Omdat in het nieuwe contract zeker 10% meer illiquide kan worden belegd dan in de verbeterde premieregeling, valt de gemiddelde pensioenuitkering ruim 3% hoger uit, aldus de vermogensbeheerder.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Mooi om zo’n percentage te noemen van 10%, maar goed om de veronderstellingen hierbij onder de loep te nemen.
De veronderstelling dat er veel gewisseld worden tijdens de rit in lifecycle lijkt mij discutabel. Doorgaans kiest men de default beleggingskeuze, en daarbij, een eerdere keuze wordt vaak niet herzien omdat dit past bij het eigen risicoprofiel. Mobiliteit en waardeoverdracht is belemmerend voor illiquide beleggingen in beide contracten, maar voor meeste fondsen geringe factor.
Ook gebruik maken van shoprecht voor een vaste uitkering zal onder de WVP-plus nauwelijks voorkomen, als de variabele uitkering de standaard wordt. Dit artikel is nog erg gebaseerd hoe WVP momenteel wordt ingevuld door verzekeraars, met inderdaad weinig illiquiditeit. Ik verwacht persoonlijk dat beide contracten onder het nieuwe stelsel vergelijkbaar zullen worden qua illiquiditeit.