Direct naar inhoud

Kortingen dreigen bij zes op de tien pensioenen — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 30 januari 2019

Bij ruim tien miljoen pensioenen dreigen volgend jaar, of het jaar daarop, kortingen. Volgens DNB kan een verlaging 60% van alle gepensioneerden treffen en bijna 60% van alle werknemers.

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

1 reactie

  1. E. Daae
    6 jaar geleden

    Over de rekenrente het volgende. Tot 2008 was er terecht één rekenrente voor zowel de premies (als aanname voor de te realiseren langjarige rendementen) als voor de verplichtingen (om de uitkeringen in de toekomst contant te maken tegen euro’s van nu).

    Die circa 4% bedroeg. Sinds de invoering van de nieuwe Pensioenwet in 2007 mogen twee ongelijke rekenrentes worden gehanteerd: één voor de premies, gebaseerd op de te behalen rendementen, thans ca. 3,5%, en één voor de verplichtingen, gebaseerd op de Ultimate Forward Rate (een – door de overheid benoemde personen bedachte – rentecurve voor de lange termijn), momenteel circa 1,4%.

    Een structurele fout, waardoor door werkgevers al jaren te weinig premie wordt betaald voor de pensioenen van de werknemers. De DNB heeft dit nog eens geconstateerd in de ‘postion paper’ “Met het nFTK nog niet in balans” van 17 mei 2018:
    “Maar de ingezette maatregelen – het laten vervallen van de bijdrage aan herstel-eis en het toestaan van het gebruik van verwacht beleggingsresultaten in de bepaling van de premie – hebben geleid tot uitholling van het fondsvermogen via te lage premiedekkingsgraden. Bij 85% van alle ingelegde premies wordt de premie gedempt op basis van verwacht rendement. In het bijzonder fondsen met een relatief lage dekkingsgraad vragen een te lage premie en zijn voor hun herstel daarom volledig afhankelijk van beleggingsresultaten. Langdurig te weinig premie inleggen voor de aanspraken die worden toegezegd past niet bij de toegezegde hoge mate van zekerheid”.

    Dat verlies op de inkoop van de jaarlijkse pensioenaanspraken wordt administratief gedekt door belegde middelen opgebouwd door de gepensioneerden, over te boeken naar de werkenden. Volgens het internationale consultancy bureau Mercer gaat het daarbij om €100 miljard verschoven vermogen van oud naar jong in de periode van 2006 – 2016.

    De reden voor het hanteren van 2 rentevoeten voor één en hetzelfde pensioencontract is de volgende: de overheid – als grootste werkgever – wil minder premies betalen voor haar ambtenaren. Door lagere dan kostendekkende premies af te dragen aan het pensioenfonds ABP is het voordeel voor de schatkist opgelopen tot vele miljarden. De meeste overige werkgevers volgens overigens dit voorbeeld trouw.
    Dat is de oorzaak waardoor het ABP (en andere pensioenfondsen) in de problemen verkeert.

    Ook tracht de overheid de verzekeringsmaatschappijen te redden van de ondergang vanwege hun gegarandeerde pensioenpolissen. Pensioenfondsen garanderen hun uitkeringen echter niet; zij kunnen indien noodzakelijk wel korten bij tegenvallers. Dat is een essentieel verschil.

    De overheid – als wetgever – heeft de problemen met dekkingsgraden bij de pensioenfondsen kunstmatig gecreëerd om haar schatkist te spekken ten koste van haar (ex)ambtenaren en dat werkt ook door bij vooral de bedrijfstakpensioenfondsen als PMT.

    Door korten en geen indexatie is het Nederlandse vertrouwen in ons pensioenstelsel enorm gezakt. Die is geheel veroorzaakt door de bewuste pensioenroof van deze overheid.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.