Deelnemers opf Yara verkiezen verzekeren boven invaren — artikel bevat een betaalmuur

Pensioenfonds Yara Nederland gaat op korte termijn op zoek naar een verzekeraar om de bestaande pensioenen onder te brengen. Het bestuur van het fonds volgt daarmee de wens van de circa 2100 deelnemers.

Die deelnemers verkozen de optie ‘verzekeren’ met grote meerderheid boven het alternatief ‘invaren’.

Bestuursvoorzitter Peter Vlaeminck van pensioenfonds Yara – een grote, van oorsprong Noorse producent van kunstmest – is aangenaam verrast. Zowel door de ‘extreem hoge’ deelname aan de peiling (75,5%) als de duidelijkheid van de uitslag. Want: ‘Bij fifty-fifty weet je eigenlijk nóg niks.’ Overall koos evenwel 76% voor verzekeren, 14% voor invaren en had 10% geen voorkeur.

Onder de gepensioneerden was de voorkeur voor verzekeren nóg groter: 78%, tegen 10% voor invaren. Bij de circa vierhonderd werknemers lag de verhouding op 78% tegen 21%. Bij de slapers was dat 67% om 19%. De peiling, eerder deze maand, was een wens van sociale partners en werd voorafgegaan door diverse informatiesessies. ‘Dat is vast van invloed geweest op de deelname’, vermoedt Vlaeminck.

Hoge dekkingsgraad, veel gepensioneerden

Bij verzekeren wordt een deel van de reserve besteed aan het inkopen van toekomstige gegarandeerde jaarlijkse verhogingen van de pensioenen. Bij invaren krijgen deelnemers die verhoging in één keer.

Het fondsbestuur wil dat minimaal 80% van de inflatie in de toekomst wordt bijgehouden. Maar het rekent eigenlijk op meer. ‘Met onze huidige dekkingsgraad van 144,1% en vele gepensioneerden moeten we zeker boven die 80% kunnen komen’, stelt Vlaeminck, in de wetenschap dat pensioenfonds Metro met een vergelijkbare dekkingsgraad onlangs een jaarlijkse toeslag van 84% van de Europese prijsindex inkocht bij Nationale-Nederlanden.

Was de keuze op invaren zonder reserve gevallen, dan zou naar schatting 30% van de buffer in één keer worden uitgekeerd. ‘Als er een pensioenregeling zou komen mét een reserve, zou dat natuurlijk minder zijn. Hoe de nieuwe regeling er uitziet, is echter nog niet bekend’, zegt Vlaeminck, die nu snel met de uitslag aan de slag wil. Met de grote Nederlandse verzekeraars is volgens hem al contact geweest.

Fonds kan snel worden opgeheven

Als het bestuur er met een van die partijen uitkomt, wordt het pensioenfonds waarschijnlijk rond 1 januari 2025 al opgeheven. Vóór die tijd moet echter nog een hoop gebeuren. DNB moet met de plannen instemmen. En werkgever, ondernemingsraad en vakbonden moeten dus nog tot een akkoord komen over de nieuwe pensioenregeling.

Lukt dat niet voor 1 januari, dan kan de huidige pensioenregeling tijdelijk bij de verzekeraar worden voortgezet tot er alsnog een nieuwe regeling is afgesproken. In de tussentijd bekijkt het bestuur van het fonds of het mogelijk is de goede reserve die er nu is te beschermen.