Direct naar inhoud

‘Pas het Canadese financieringsmodel in Nederland toe’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 4 juni 2020

Canada kent een ‘going concern’-benadering die realistischer is dan de Nederlandse, schrijft Keith Ambachsheer. Als ABP en PFZW zouden waarderen zoals het Ontario Teachers’ Pension Plan doet, dan hadden ze overschotten in plaats van tekorten.

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

2 reacties

  1. Anoniem
    4 jaar geleden

    Naarmate men ouder wordt, heeft men meer geloof in rendementen uit het verleden blijkbaar.
    Prima om rekening te houden met toekomstig rendement, maar dan pas nádat het systeem is aangepast. Dus eerst korten en toebedelen, dan pas rekening houden met toekomstig rendement/projectierendement. Mét keuzes gelijk aan doorbeleggen bij premieovereenkomsten (en alle andere keuzemogelijkheden uiteraard).

  2. E. Daae
    4 jaar geleden

    Een nuchtere kijk van de heer Ambachtsheer op het pensioenakkoord.

    De verstandelijk beperkte, neo-liberale visie op ons pensioenstelsel heeft ertoe geleid dat de actuariële waarderingsgrondslagen voor de berekening van de te betalen pensioenpremies en de pensioenverplichtingen bij wet en AMvB per 1 januari 2007 zijn losgelaten.

    In feite zijn pensioenfondsen gemeenschappelijke beleggingsinstellingen voor rekening van de deelnemer. Daarbij staat de hoogte van de pensioenuitkering niet vast. Deelnemers en gepensioneerden hebben alleen een vorderingsrecht op het pensioenfonds.

    Daarom moeten we terug naar de actuariële waarderingsgrondslagen met één vaste rekenrente van 2,5 à 3% voor zowel de pensioenpremies als de pensioenverplichtingen, en met behoud van een toegezegd (voorwaardelijk) pensioenbedrag.

    Daarvoor is een pensioenakkoord totaal overbodig. Wel nodig, ja vereist is, is dat de huidige Nederlandse pensioenwetgeving in lijn wordt gebracht met de EU-pensioenrichtlijn IORP II.

    De uitwerking van het pensioenakkoord leidt zeer waarschijnlijk tot aantasting van ‘reeds verworven rechten’ en dus tot een aantasting is van het eigendomsrecht. Aldus de advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de EU, Juliane Kokott. (zie PensioenPro van 13-05-2020).

    Dit geeft de gepensioneerden en de werkenden die pensioen opbouwen zicht op het mislukken van de uitwerking van het pensioenakkoord.

    Dat zou dan tevens het einde zijn van het vooruitzicht op gouden tijden voor de pensioenadviseurs.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.