Dit zijn de nominaties voor de Pensioen Pro Awards 2025

De pensioenfondsen Loodsen, Huisartsen en APG Personeel zijn kandidaat voor de prijs ‘Pensioenfonds van het jaar 2025’.

De shortlist met drie fondsen is opgesteld door een vakjury. Ze vormt een selectie uit de 26 nominaties die er zijn voor de diverse categorieën van de Pensioen Pro Awards.

De prijzen worden op dinsdagavond 24 juni uitgereikt, na afloop van het Pensioen Pro Jaarcongres, waarvoor u zich nog kunt aanmelden.

Personeelspensioenfonds APG is genomineerd vanwege de rol van dit fonds als koploper in de transitie, waarbij veel waardevolle lessen zijn geleerd voor de rest van de sector, die het fonds ook actief deelt.

Medekoploper pensioenfonds Loodsen staat ook op de shortlist, met name vanwege de goede transitiecommunicatie en de nauwe band die het fonds tijdens het transitieproces onderhield met de deelnemers.

Pensioenfonds Huisartsen kwam in beeld als kanshebber, vanwege de opzet van de nieuwe regeling met veel keuzevrijheid, evenals de keuze voor de geconcentreerde portefeuille met zeventig aandelen, een keuze die veel kritiek opleverde, maar die goed onderbouwd en voorbereid is.

De komende weken kunnen lezers van Pensioen Pro en het FD, evenals luisteraars van BNR Nieuwsradio, stemmen wie van deze drie fondsen winnaar moet worden. Stemmen kan tot 12 juni 16.00 uur via de website van Pensioen Pro. Eerdere winnaars van de Gouden Pensioen Pro Award waren onder meer de pensioenfondsen Mediahuis, PWRI, Provisum en ABN Amro, en afgelopen jaar de beide Shell-pensioenfondsen gezamenlijk.

De nominaties in de overige zeven categorieën zijn ook bekend. De winnaars in deze categorieën worden gekozen door de jury. De namen van de winnaars worden ook bekend op 24 juni. Onderstaand vindt u de nominaties kort samengevat. De volledige teksten van de nominaties zijn via de link hiernaast te vinden.

Vermogensbeheer

Pensioenfonds Huisartsen vanwege de keuze voor geconcentreerde portefeuille met slechts zeventig aandelen, waar het fonds forse kritiek op kreeg, maar die ook uitgebreid onderbouwd en voorbereid was en die ook dapper genoemd mag worden.

Pensioenfonds DNB voor de fundamentele herziening van het beleggingsbeleid die het fonds in de Wtp doorvoert, waarbij het overstapt van bovengemiddeld voorzichtig beleid naar (deelnemers tot vijftig jaar) bovengemiddeld offensief beleid, op een doordachte manier.

Pensioenfonds TNO vanwege de bovengemiddelde allocatie in direct private equity, die het fonds extra rendement heeft opgeleverd, en waarmee het fonds kan beleggen in innovaties die nog niet op de beurs verhandelbaar zijn, evenals in startups.

Pensioenfonds PDN, het pensioenfonds van onder meer DSM Nederland, vanwege de grote goudbelegging, een investering op goede gronden die het fonds flink rendement heeft opgeleverd.

Verantwoord beleggen/esg

ABP, vanwege onder meer de overstap van actief beleggen naar beleggen via een speciaal voor ABP gemaakte duurzame index, waarbij negenhonderd van de tweeduizend bedrijven verkocht werden, en €30 mrd die het fonds in impactbeleggingen steekt.

ASR, vanwege duurzaamheidsbeleid, dat transparant en concreet is en waarbij onder meer een CO₂-waardemeter wordt geboden, die de deelnemer inzicht geeft in de CO₂-besparing van hun beleggingen ten opzichte van traditionele beleggingen.

Pensioenfonds KPN, vanwege het beleid voor impactbeleggen van dit fonds. Het fonds maakt een strategische keuze voor impact en verhoogt stapsgewijs het aandeel impactbeleggingen naar 5%.

Pensioenfonds Detailhandel vanwege de driedaagse Deelnemersdialoog over duurzaam beleggen die het fonds in 2024 organiseerde, een innovatieve manier om deelnemersinspraak te organiseren, en de toppositie in de VBDO-ranglijst.

Innovatie

BeFrank vanwege de geautomatiseerde oplossing die het biedt aan werkgevers voor compensatie afschaffing doorsneesystematiek, waarbij werkgevers kunnen kiezen tussen individuele of collectieve compensatie.

