De rigide opstelling van FNV bij de keuze tussen contracten is niet in belang van pensioenfondsen en van deelnemers, schrijft Toine van der Stee. De bond lijkt vooral solidair met zichzelf, vindt hij.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
4 reacties
In de huidige WVP kon je ruim 10 jaar geleden voor een ton aan gespaard kapitaal een annuïteit aankopen van circa € 6.000 per jaar. Nu krijg je voor diezelfde ton een annuïteit van nog geen € 3.000. Dus twee werknemers die bij hetzelfde bedrijf voor hetzelfde salaris in dezelfde functie hebben gewerkt maar onderling 10 jaar in leeftijd verschillen, kunnen een verschil in pensioen hebben van meer dan 50%. Daar zit de onrechtvaardigheid van al te persoonlijke potjes. Het delen van risico’s en samen koersen op zo gelijk mogelijke vervangingsratio’s is de drijfveer achter onze keuze voor het collectieve contract.
Meneer Roest houdt er geen rekening mee dat de deelnemer van nu in het voorbeeld waarschijnlijk veel meer rendement heeft gemaakt en eindigt met een hoger kapitaal dan de deelnemer van 10 jaar terug.
Uit de reactie van Gerard Roest blijkt wederom dat FNV niet weet hoe een zuivere premieregeling werkt. Ze zijn er wel tegen, maar begrijpen niet waarom.
In zijn vergelijking gaat Roest uit van een gelijk kapitaal dat a.g.v. een verslechterd aankooptarief minder pensioen oplevert dan 10 jaar geleden. Dat slechtere tarief is voornamelijk een gevolg van de gedaalde rente.
Omdat in een moderne life cycle (in de door Roest verfoeide individuele potjes) het kapitaal in de laatste 10 jaren voor pensioendatum grotendeels uit langlopende staatsobligaties bestaat, en deze flink in waarde stijgen als de rente daalt, zal het beschikbare kapitaal veel hoger zijn.
Het nadelige effect van het slechtere aankooptarief op de pensioenuitkering wordt dan teniet gedaan door het hogere kapitaal.
Verder koop je voor een ton tegenwoordig zo’n 4.000 euro aan gegarandeerd pensioen bij een verzekeraar, en geen 3.000. Dus in zijn voorbeeld zou het kapitaal in werkelijkheid 1,5 ton bedragen. Het daarmee aan te kopen pensioen is nog steeds 6.000 euro. Levenslang gegarandeerd, zonder kortingsdreiging. Ik ken vakbondsleden die er voor zouden tekenen.
Zo gewaagd is de stelling niet Toine van der Stee. De FNV is hier ook transparant over in haar 5 jarenplan. De relevantie van de FNV is tanende. Omdat de FNV zich niet kan voegen naar een veranderende wereld moet de wereld zich ten behoeve van de relevantie van de FNV.
FNV Meerjarenbeleidsplan 2017-2021.
Over de afgelopen 30 jaar gezien is de positie van de vakbeweging, zowel in Nederland als in de hele wereld, flink verzwakt. De organisatiegraad is van ruim 30% (1 op de 3 was vakbondslid) gedaald tot onder de 20%. In verschillende grote sectoren ligt dit percentage zelfs dichter bij de 10 of daar nog onder. Dat is zorgwekkend. Ook omdat het aantal kaderleden evenredig is afgenomen.
Onze legitimiteit staat onder druk als gevolg van de steeds lagere organisatiegraad. Dat blijkt ook uit discussies over representativiteit en het algemeen verbindend verklaren van cao’s, die ook een rol spelen bij de komende Tweede Kamerverkiezingen. Hoewel we nog steeds meer dan een miljoen leden hebben en de afspraken die we maken op brede steun kunnen rekenen, krijgen we hier vaak kritiek op.
Een tweede oorzaak van de afname van de kracht van de vakbeweging is dat deze van oudsher gebaseerd is op een economie die grotendeels nationaal georganiseerd is en waar arbeidsvoorwaarden binnen één onderneming via een cao kunnen worden geregeld. Zoals boven beschreven sluit dat steeds minder aan bij de manier waarop bedrijven zichzelf organiseren: internationaal en versplinterd. Voor steeds meer mensen is het onduidelijk wie nu precies hun werkgever is.
…
De trend van verzwakking van de vakbeweging moet worden omgebogen. Zoals gezegd zijn de nodige stappen in deze richting al gezet. Kort samengevat gaat het erom dat de FNV ervoor moet zorgen dat de vakbeweging relevant is en veel waarde toevoegt aan het werkend bestaan, zodat mensen het vanzelfsprekend en aantrekkelijk vinden om lid te worden en te blijven en actief te worden. Hier ligt een voortdurende uitdaging voor de komende periode.