Direct naar inhoud

Hoe groot is het koopkrachtpro­bleem? — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 10 oktober 2025

Koopkracht van pensioenen is belangrijk. Maar het probleem is minder groot dan de politiek denkt, vindt Marc Heemskerk. En relevanter voor werknemers dan voor gepensioneerden.

Eind oktober mogen we weer naar de stembus voor de Tweede Kamer. Elke gepensioneerde die de verkiezingsprogramma’s van NSC en BBB leest, wordt blij verrast door de belofte van sturing op een koopkrachtig pensioen, waarbij met name op de uitkeringsfase wordt gedoeld. NSC illustreert dit door de arme 87-jarige Geert op te voeren, die bij ABP te maken heeft gehad met 22% koopkrachtvermindering door inflatie.

Marc Heemskerk

Als ik de verkiezingsbeloftes lees, komen bij mij twee vragen op. Is het probleem echt zo groot, en zo ja, hoe financieren we het koopkrachtprobleem dan?

Om met de eerste vraag te beginnen. Is het koopkrachtprobleem echt zo groot? Een gevoelig onderwerp, met doorgaans emotionele reacties, zo heb ik gemerkt bij een eerdere column over koopkracht. Ik denk namelijk dat het probleem groter wordt gemaakt dan het is.

Lees hiertoe eens het in juli verschenen rapport van het Nibud over de koopkracht van pensioengerechtigden in Nederland. Typerend is deze quote: “Gepensioneerden kunnen over het algemeen redelijk tot goed rondkomen, maar dat geldt niet voor iedereen. Er is een kwetsbare groep die alleen AOW of AOW met een klein aanvullend pensioen heeft en weinig tot geen spaargeld. Wanneer daar nog zorgkosten of hoge woonlasten bijkomen, is rondkomen lastig.”

Als we echt willen dat pensioengeld bij de juiste mensen terechtkomt, is verhoging van de AOW veel efficiënter. Bij een inflatietoeslag van het pensioenfonds is de kans namelijk groot dat het geld wordt bijgeschreven op de spaarrekening van de pensioengerechtigde, zoals ook kan worden afgeleid uit de data van het Nibud: het besteedbaar inkomen overschrijdt de uitgaven.

Ik misgun het de pensioengerechtigden geenszins, maar of dit nu het doel van toeslagverlening door pensioenfondsen moet zijn? Ik denk het niet, en eenieder die meent dat pensioen de verzorgingsgedachte dient, zal dit ondersteunen.

Maar ik verwacht niet dat de politieke campagne wordt gewijzigd vanwege mijn mening over het koopkrachtprobleem. Dat brengt ons op de tweede vraag. Koopkrachtbehoud kost geld. Hogere premies zijn vermoedelijk niet haalbaar, dus het geld ligt niet zomaar op tafel. In het geval van pensioenen kan men echter toveren, waarbij het helpt als je actuaris bent, zoals ondergetekende. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je minder hoeft te reserveren voor pensioenen en hoera, daar is het geld voor koopkrachtbehoud. Je kunt ook zeggen dat je wat meer beleggingsrisico gaat nemen en ook zo stromen de extra verdiende euro’s in de toekomst binnen om het pensioen waardevast te houden. Wat een mooi vak heb ik toch!

Ik wil het belang van koopkracht zeker niet bagatelliseren. Uiteraard is een reëel pensioen veel belangrijker dan een nominaal pensioen. Maar dit belang ligt eerder bij de werknemers dan bij de pensioengerechtigden. Als een werknemer straks met pensioen gaat, moet er op dat moment, na ruim veertig jaar opbouw en geldontwaarding, een adequaat pensioen zijn. Beleggingsmix en premieniveau moeten dit waarborgen, waarbij een ambitieniveau (zoals bij het solidaire contract) grote waarde heeft. Maar de koopkrachtdiscussie lijkt zich juist toe te spitsen op pensioengerechtigden, gegeven ook het NSC-voorbeeld.

Terug naar de eerste vraag. Hebben we een probleem? Laten we eerst onderzoek doen naar de aanwending van toeslagverlening, alvorens wondermiddelen te bedenken voor een koopkrachtprobleem. Heeft NSC-Geert de afgelopen twintig jaar daadwerkelijk minder uitgegeven door de gemiste toeslagverlening of heeft hij nog steeds een goedgevulde spaarrekening (voor zijn nabestaanden)?

Zolang we het antwoord op deze vraag niet weten, maken we het probleem mogelijk veel groter dan het is. En voor die strategie hebben we in Den Haag al een andere Geert.

Marc Heemskerk is actuaris bij Mercer. Deze column, die hij schrijft op persoonlijke titel, is ook verschenen in Pensioen Pro Magazine #52.

Delen op sociale media

Gerelateerde artikelen

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

1 reactie

  1. W. Hofstra
    4 weken geleden

    Complimenten, raak en ook nog vermakelijk opgeschreven!

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.