Invaren van pensioenen mag alleen als een meerderheid van actieven, slapers en gepensioneerden daarmee akkoord gaat, aldus een amendement van NSC en BBB. Een opkomst van minimaal 30% van de deelnemers is vereist.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
De onderbouwing van het amendement rust voor een belangrijk deel op het rapport van Niek Peters. Op zichzelf is dat een uitstekend rapport, maar het punt is dat er weinig nieuws in staat. Vrijwel alle juridische thema’s die hij aandraagt zijn aan de orde geweest tijdens de parlementaire behandeling van de Wtp. Daarnaast is het zo dat in de meeste gevallen al instemming is verleend op het wijzigen van de pensioenovereenkomst/-regeling door actieven, slapers en gepensioneerden voor opgebouwde aanspraken en rechten, via cao of Bpf/Bpr. Wat voegt een referendum over het invaren als zodanig dan nog toe? Vanuit juridisch oogpunt valt hier nog wel wat op af te dingen. Het grote probleem zit in de veelal (te) negatieve framing en het niet goed uit kunnen uitleggen wat het nieuwe stelsel betekent. Als je al besluit tot een referendum, zul je eerst heel goed de consequenties van wel/niet instemmen moeten uitleggen. En als dat is gedaan, kun je evengoed – al is het vaak dubbelop -om instemming vragen voor het invaren. Bij reguliere collectieve waardeoverdrachten heb ik nog nooit meegemaakt dat dit niet doorging omdat mensen massaal niet instemden. Kwestie van goed uitleggen.
Dit voorstel is naar mijn mening vooral een voorbeeld van schijndemocratie. Hoeveel deelnemers zullen een goed geïnformeerde keuze kunnen maken. Het is bekend dat veel mensen het pensioen laten ‘komen zoals het komt’ en dat jongeren (en dat ben je vrij lang als het om pensioen gaat) zich amper met pensioen bezig houden.
Bovendien is de materie voor de doorsnee burger complex en de gevolgen van een keuze voor of tegen moeilijk te overzien.
Over doorsnee gesproken: voor jongere deelnemers die onder NFTK nog maar kort aan het opbouwen zijn betekent dit dat ze door de doorsneesystematiek minder krijgen voor hun opbouw onder NFTK als er niet wordt ingevaren. Dezelfde argumentatie die bij het Pensioenakkoord werd gebruikt om van de doorsneesystematiek af te stappen, geldt ook hier. Ze missen immers het voordeel op latere leeftijd door gelijk gebleven premies, want voor toekomstige inleg geldt sowieso de WTP. Als de relatief hogere premie die jongere leeftijdscohorten tot nu toe hebben betaald, worden ingevaren, kunnen ze volledig renderen. Zou dat ook geen rechtzaken opleveren?.
De vraag is dus of een collectief referendum inderdaad een einde zou maken aan rechtzaken.
Dan is er de uitvoering. Niet invaren komt neer op het opsplitsen van een fonds in twee stukken: een NFTK deel en een WTP deel. Een dubbele administratie dus. Uitvoeringsorganisaties moeten dan zowel de oude als de nieuwe IT infrastructuur in de lucht houden en het personeel moet tot in lengte van dagen zowel de oude als de nieuwe regelingen kennen. Er zijn schattingen van een meerkost van 18 miljard euro per jaar extra uitvoeringskosten. Dat gaat ten koste van de pensioenen.
Daarbij komt dat er al fondsen zijn ingevaren en die zouden wellicht moeten ‘uitvaren’. Chaos.
Persoonlijk vind ik dat de NSC en BBB zich er beter bij neer zouden leggen dat de wet nu eenmaal democratisch is aangenomen door het parlement en dat ze zicht daar beter bij zouden neerleggen in plaats van een dergelijk monstrum te creëren.