De overheid moet meer oog hebben voor de negatieve gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd. Als Nederlanders op termijn gemiddeld 110 jaar worden, betekent dit volgens de huidige wetgeving dat ze moeten doorwerken tot voorbij hun 90ste. Het is de vraag of dit realistisch is.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Voorshands maakt de stijging van de levensverwachting een pas op de plaats. Onlangs gelezen dat in Japan (krimpende beroepsbevolking – staat ons ook te wachten) er velen zijn die na hun AOW nog werk verrichten ook als aanvulling op hun pensioen. Werken schijnt de levensverwachting overigens positief te beinvloeden dus feitelijk is daar niets mis mee. Ook in NL stijgt het percentage werkenden boven de 60 al jaren. Overigens is er zeker wat voor te zeggen om uitvoerend werk in bepaalde sectoren (zwaar werk) eerder voor AOW in aanmerking te laten komen. En dus andere sectoren later. Aan de regering de oproep (of de sociale partners): durf verschil te maken! Denk b.v. aan rechters en hoogleraren waarvoor in het ambtenarenregelement is opgenomen dat ze met 70 jaar kunnen stoppen met werken. De wet werk en inkomen is daarmee een stap terug, omdat daarin de AOW leeftijd een reden voor ontslag is geworden. Ik onderschrijf verder dat er veel meer gedaan moet worden om gezond de pensioenleeftijd te halen. Dat kan al beginnen met voedingsonderricht op de lagere school. Met voedingsonderricht is het overigens slecht gesteld als je bedenkt dat zelfs artsen daarover nauwelijks onderwijs krijgen.