Het zou voor deelnemers nuttig zijn, als pensioenfondsen en ppi’s vrijer werden gelaten bij het aanbieden van individueel pensioensparen. Dat stellen Erik Lutjens en Hans van Meerten.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Prima suggestie om mensen extra te laten inleggen bij hun eigen pensioenuitvoerder, al zal daar bij pensioenfondsen met een premie van 30% fiscaal geen ruimte voor zijn.
Aandachtspunt hierbij is dat uitvoerders er op wijzen dat bij overlijden de extra inleg vervalt aan het collectief. Als je er als deelnemer zeker van wilt zijn dat je extra inleg ten gunste komt van je nabestaanden kun je beter kiezen voor een bankspaarvariant in de 3e pijler waarin nu dezelfde fiscale ruimte beschikbaar is als in het pensioen. Het vermogen in de 3e pijler vervalt bij overlijden in de nalatenschap, hetgeen voor zowel alleenstaanden als mensen met een partner en/of kinderen een prettige gedachte is.
Nu ook bij PPI’s onder de Wtp de restitutie variant ter optimalisatie van het partnerpensioen (helaas) komt te vervallen is te verwachten dat mensen die extra willen inleggen vaker zullen kiezen voor de 3e pijler dan voor de 2e.
Het verruimen van de bijspaarmogelijkheid is ook een logische stap kijkend naar de tekst van artikel 48a: De pensioenuitvoerder begeleidt de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde op een adequate wijze bij het maken van een keuze binnen de pensioenovereenkomst, zorgt voor de inrichting van de keuzeomgeving en stelt de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde daarmee in staat om een passende keuze te maken.
Hoewel hier staat “binnen de pensioenovereenkomst” zal een passende keuze natuurlijk ook een 3e pijler oplossing kunnen zijn (dus buiten de regeling). De rol van de pensioenuitvoerder zal sowieso veel meer richting advies gaan in plaats van alleen informeren. Mijn oproep is dan ook aan uitvoerders om nu in te zetten op bredere dienstverlening gericht op het geven van handelingsperspectief en werkelijk activeren. Daarmee zal de maatschappelijke weerstand tegen de transitie ook beduidend afnemen. De kosten van deze ruimere dienstverlening kunnen worden terugverdiend doordat de assets toenemen waarin een kleine afslag moet worden toegestaan voor advies.