Sociale partners bij pensioenfonds Bisdommen kiezen voor liefst honderd jaar spreidingstermijn. Daarmee schuiven ze de grote buffer zo veel mogelijk richting jongere deelnemers.
Dat blijkt uit het transitieplan voor pensioenfonds Bisdommen, dat per 2028 invaart naar een solidaire premieregeling. De spreidingstermijn van honderd jaar voorkomt dat de bestaande pensioenuitkeringen ‘excessief’ hoog worden, aldus het transitieplan voor dit fonds, dat een dekkingsgraad kent van 154%, en geen indexatieachterstand.
‘Deelnemers zijn tevreden over hun huidige uitkering, er is geen behoefte aan een grote verhoging bij invaren. Dat is onwenselijk bij ons’, zegt Hans Brand, voorzitter van het fonds.
Tegelijk willen de sociale partners – in de praktijk, de zeven Nederlandse bisdommen – dat hun priesters, diakenen, pastoraal werkers en huishoudelijk personeel ongeveer hetzelfde pensioen kunnen bereiken als in het huidige. Bovendien moet de premie niet omhoog. Op dit moment kan het fonds, dankzij de grote buffer, jaarlijks een premiekorting bieden. Die willen de bisdommen niet kwijt.
De lange spreidingstermijn betekent in de praktijk dat jongeren relatief meer uit de pot krijgen, en ouderen minder. De uitkering van de laatsten gaat niet of slechts beperkt omhoog, zo is de bedoeling, terwijl jongeren zo veel mogelijk kans behouden op een waardevast pensioen. ‘Wij streven daarmee naar een evenwicht’, zegt Brand.

Vergrijsd
Het fonds van de kerken heeft behoorlijk oude deelnemers. Van de 2.500 deelnemers zijn er slechts zo’n 350 onder de zestig, de rest is ouder. Het begrip jongeren moet daarom relatief opgevat worden, zegt Brand. ‘Omdat het een vergrijsd fonds is, hoeven er relatief weinig geld de kant op van de jongere deelnemers, om hun toch dat goede pensioen te bieden.’
Werking spreidingstermijn
De spreidingstermijn is een variabele in de standaardmethode voor het omrekenen van pensioenrechten in vermogens. Bij een termijn van één jaar wordt ervan uitgegaan dat verhogingen of verlagingen in het oude stelsel direct zouden worden uitgedeeld; bij honderd jaar wordt aangenomen dat dit verspreid over honderd jaar zou zijn gebeurd. Het effect van deze parameter wordt contant gemaakt naar nu. De standaard bij de meeste fondsen is tien jaar. Eén jaar wordt gehanteerd door fondsen die vinden dat ze een grote indexatieachterstand goed te maken hebben; er gaat dan relatief veel naar ouderen. Honderd jaar is uitzonderlijk lang en schuift maximaal vermogen richting jongeren bij invaren.
In de uitkeringen hanteert het fonds een inflatie-afslag. Uit het persoonlijk pensioenvermogen wordt initieel een lagere uitkering toegekend, die dan vervolgens wel jaarlijks 2% kan stijgen. Naar schatting wordt daardoor 30% à 35% van het vermogen ingezet om de toekomstige indexatie. De eerdere verdeling van het vermogen met lange spreidingstermijn sluit aan op dit principe, aldus het fonds.
Mocht desondanks een indexatie van 2% niet lukken, dan kan de solidariteitsreserve worden aangesproken. Datzelfde geldt ook, als de inflatie hoger is dan 2%. De solidariteitsreserve wordt aanvankelijk gevuld tot 7,5%. Als de inflatie volledig is gecompenseerd, kan uit de solidariteitsreserve nog een nader uit te werken ‘achterstandscompensatie’ gegeven worden, om jongeren verder bij te spijkeren.
Voor de hele constructie is minimaal 148,5% invaardekkingsgraad nodig; bij minder moet het plan bijgesteld worden.
Toch achteruitgang
Ondanks dit alles zijn de uitkomsten nog niet wat beoogd is. Qua netto profijt gaan de jongere actieve deelnemers er flink op achteruit; met name in een slechtweerscenario kunnen hun pensioenen gehalveerd worden, maar ook in het mediane scenario is er geregeld achteruitgang. Gepensioneerden gaan er in alle typen scenario’s toch op vooruit, zelfs bij slecht weer in de orde van 10%, en een gemiddeld scenario richting 25%, afhankelijk van leeftijd. Slapers winnen in het mediane scenario tientallen procenten, tot zelfs 250%.