Pensioenfonds Fysiotherapeuten vanwege de koplopersfunctie die ook dit fonds heeft, omdat het als een van de eersten gaat invaren naar de flexibele premieregeling.

Pensioenfonds Huisartsen voor de opzet met veel keuzevrijheid, zoals optionele deelname aan de risicodelingsreserve, keuze tussen meerdere lifecycles in de opbouwfase en flexibiliteit in de premie.

PNO Media, omdat het per 1 januari 2025 als eerste bedrijfstakfonds een flexibele premieregeling biedt aan werkgevers die dat willen. Vanaf 1 januari 2027 biedt het fonds ook een solidaire premieregeling aan.

Pensioenfonds Vlep, vanwege de omgang met werkgevers via pensioenconsulenten, die onder meer ondersteuning bieden bij het inrichten van de regeling, helpen fouten voorkomen in de aanlevering, en snel ingrijpen bij fouten.

Communicatie

BPL Pensioen, vanwege de Instagramcampagne onder jongere deelnemers, versterkt door samenwerkingen met aangesloten werkgevers.

Pensioenfondsen Oak en Particuliere Beveiliging, vanwege de gesprekken met een persoonlijk pensioenplanner die deze fondsen aanbieden.

Pensioenfonds Gasunie, omdat het slapers heel actief heeft gestimuleerd een slapersvereniging op te richten, waarbij die vereniging ook echt invloed kreeg. Zo werd na inspraak het risico op volledig verlies van het pensioen van jonge deelnemers in extreme scenario’s sterk beperkt.

Pensioenfonds Horeca & Catering, vanwege de zelf ontwikkelde communicatiestrategie, ‘digitaal tenzij’, via meerdere kanalen, bijgestuurd naar aanleiding van regelmatig onderzoek, en ook met gebruikmaking van ‘pensioenfluencers’.

PMT, vanwege de communicatiestrategie op drie pijlers (‘persoonlijk waar het moet, digitaal waar het kan, en relevant voor elk type deelnemerklant’), die hoge waarderingen oplevert, bijvoorbeeld een 8,5 van deelnemers voor het telefonisch contact.

Pensioenfonds Loodsen, vanwege de goede transitiecommunicatie, die leidde tot snelle goedkeuring van het transitieplan door vrijwel alle deelnemers en slechts één vraag door een deelnemer na het invaren.

Beste fonds met minder dan €15 mrd vermogen

Pensioenfonds DHL Nederland, omdat dat fonds in 2024 het hoogste relatieve rendement behaalde (het netto rendement ten opzichte van de verplichtingen).

Pensioenfonds Essity, vanwege de aanpak bij invaren: de groep die profiteert, betaalt. Actieven betalen de compensatie doorsneesystematiek, gepensioneerden de risicodelingsreserve.

Pensioenfonds TNO, vanwege onder meer de diepgaande dialoog die het met deelnemers heeft gevoerd over de stelseltransitie (25 workshops!).

Personeelspensioenfonds APG, vanwege de rol van dit fonds als koploper in de transitie, waarbij veel waardevolle lessen zijn geleerd voor de rest van de sector, die het fonds ook actief deelt.

Beste pensioenfonds met meer dan €15 mrd vermogen

BPL Pensioen, vanwege het consistent lage kostenniveau van het vermogensbeheer, de goede rendementen, de strategische rust en de duidelijke lijn op duurzaamheidsgebied.

Pensioenfonds Woningcorporaties, vanwege nieuwe inrichting van de vastgoedportefeuille, meer gericht op Nederland en met name huurwoningen, waarmee het fonds langetermijnvermogensbeheer aan maatschappelijke verantwoordelijkheid koppelt.

Pensioenfonds Shell, vanwege de manier waarop sociale partners en fonds omgingen met kritiek van gepensioneerden bij invaren, het oog voor deelnemersbelang en de structurele persoonlijke begeleiding voor deelnemers.

Een laatste categorie is die voor ‘Uitzonderlijke bijdrage aan de sector’, een oeuvreprijs voor personen, die in het verleden door onder anderen Theo Nijman, Rob Bauer, Lans Bovenberg, Peter Borgdorff en Theo Kocken is gewonnen. De winnaar van deze categorie wordt door de jury gekozen, zonder voorafgaande nominaties.

De winnaars in alle categorieën worden gekozen door de vakjury, die bestaat uit Hedwig Peters (pensioenfondsbestuurder bij fondsen Citigroup en HaskoningDHV), Lisa Brüggen (Netspar), Martijn Euverman (Sprenkels), Loranne van Lieshout (Ortec Finance), Vinod Raghoebarsing (pensioenfondsen Nedlloyd en Ikea).