De informatie die sociale partners bij PFZW ontvangen over de keuze tussen het nieuwe contract en de verbeterde premieregeling is volgens Martin Pikaart eenzijdig en soms misleidend. ‘Alleen de voordelen van het nieuwe contract komen aan bod.’
Dit schrijft Martin Pikaart van Alternatief voor Vakbond (AVV) in een document dat hij heeft ingediend bij PFZW naar aanleiding van de informatie die het fonds verspreidt.
Het bestuur van PFZW heeft een brochure opgesteld waarin de voor- en nadelen van de twee contracten staan. Deze tekst dient als basis voor een gesprek over dit onderwerp met sociale partners die niet vertegenwoordigd zijn in het bestuur. AVV is een van die sociale partners. Dat gesprek vindt vandaag plaats.
Pikaart kenschetst het informatiepakket van PFZW als eenzijdig en op enkele punten misleidend. ‘PFZW benoemt vrijwel uitsluitend voordelen van het nieuwe contract’, schrijft Pikaart. ‘De keerzijde zoals de complexiteit en dus hogere kosten, blijven onvermeld’, aldus de AVV-voorzitter.
Ook bij de keuze tussen invaren en niet-invaren vindt Pikaart dat de PFZW-informatie te veel richting invaren stuurt. Als voordelen van invaren noemt PFZW ‘een hoger verwacht pensioen’. Pikaart stelt dat PFZW verzuimt te vermelden dat hogere rendementen het gevolg zijn van hogere risico’s. PFZW schrijft dat invaren door de eenvoud in uitvoering ‘minder kosten en risico’s’ kent. Volgens Pikaart moet het fonds daarbij vertellen dat het invaarproces ook gepaard gaat met de nodige kosten en risico’s.
Voorbereiding
PFZW laat in een reactie weten dat het sociale partners zijn die besluiten welk contract wordt gekozen. ‘Het gesprek met de sociale partners die niet vertegenwoordigd zijn in het bestuur maakt deel uit van de voorbereiding op het besluit over welk contract het gaat worden. We verwachten dat sociale partners daar begin 2022 een keuze in maken’, aldus de PFZW-woordvoerder.
Pikaart is niet enige die meent dat veel besturen en bestuursbureaus van bedrijfstakpensioenfondsen aansturen op het nieuwe pensioencontract en invaren van de oude rechten. Ook Vandena van der Meer, partner bij Montae & Partners, zegt op basis van gesprekken met enkele bedrijfstakfondsen dat sociale partners soms gekleurde informatie ontvangen van het pensioenfonds.
FNV-oproep
Dit raakt ook de kritiek op de oproep van FNV aan zijn pensioenbestuurders om toch vooral te kiezen voor het collectieve contract en de verbeterde premieregeling links te laten liggen. Volgens FNV is het collectieve contract per definitie beter.
De belangrijkste redenen zijn, meent FNV, de solidariteitsreserve en de vijfjaarlijkse evaluatie door sociale partners om te kijken of de ambitie nog steeds kan worden gehaald. Volgens de vakbond biedt dat meer mogelijkheden de regeling bij te sturen als de resultaten tegenvallen. Diverse adviseurs hebben bedenkingen bij de oproep van FNV. Ze vinden dat sociale partners de afweging moeten maken zonder bij voorbaat één variant af te serveren.
2 reacties
Prima dat Pikaart een kritisch signaal afgeeft tegen het voor ingenomen standpunt van FNV en CNV . Dit standpunt is overigens zonder directe inspraak van de vele pensioengerechtigden tot stand gekomen. AVV heeft een sterk punt dat tot op heden nooit een stemming of uitvraag bij de pensioengerechtigden heeft plaats gevonden over NPC of WVP , invaren etc. Wie bewaakt de evenwichtige belangenafweging van de gepensioneerden . Zij zitten nergens aan tafel.
Goed om kritische beschouwingen te wegen en mee te nemen. Zeker voor vele sociale partners en onderhandelaren is pensioen aan de cao-tafel een dossier dat wat kennis betreft op grote afstand staat. Het is aan de pensioendeskundigen om meer kennis te nemen van hoe sociale partners cao-onderhandelingen voeren en inhoudelijke items afwegen in het geheel. Op welke aspecten vinden zij het van belang om wel/geen invloed te blijven uitoefenen en in welke mate tegen welke uitruil nu en in de toekomst. Dit gaat zonder complexe modellering en variabelen. Zeker omdat ook nog eens achterbannen moeten meegenomen worden. Keep it simple, maar sla geen invloed bepalende zaken over en wees zo concreet mogelijk. Uiteindelijk gaat dit over invloed, arbeidsmarktbeleid en natuurlijk loonkosten. Aan veel tafels zie ik veel dominantie van pensioendeskundigheid die voorbijgaat aan de cao-dynamiek. Wellicht breekt nu ook het tijdperk aan dat aanvullend pensioen, net als de AOW, van BV-Nederland wordt en niet langer een uniek financieel polderinstrument blijft.