Direct naar inhoud

‘Compensatie indexatieachterstand al snel onevenwichtig’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 11 november 2025

Met compenseren van indexatieachterstand wordt slechts naar één maatregel uit vroegere herstelplannen gekeken en worden andere maatregelen vergeten. Dat lijkt niet evenwichtig, schrijft Anne Laning.

Nu het moment dichterbij komt dat miljoenen deelnemers gaan invaren en tegelijkertijd de dekkingsgraden aantrekkelijk zijn, is er in toenemende mate discussie over hoe het eigen vermogen van het pensioenfonds verdeeld moet worden. Zo kopte De Telegraaf afgelopen week: Verdeling van vermogen pensioenfondsen leidt tot spanningen: ’Ouderen zullen dit oneerlijk vinden.’ Het is net als bij een erfenis: hoe hoger die is, hoe meer discussie tussen de erfgenamen.

Anne Laning. Foto: Peter Strelitski

Vanuit de kant van gepensioneerden hoor ik regelmatig: eerst moet de indexatieachterstand gecompenseerd worden. Een enkele keer heb ik zelfs gehoord dat het (eigen) vermogen van pensioenfondsen ontstaan is doordat er niet of slechts beperkt is geïndexeerd. Dat is natuurlijk onzin, want door niet-indexeren ontstaat er geen (eigen) vermogen. Dat ontstaat in de eerste plaats door een werkelijk rendement dat hoger is dan het vereiste rendement

Maar toch, hebben gepensioneerden een punt om als eerste te vragen om compensatie van indexatieachterstand? Vragen staat uiteraard vrij. De indexatieachterstand is veelal ontstaan in de jaren vanaf de financiële crisis in 2008. Maar wat is er in die jaren nog meer gebeurd? Hier maak ik dankbaar gebruik van wetenschappelijk onderzoek dat ik in die tijd samen met Ralph ter Hoeven en Wilfred Kevelam heb uitgevoerd. Er waren toen namelijk ook nog andere herstelbronnen.

Extra premie

Extra premie bijvoorbeeld. Als die indexatieachterstand gecompenseerd moet worden, is het dan ook niet reëel ook die extra betaalde premie te compenseren? In de tijd tussen 2008 en nu zijn ook regelingen versoberd. Opbouwpercentages zijn verlaagd, partnerpensioen is omgezet van opbouwbasis naar risicobasis, eindloonregelingen zijn omgezet naar middelloonregelingen. Allemaal omdat pensioen door de steeds lagere rente steeds duurder werd, en regelingen moesten wel financieel houdbaar zijn en blijven. Dan dat ook allemaal maar compenseren?

Maar we kunnen nog verder terug in de tijd gaan. Vroeger zijn er ook premieholidays geweest, en werd er bij de premies nog geen rekening gehouden met de steeds hogere levensverwachting. Daar hebben juist de huidige gepensioneerden van geprofiteerd. Kan daar bij de bepaling van de compensatie ook rekening mee worden gehouden, als een vorm van een reeds ontvangen voorschot dat nu verrekend kan worden?

Onhaalbaar

U zult begrijpen, dit is allemaal onmogelijk om dit volledig in kaart te brengen en op individueel niveau uit te rekenen. De vraag hoe ver terug in de tijd en welke factoren mee te nemen is een vraag waar elk antwoord kan worden betwist. Er zal altijd weer een nieuwe groep zijn die zich benadeeld voelt. Dit is dus een onhaalbare aanpak. De maatregelen in het verleden zijn genomen om goede redenen en met waarborgen van evenwichtigheid omkleed. Selectief een aantal maatregelen geheel of gedeeltelijk terugdraaien of nu willen compenseren ondergraaft die evenwichtigheid.

In plaats van naar het verleden te kijken voor te compenseren nadelen, kunnen we ook naar de toekomst kijken. Het probleem is dan dat die toekomst niet van tevoren bekend is. Daarom rekenen pensioenfondsen duizenden scenario’s door. De basis daarbij is: wat zou, in elk van die duizenden scenario’s, het pensioen zijn geweest als het nieuwe stelsel er niet zou zijn. Die doorrekening is inclusief het beleid rond indexaties en (indien van toepassing) inhaalindexaties. Daar wordt dan naast gezet wat in diezelfde scenario’s het Wtp-pensioen wordt bij het voorgenomen beleid.

Toekomst

Als uit die scenario’s blijkt dat de huidige gepensioneerden in de meeste scenario’s, maar in ieder geval in het mediane en het slecht weer scenario, erop vooruitgaan, dan kun je zeggen dat ze naar verwachting meer krijgen dan wat ze onder het oude stelsel aan indexatie en inhaalindexatie zouden krijgen. Als dan ook nog het delta nettoprofijt, de berekening zonder opbrengst uit risicopremies, positief is, dan is de vooruitgang ook niet veroorzaakt door het toevoegen van meer beleggingsrisico. Vrijwel alle transitieplannen laten dit ook zien voor gepensioneerden.

De vraag om extra compensatie voor indexatieachterstand in isolatie is daarom al snel onevenwichtig. Nog los van een veel principiëler argument: er bestaat, behoudens in een handjevol situaties, geen recht op indexatie, laat staan inhaalindexatie. En een recht dat er niet is kan ook niet vervallen bij invaren. Hoe vaak sommige belangenbehartigers dat ook aan hun achterban proberen te verkopen.

Anne Laning is pensioeneconoom en toezichthouder en verantwoordelijk voor interne audit bij vijf pensioenfondsen. Hij is tevens docent bij de pensioenopleiding en de accountantsopleiding van de Universiteit Nyenrode. Eerder dit jaar won hij de gouden Pensioen Pro Award voor uitzonderlijke bijdrage aan de sector.

Delen op sociale media

Gerelateerde artikelen

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.