekkingsgraadverzwakking hebt ingebouwd in het stelsel”.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.