Erik Lutjens betoogde onlangs dat de wet individueel bezwaar tegen invaren verbiedt. Volgens Hans van Meerten kan dat wel door de oprichting van een zogeheten pensioenbewaarder.
Onlangs pleitte hoogleraar Bas Werker voor invoering van individueel bezwaarrecht voor deelnemers die niet willen invaren. In een reactie meldde Erik Lutjens dat zoiets wettelijk niet mogelijk is.
Dat klopt niet. Ik val meteen met de deur in huis: Lutjens gaat in zijn stuk voorbij aan de pensioenbewaarder in artikel 124a van de Pensioenwet. Deze pensioenbewaarder maakt een carve out namelijk wel degelijk mogelijk voor opgebouwde rechten, ongeacht om welke deelnemer het gaat. De pensioenbewaarder is daarom een uitstekend alternatief voor invaren.
De pensioenbewaarder, ooit in het leven geroepen voor ppi’s, staat al in de wet. Enkele ppi’s hebben die beheerders ook daadwerkelijk opgericht. Deze pensioenbewaarder kan ook ingezet kan worden als alternatief voor invaren bij pensioenfondsen.
Middels de pensioenbewaarder kan een fonds een carve out maken voor alle groepen van deelnemers. Dus niet voor slechts één groep. Dat stuit terecht op bezwaren qua gelijke behandeling.
Juridisch eigendom
Een pensioenfonds dat iets wil regelen voor deelnemers die niet willen invaren, kan een pensioenbewaarder oprichten. Groepen die niet willen invaren, zet het pensioenfonds in die pensioenbewaarder die het juridisch eigendom van die rechten krijgt. De oude uitkeringsregelingen blijven zo intact.
De pensioenbewaarder doorbreekt de eis van een financieel geheel niet. Het pensioenfonds blijft economisch eigenaar van zowel de oude als de nieuwe rechten. Indien deze route wordt gevolgd kom je niet toe aan de artikelen in de Pensioenwet die individueel bezwaar beperken.
Aangetast
Voorts wil ik nog wat andere punten van Lutjens nuanceren. Artikel 17 Handvest zou ‘geen recht op bezwaar’ inhouden volgens Lutjens. Ik lees dat anders. Indien een deelnemer zich aangetast voelt in zijn opgebouwde pensioenrechten, kan hij wel degelijk bezwaar maken en een direct beroep doen op dit artikel. Dat de Nederlandse rechter dit vooralsnog niet honoreert, gaat veranderen. Simpelweg ook omdat de EU jurisprudentie dat gewoon toelaat. En dat heeft nog steeds voorrang.
Ook schrijft Lutjens ‘de juridische houdbaarheid van het collectief invaren is goed onderzocht en onderbouwd en het belang van het bijeenhouden van de collectiviteit is in de wetsgeschiedenis van de Wtp steeds naar voren gebracht. Dan moet hier nu niet aan worden getornd vanwege mogelijke procedures.’
Teruggedraaid
Om meerdere redenen is dat geen valide punt. Het belangrijkste is dat in het recente verleden ‘goed onderzochte en onderbouwde’ wetten door de Hoge Raad zijn teruggedraaid. Denk aan de box 3 ellende, die in strijd bleek met het eigendomsrecht. Dat gaat de schatkist miljarden kosten.
Als de wetgever en de sector willen uitdragen dat de Wtp een goede wet is, maak dan ook een individueel bezwaar mogelijk. Het ontnemen hiervan tast het eigendom aan en leidt tot grote maatschappelijke onvrede. Dat is evident in strijd met de geest van de Pensioenwet die de belangen van de deelnemers behoort te beschermen. De pensioenbewaarder is vanuit menig oogpunt beter dan het huidige invaren, met name omdat het eigendomsrecht wordt gerespecteerd. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Hans van Meerten is pensioenadvocaat en hoogleraar pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.