De beoogde vervangers van de huidige geldmarktrente euribor kunnen bij een gemiddeld pensioenfonds zorgen voor een 0,5 tot 2%-punt lagere dekkingsgraad. De alternatieve benchmarks, waaronder ‘ester’, drukken de rekenrente waarmee fondsen hun verplichtingen berekenen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
In hoeverre is/wordt het verschil tussen de huidige Euribor en de nieuwe hybride Euribor niet al ingeprijsd door de markt, in de aanloop naar het wijzigen van de benchmark?
ESTER is een overnight rate, dus een aanpassing van de rts van Euribor naar Ester, is niet alleen een wijziging van de benchmark, maar ook een wijziging in wat voor curve (6-maands of overnight) er gebruikt wordt voor het contant maken van de verplichtingen. Dat laatste heeft nu ook al ongeveer 12 bp impact en is, ondanks een decennium van significante spread tussen overnight en 6-maands, nog niet gebeurd.
(Transactie)kosten voor renteswaps zullen niet veranderen bij een nieuwe benchmark. Een lagere variabele rente betalen gaat hand in hand met een lagere vaste rente ontvangen. De ISDA en EMMI gaan zeker zorgen voor een geordende transitie en zullen daarom niet zomaar toestaan dat rentevergoedingen op onderpand drastisch wijzigen. In contracten wordt EONIA dus eerder ESTER 10 bp, ipv ESTER. Of om de werkgroep te citeren “[this] would require detailed compensation mechanisms to avoid value transfers across market participants” (via https://www.ecb.europa.eu/paym/pdf/cons/euro_risk-free_rates/ecb.eoniatransitionreport201812.en.pdf )