Minder nadruk op vastrentende waarden in de beleggingen helpt bij noodzakelijke economische investeringen én leidt tot koopkrachtiger pensioenen, schrijven Anton van Nunen en Jean Frijns. Biedt de Wtp ruimte?
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Dank voor dit interessante én relevante artikel. Wat de auteurs helaas onbenoemd laten is dat door het overstappen naar het nieuwe stelsel de generatiebeleggingssolidariteit feitelijk is afgeschaft. Deze afschaffing beperkt in feite, meer nog dan de rentetermijncurve die de auteurs in de derde bullet benoemen, de mogelijkheid om ook in de pensioenfase voldoende risico te nemen om een zo veel als mogelijk koopkrachtig pensioen (na ingang pensioen) als doelstelling na te streven.
Gelukkig heeft de minister (Van Hijum) toegezegd onderzoek te gaan doen hoe er in het nieuwe stelsel beter gestuurd kan worden op een koopkrachtiger pensioen.
Echter, een structurele oplossing kan alleen worden bereikt door de Wtp zodanig aan te passen dat het beleggingsbeleid door pensioenfondsen zo kan worden geredigeerd dat samen met de aanpassing van de toedelingsregels en het reservebeleid (SDR, RDR) het beter mogelijk wordt om daadwerkelijk op een reëel pensioen te sturen.
Daarvoor is allereerst nodig dat bij deelnemers en gepensioneerden de risicopreferentie wordt vastgesteld op basis van het uitgangspunt van een reëel pensioen. Uiteraard blijft ook de mate van het kunnen voeren van een dergelijk koopkrachtbeleid door een pensioenfonds sterk afhankelijk van de demografische samenstelling en ontwikkeling van dat pensioenfonds.
Generatiebeleggingssolidariteit, en daarmee koopkracht, komen zo in ieder geval weer dichterbij voor pensioenfondsen met een stabiel (demografisch) langetermijnperspectief.
De grote vraag blijft uiteraard of voor al deze aanpassingen de wil en het politieke en maatschappelijke draagvlak aanwezig is.