Direct naar inhoud

Gemiste indexatie dreigt flink op te lopen

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Gepubliceerd op: 31 oktober 2022

Naar verwachting stijgt de totale niet verleende indexatie aanzienlijk, omdat de meeste pensioenfondsen de inflatie dit jaar slechts gedeeltelijk kunnen goed maken. Bij sommige grote bedrijfstakfondsen komt de achterstand boven de 30%.

Brood op de Amsterdamse Nieuwmarkt. Foto Egbert Hartman/ANP

Dat valt op te maken uit een inventarisatie van Pensioen Pro van de gemiste indexatie begin dit jaar, op basis van de jaarverslagen over 2021, en inschattingen van experts. Zo verwacht Corine Reedijk van Aon dat de meeste fondsen de pensioenen hoogstens 4% verhogen, onder meer omdat ze dit jaar soms al een extra toeslag hebben verleend.

Ook Agnes Joseph, werkzaam voor onder meer Achmea, neemt aan dat fondsen terughoudend zullen zijn. ‘Ze willen een buffer hebben om financiële tegenvallers te kunnen opvangen in de aanloop naar het nieuwe stelsel.’

Sla ingesloten LocalFocus-inhoud over
Ingesloten LocalFocus-inhoud overgeslagen

Op de lat

Dit betekent dat de gemiste indexatie bij veel fondsen met zo’n 10%-punt kan stijgen. In dat geval komt de cumulatieve indexatieachterstand bij fondsen zoals ABP, PFZW, PMT en PMT boven de 30%. Bij diverse ondernemingspensioenfondsen die ongeveer 10% op de lat hebben staan, zou dit kunnen leiden tot een verdubbeling van de achterstand. Frank Verschuren van AethiQs plaatst hier de kanttekening bij dat sommige fondsen geen of niet alle gemiste indexatie op de lat zetten.

De opgelopen achterstanden zijn volgens Marc Heemskerk van Mercer niet verwonderlijk. ‘Deelnemers hebben niet betaald voor toeslagverlening. Toeslagen kan een fonds alleen verlenen als er voldoende rendement wordt gemaakt bovenop het al ingerekende rendement op vastrentende waarden. Een structureel hoog rendement halen voor volledige toeslagverlening is een uitdaging, temeer daar gemiddeld de helft van de fondsmiddelen vastrentend wordt belegd. Daarnaast moeten fondsen een buffer aanhouden, die niet beschikbaar is voor toeslagverlening.’

Hij verwacht dat fondsen ook de komende tijd buffers zullen aanhouden, om voldoende vet op te botten te hebben voor de transitie. ‘Ook daarom verwacht ik niet dat fondsen volledig indexeren.’

Verschillende definities

Bij de inventarisatie is gekeken naar de circa dertig grootste bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen qua aantal deelnemers. In de meeste gevallen zijn de percentages afkomstig uit het jaarverslag over vorig jaar.

Die getallen zijn niet één-op-één te vergelijken, omdat fondsen verschillende periodes en definities hanteren. Soms nemen ze alleen de gemiste inflatie van de afgelopen vijf jaar (Bakkers), terwijl andere fondsen tien jaar of zelfs langer terug kijken in de tijd. Daarnaast vergelijken de fondsen hun toeslagen soms met de inflatie en soms de loonstijging in hun sector of bedrijf.

Verder maken sommige fondsen onderscheid tussen actieven aan de ene kant en gepensioneerden en slapers aan de andere kant. In veel gevallen kan het percentage nu een paar procent lager liggen, omdat in de loop van de jaar al een toeslag is verleend.

De achterstand bij vier van de grootste bedrijfstakfondsen is hoger dan 20%. PFZW spant de kroon met 26,8%. Bij PMT en PME is de achterstand exclusief de verlagingen van bijna tien jaar geleden.

Simpele rekensom

Veel bestuurders buigen zich deze weken over de indexatie die ze dit jaar kunnen verlenen. Dat is dit keer geen simpele rekensom, aldus ABP-directeur Harmen van Wijnen in de toelichting bij de kwartaalcijfers. Enerzijds moeten fondsen een ongekend hoge inflatie zien goed te maken. Die varieert afhankelijk van de gekozen referentieperiode van 12 tot 17%.

Einde versoepeling

De versoepelde indexatieregels gelden alleen voor fondsen die de intentie hebben om in te varen. Daarnaast eindigt de versoepeling eind dit jaar. Als de pensioenwet wordt aangenomen, wordt ze vanaf 1 juli weer van kracht. In de tussentijd worden de veel strengere regels weer uit de kast getrokken.

Volgens die regels mogen fondsen pas indexeren boven een dekkingsgraad van 110%. Bovendien moet die indexatie toekomstbestendig zijn. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de inflatie in de toekomst. Omdat die in de prognoses is gestegen, verschuift de bovengrens waarbij fondsen volledig mogen indexeren naar boven. Uit de reguliere DNB-cijfers volgt dat fondsen dat pas mogen doen boven een dekking van ongeveer 150%.

Begin oktober heeft DNB ook een alternatief ingroeipad gepubliceerd. Hierbij is het uitgangspunt dat de inflatie sneller daalt dan bij reguliere pad. Fondsen die kiezen voor deze variant mogen vanaf zo’n 140% volledig indexeren.

Anderzijds hebben fondsen als gevolg van de versoepelde indexatieregels en de gestegen dekkingsgraden dit jaar beduidend meer speelruimte dan vorig jaar. Ze mogen verhogen vanaf 105%. Bovendien hoeven ze zich niet in te houden. De strenge criteria voor toekomstbestendig indexeren kunnen ze naast zich neerleggen.

Diverse pensioenfondsen waarschuwen hun deelnemers op voorhand dat ze er niet zomaar op kunnen rekenen dat hun pensioen dit jaar toeneemt met de inflatie. Zo meldt PMT-bestuurder Jos Brocken dat het ondanks soepeler regels niet zal lukken de pensioenen 10% te verhogen, zoals bij de AOW is gebeurd.

Ook ABP-directeur Van Wijnen tempert de verwachtingen. Hij wijst erop dat het fonds rekening moet houden met zaken zoals een eerlijke verdeling tussen jong en oud, onrustige financiële markten en de overgang naar nieuwe stelsel.

De percentages in de tabel gelden niet voor alle deelnemers. De achterstand is afhankelijk van het aantal jaren dat de deelnemer bij het fonds zit. Hoe langer een deelnemer bij een fonds met een achterstand is aangesloten, hoe hoger de indexatieachterstand.