Fondsen hebben één kans om deelnemers goed te informeren over de transitie. Ze moeten ruim op tijd eerlijk vertellen over de risico’s en de pensioenpot de plek geven die deze verdient, zegt AFM-bestuurslid Jos Heuvelman.
De Autoriteit Financiële Markten is de toezichthouder die kijkt of fondsen onder andere de communicatie volgens de regels uitvoeren. Met de overstap van de eerste fondsen voor de deur, gaat de aandacht van de AFM nu vooral uit naar de transitiecommunicatie. Op de eerste plannen van de koplopers had de AFM in de zomer nog best wel wat aan te merken. Zo was de informatie niet goed genoeg toegespitst op de verschillende doelgroepen.
Inmiddels ziet de toezichthouder verbetering, zegt Heuvelman, om toe te voegen dat fondsen ‘een grote verantwoordelijkheid hebben om zeer zorgvuldig te communiceren naar hun deelnemers.’
Dat geldt ook voor pensioenfonds Loodsen en de twee andere koplopers die al in 2025 invaren. ‘Dit is een heel grote maar ook een eenmalige transitie en dan moet het ook in één keer goed gaan. De deelnemer heeft er niks aan als wij achteraf handhaven. Natuurlijk gaan latere jaargangen leren van eerdere jaargangen, maar wij hebben wel een bepaalde minimale ondergrens gecommuniceerd en we verwachten dat fondsen daar nu aan voldoen.’
Waar let de AFM op?
‘De communicatie moet op tijd zijn, kloppen, voor de doelgroepen relevant zijn en het kan niet alleen maar een goednieuwsshow zijn. De deelnemer krijgt te maken met veranderingen die direct invloed hebben op zijn of haar pensioen. Dat moet duidelijk worden uitgelegd. Dan is een maand van tevoren communiceren overigens wel aan de krappe kant. Liever gun je de pensionado’s toch wat meer tijd om te wennen aan de nieuwe bedragen en aspecten waarmee ze te maken krijgen.’
Is pensioenfonds Loodsen naar uw mening laat als ze eind deze maand hun deelnemers informeren?
‘Wij hebben een maand gegeven als het uiterste minimum voor de invulling van het begrip tijdig, maar als het even kan zien we dit liever wat langer van tevoren. Het is nu nog zeven weken en ik snap best dat als je in deze eerste colonne zit, het een ingewikkeld verhaal wordt. Bij een fonds als Loodsen is er nu duidelijkheid over de overgang en kunnen ze nu aan de deelnemers communiceren.’
Over de pensioenpot is veel discussie. Wetenschappers zeggen dat die deelnemers verwart en een misplaatst gevoel van rijkdom geeft. Hoe kijkt u daarnaar?
‘Ik weet dat er stromingen zijn die zeggen dat je de deelnemer daar niet mee moet vermoeien, maar we willen juist dat pensioen dichter bij die deelnemer komt te liggen. Dan moet je wel dingen anders gaan doen dan eerst. Ik vind dit ook belangrijk omdat het dan gaat leven bij deelnemers. Ze zien hoeveel er is voor ze is gespaard en hoeveel ze erbij hebben gekregen door beleggen. Dat is voor mij ook een belangrijke manier om pensioen dichter bij de deelnemer te brengen. Het wordt veel zichtbaarder.’
Zou de pensioenpot dan in de eerste mail over de transitie moeten staan of in de jaarlijkse mail over het pensioenoverzicht UPO?
‘Wij willen ook niet micromanagen. Een fonds moet dat zelf in zijn geheel bekijken.’
Rond de communicatie over indexatie is veel te doen geweest. Vorig jaar stuurde de AFM dertien fondsen normoverdragende brieven met een toezichtantecendent die tot veel onrust leidden. Het antecedent werd ingetrokken, de overtreding bleef staan. Onlangs werd bekend dat negentien fondsen een mildere toezichtbrief hadden gekregen. Is er een kans dat de normoverdragende brieven toch weer tevoorschijn komen?
‘Als het weer achteruit gaat, wel, maar wij waren deze keer best tevreden. Over het algemeen waren de generatie-effecten van de indexatie nu veel beter weergegeven, het was niet alleen maar een goednieuwsshow. Wij letten op een heleboel aspecten. Als daarvan één of twee niet helemaal goed zijn, dan laten we dat even weten zodat fondsen dat de volgende keer kunnen meenemen. Het is wel een brief, dat heeft enige status en als er volgend jaar hetzelfde in staat, dan komt er een strengere brief. Dan ga je escaleren, maar als ze luisteren, dan is er niks aan de hand.’
DNB heeft onlangs gepraat met de koplopers die nogal wat zorgen hadden over de vele vragen vanuit de toezichthouder. Was de AFM bij dat gesprek betrokken?
‘Wij hebben zelf ook contact met de koplopers en met DNB. Wij hebben ook het transitieplatform waaraan we gezamenlijk meedoen. Daarin zit een vertegenwoordiging van de sector. Dat komt een keer in de zes tot acht weken bij elkaar onder wisselend voorzitterschap van mij of van Gita Salden van DNB. Dan worden bepaalde problemen die spelen, besproken en hopelijk opgelost.’
De invaarpiek ligt in 2026 en dat zal een grote druk zetten op de sector. Zou het niet beter zijn als meer fondsen meer tijd zouden nemen of krijgen?
‘Voorlopig lijkt het mij heel verstandig om gewoon het tempo erin te houden en niet nu al te zeggen dat het over vijf jaar wel komt. Alle fondsen die ik trouwens spreek, willen graag zo snel mogelijk over want zij weten heel goed dat het financiële klimaat om in te varen nu gunstig is. Laten we dus de druk er gewoon op houden. Dat willen wij, maar dat wil de sector zelf ook. Als er bepaalde schakels zijn waar de druk oploopt, dan moeten we dat maar oplossen.’
DNB heeft onlangs nieuwe mensen aangenomen. Hoe zit het met de capaciteit bij de AFM?
‘Wij hebben dertig pensioentoezichthouders, DNB heeft er honderdtwintig. Wij kiezen dus voor een andere aanpak. Niet elk fonds heeft bij ons zijn eigen accountmanager. We proberen de sector te helpen met de publicatie van goede voorbeelden. Fondsen kunnen van elkaar leren in plaats van dat wij elk individueel fonds bij de hand nemen. Wij verwachten dat wij daarmee veel werk kunnen opvangen. Als het echt heel krap wordt, hebben we natuurlijk ook nog meer toezichthouders die we misschien kunnen inzetten voor de wat meer basale vraagstukken.’
De AFM publiceerde deze week een rapport over de Europese kapitaalmarktunie. Een Europees rapport van Mario Draghi over hetzelfde onderwerp pleitte er onlangs voor om pensioengeld daarvoor in te zetten. Heeft u daarop invloed gehad?
‘Als je een kapitaalmarktunie wil, dan heb je risicodragend kapitaal nodig en waar is nu bij uitstek risicodragend kapitaal? In de pensioensector. Daarom zouden ook andere Europese landen er goed aan doen om, net als in Nederland, een kapitaalgedekt pensioenstelsel op te bouwen. Dat geluid hebben we laten horen. Er is bijvoorbeeld twee keer per jaar een grote bijeenkomst met Europese beleidsmakers maar ook van de sector en toezichthouders. Daar geven we lezingen en doen mee aan panels en geven we onze mening.’
Gerelateerde artikelen
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.