Oorzaak van het mindere resultaat voor jongeren is dat de premie in feite te laag is voor de ambitie, constateert Brand. ‘Er is uitgegaan van de huidige premie onder ftk, maar daar zit een korting in verwerkt.’ Dit heeft met name impact op de jonge actieven; voor slapers daarentegen werd toch al geen premie betaald. Zij hebben dus puur het voordeel van de invaarbuffer.
Volgens het transitieplan ’realiseren de bisdommen zich dat niet kan worden voorkomen dat met name ingegane pensioenen van gepensioneerden met een lange deelnemingsperiode (die een relatief groot invaarvoordeel hebben genoten) substantieel hoger kunnen uitpakken’, met name in goedweerscenario’s.
Meer herverdelen
Fonds en bisdommen willen nog wel proberen om die downside voor de jongere actieven terug te brengen, zegt Brand. In het transitieplan staat dat dit kan gebeuren, door na toepassing van de standaardmethode nog aan herverdeling te doen. Er zou dan geld gaan van slapers, gepensioneerden en oudere actieven richting de jongere actieven. Dat mag van de wet, zolang deelnemers niet meer dan 5% inleveren ten opzichte van wat ze uit de standaardregel kregen.
De honderd jaar spreidingstermijn kan bij de uitwerking overigens ook nog veranderen, aldus Brand. ‘Honderd jaar is waarmee gerekend is in het transitieplan. Maar het kan ook een ander getal worden, zeg dertig, afhankelijk van wat nodig is voor een evenwichtig resultaat.’ Veel hoger heeft geen zin; de honderd jaar komt in feite al neer op een spreiding van meevallers over meer dan de levensduur van een deelnemer.
De uitwerking hiervan komt niet in een nieuw transitieplan, zegt Brand; het fonds zal dit doen in het implementatieplan. Het richt zich voorlopig op 1 juli als deadline voor dat plan, al wil het fonds in principe pas per 2028 invaren. In de komende periode zal het fonds ook het verzoek van sociale partners beoordelen op uitvoeringsaspecten, evenwichtigheid en juridische aanvaardbaarheid.
Andere varianten dan invaren zien de Bisdommen, na onderzoek, niet zitten. Daarin lukt het sowieso niet om én huidige lage premie, én dezelfde ambitie én dezelfde waardevastheid te behouden.
Kerkelijk recht bij transitie
Pensioenfonds Bisdommen is onderworpen aan kerkelijk recht. Dat leidt tot enkele afwijkingen, ook in dit transitieplan.
- Het transitieplan is wat de priesters en diakenen betreft eenzijdig vastgesteld door de bisdommen, al is er wel overleg gepleegd met de priesterraden van de bisdommen. De beloning van priesters en diakenen wordt in de kerk altijd eenzijdig vastgesteld door de bisschop.
- Er is geen partnerpensioen voor priesters, die immers geacht worden celibatair te zijn. Priesters betalen wél dezelfde risicopremie als bijvoorbeeld pastoraal werkers, die wel getrouwd kunnen zijn en recht hebben op partnerpensioen. Volgens de bisdommen past dat binnen de solidariteitsgedachte; het heeft ook met uitvoerbaarheid te maken.
- Voor diakenen geldt dat ze alleen partnerpensioen krijgen als ze al bij aanstelling gehuwd waren – niet als ze daarna trouwen. Pastoraal werkenden kunnen wel na aanvang huwen en daarmee aanspraak maken op partnerpensioen. Andere samenlevingsvormen – die volgens de Wtp wel meetellen – geven voor beide categorieën sowieso geen recht op partnerpensioen. Ook dat omwille van kerkelijk recht. Bij huishoudelijk personeel kunnen de andere samenlevingsvormen die de Wtp noemt wel in aanmerking komen voor partnerpensioen.
- Mocht een priester ondanks alles tóch kinderen hebben, of een ongehuwde diaken, dan komen die wel in aanmerking voor wezenpensioen. De bisdommen ‘wensen persoonlijke keuzes van deelnemers niet aan te rekenen aan hun kinderen’.
Afwijken van burgerlijk recht (zoals de Wtp) ten faveure van kerkelijk recht mag. De Hoge Raad heeft dat in 2019 bevestigd voor de aanstellingsvoorwaarden van priesters en diakenen; het is toegestaan, tenzij dat Nederlands burgerlijk recht zodanig fundamentele belangen beschermt dat afwijking niet kan worden aanvaard.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.