Achmea heeft bijna €150 mln gereserveerd voor indexatie van de pensioenen van vanaf 2025. Aanvankelijk dacht de verzekeraar alleen nog maar de cdc-premie te hoeven betalen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Het lijkt voor de hand te liggen dat dit gaat over de onvoorwaardelijke toeslagverlening voor deelnemers in de pensioencao voor verzekeraars die in 2013 werd vervangen door voorwaardelijke toeslagverlening. In het arrest van Gerechtshof Den Haag van 21 januari 2020 ECLI:NL:GHDHA:2020:25 (Allianz) is geoordeeld dat deze (on)voorwaardelijke toeslagverlening blijft gelden voor pensioenaanspraken opgebouwd tot 1 januari 2013, onder de voorwaarde dat de deelnemer nog in dienst is. Eigenlijk hetzelfde als de pensioenopbouw zelf, die immers ook voorwaardelijk is in die zin. Om die reden zouden verzekeraars dus nog premie moeten betalen voor deze verplichte toeslagverlening op een deel van de pensioenaanspraken van hun werknemers. Het lijkt logisch dat dat niet kan worden gedekt uit collectieve beschikbare premie omdat het maar om een kleine groep gaat en om een deel van hun pensioenaanspraken. Uit Hoge Raad ECLI:NL:HR:2022:162 lijkt te volgen dat Allianz niet in cassatie is gegaan, maar alleen de als hoofdelijke medeschuldernaar aangewezen pensioenuitvoerder.
Overigens voorzag de cao wel in een bepaling waaruit zou kunnen worden afgeleid dat het de bedoeling van cao partijen was dat alle tot 2013 opgebouwde pensioenaanspraken gedwongen werden “overgedragen” naar de nieuwe pensioenregeling; een zogenaamde interne waardeoverdracht. Maar die bepaling lijkt op gespannen voet te staan met artikel 83 Pensioenwet wegens het ontbreken van de mogelijkheid om bezwaar te maken.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 21 april 2023 ECLI:NL:HR:2023:661 onder meer geoordeeld dat een onvoorwaardelijke toeslag die wordt verleend onder de voorwaarde dat de deelnemer in dienst is, volgens de Pensioenwet moet worden gekwalificeerd als een voorwaardelijke toeslag. De bescherming van artikel 20 Pw is alleen van toepassing op onvoorwaardelijke toeslagen die bij toekenning geheel gefinancierd zijn, bijvoorbeeld omdat toekenning niet afhankelijk was van enige voorwaarde. Er is dus wel sprake van een pensioenaanspraak, maar wijziging van de toeslag bepaling is dus wel toegestaan en niet nietig, zoals 20 Pw bepaalt voor verkregen rechten, uiteraard mits de wijziging rechtsgeldig is tot stand gekomen en mits de aanspraak niet al gefinancierd was. Om diezelfde reden kan een een eindloon toezegging dus worden gewijzigd, mits voldaan is aan de regels inzake wijziging van de pensioenovereenkomst. En met financieren wordt dan bedoeld het afzonderen bij een pensioenuitvoerder, en niet het vormen van een voorziening op de balans van de werkgever. Was die voorziening dan wel nodig, zo kan men zich afvragen