De consultatieronde van de Wet toekomst pensioenen levert tot nu toe grotendeels negatieve reacties op. Die komen vooral van particulieren.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Die negatieve reacties zijn volkomen terecht. Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen, versie internetconsultatie is een gedrocht en – net als het Pensioenakkoord – totaal overbodig.
Om te begrijpen hoe de Pensioenwet (PW) en het daaraan gekoppelde Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (FTK) ertoe hebben geleid dat ruim 12 jaren de pensioenen niet geïndexeerd konden worden en bij enkele pensioenfondsen zelfs sprake is geweest van kortingen, is een beknopte analyse van de ontstaansgeschiedenis van de PW noodzakelijk. Vervolgens zet ik de kern van de wetteksten van de PW af tegen de wijze waarop het ABP in zijn Pensioenovereenkomst en officiële bekendmakingen op zijn website omgaat met die PW.
Wat is het geval?
1. Krachtens art 10 en Memorie van Toelichting, kamerstuk (kst) 30413 nr. 3 § 3.3.1 pagina 32 is dwingend voorgeschreven dat pensioenfondsen moeten kiezen voor één van de 3 ‘karakters’ van de pensioenovereenkomst.
Het slot van § 3.3..1 luidt: “…dient in de pensioenovereenkomst helder te worden gemaakt dat het om een uitkeringsovereenkomst, een kapitaalovereenkomst, dan wel een premieovereenkomst gaat. Deelnemers moeten hierover voorgelicht worden (zie paragraaf 7.6), zodat zij niet alleen duidelijkheid krijgen over hun rechten, maar ook over de eventuele risico’s die zij lopen.”
Op grond daarvan kiezen de bedrijfstakpensioenfondsen voor de Uitkeringsovereenkomst.
2. Definitie van de Uitkeringsovereenkomst: “een pensioenovereenkomst inzake een vastgestelde pensioenuitkering”; zie art. 1 PW.
3. Nadere uitleg van het karakter van de Uitkeringsovereenkomst volgens kst. 30413 nr. 3 § 3.3.1, pagina 32 luidt als volgt: “Zowel het risico dat de levensverwachting van de werknemer meer toeneemt dan aanvankelijk verwacht was (ook wel het langlevenrisico genoemd), als het beleggingsrisico, het risico dat de inkomsten over de belegde gelden mee- of tegenvallen, ligt te allen tijde bij de pensioenuitvoerder.”
4. In de Pensioenovereenkomst voor burgers en militairen die vanaf 01-01-2020 van kracht is, vermeldt het ABP in art.2 het karakter van de pensioenregelingen; het zijn uitkeringsovereenkomsten.
WORDT VERVOLGD
VERVOLG
5. Maar op de website van het ABP, in de rubriek Pensioen1-2-3, blijkt dat:
• De hoogte van uw pensioen staat niet vast. Het is mogelijk dat uw pensioen niet met de prijzen meegroeit. De volgende factoren spelen daarbij onder meer een rol:
• Mensen worden gemiddeld steeds ouder. Pensioen moet daardoor langer worden uitbetaald.
• Een lage rente maakt pensioen duurder. ABP heeft daardoor meer geld nodig om hetzelfde pensioen te kunnen uitbetalen.
• De resultaten van beleggingen kunnen tegenvallen.
6. Met andere woorden: de pensioenregelingen van het ABP blijken in strijd met art. 1 PW te zijn. Het zijn collectieve beschikbare premieregelingen (die door de PW als zodanig niet worden erkend of toegestaan) en geen uitkeringsovereenkomsten.
Wat hier voor het ABP is aangetoond, geldt voor vrijwel all pensioenfondsen. Al sinds 2006 – het jaar waarin Arend Jan de Geus als verantwoordelijk minister het parlement het misleid met zijn PW – waren CDC-regelingen al in opmars. Thans hebben vrijwel alle pensioenregelingen het CDC-karakter.
Wat had moeten gebeuren is, in art. 10 PW een karakter voor CDC-regelingen opnemen. Vervolgens had de regering ervoor moeten zorgen – dat is haar plicht die voortvloeit uit het Verdrag van Rome – dat het geldende EU-pensioenrecht, vastgelegd in de Richtlijnen IORP I en II correct en in de geest van die richtlijnen werd omgezet in de PW.
De Staat doet er goed aan dit alsnog te doen. Dan blijkt dat die wangedrochten van een Pensioenakkoord en het voorliggende voorstel voor een nieuwe wet volslagen overbodig zijn.
Doorgaan op de ingeslagen weg, zal onherroepelijk leiden tot een affaire waarbij die van Toeslagen in het niet valt. Dat wordt een parlementaire enquête. Dit dreigt wordt een schandaal van ongekende omvang te worden.
Met het bedrog van De Geus en de totaal verkeerde aanpak van Koolmees zijn grote belangen gemoeid van 3 mln. gepensioneerden en 8 mln. werkenden. Het gaat om privaat pensioenvermogen van ca. € 1800 miljard. Een vermogen dat jaarlijks aangroeit met ca. € 60 miljard aan beleggingsopbrengsten.