Een nieuw pensioencontract zonder aanspraken en rekenrente draagt bij aan een robuuster stelsel. Dat zegt Cindy van Oorschot, divisiedirecteur toezicht pensioenen bij DNB.
‘Bij de uitwerking van het pensioenakkoord wordt nu gedacht aan een contract zonder aanspraken en zonder rekenrente. Ik denk dat zo’n contract in ieder geval geen aanleiding geeft tot discussie over de spelregels. Dat zal bijdragen aan de robuustheid van het stelsel’, aldus Van Oorschot in aflevering zeven van Pensioen Pro In Gesprek.
De coronacrisis, waardoor de dekkingsgraden in het eerste kwartaal met 14%-punt daalden, onderstreept volgens de DNB-directeur nog eens dat het huidige stelsel ‘op lange termijn niet houdbaar is’. ‘We kijken met belangstelling naar wat de stuurgroep nu aan verkenningen doet.’
Herstelplannen
DNB heeft sinds het begin van de crisis een aantal maatregelen getroffen die de werkdruk bij fondsen moeten verminderen. Zo kunnen pensioenfondsen uitstel krijgen van het inleveren van verplichte documenten, zoals jaarstaten en herstelplannen. ‘We zien dat fondsen vrij weinig gebruik hebben gemaakt van de verlichtingsmaatregelen.’
De herstelplannen zijn inmiddels allemaal binnen. ‘Die zijn gebaseerd op gegevens van eind 2019. Daarmee zijn ze verouderd. Tegelijk vormen ze de wettelijke methode om te beoordelen of een korting nodig is. Dus dat zullen we gaan oppakken’, aldus Van Oorschot.
Ook de toetsingen en de invulling van de sleutelfuncties lopen gewoon door. ‘De processen zijn anders, maar de beoordeling en de planning zijn niet gewijzigd.’
Uitstel van betaling
Volgens Van Oorschot heeft 15% van de pensioenfondsen te maken met werkgevers die uitstel van premiebetaling hebben aangevraagd. Ze stelt dat er geen ruimte is om de uitsteltermijnen langer te maken dan wettelijk vastgelegd. ‘Dat moet je dan wettelijk regelen. Het risico bij langer uitstel is ook dat er afstel volgt. Dan loopt de opbouw gewoon door, maar komen er geen premies binnen. Dat is een onwenselijke situatie.’
Premie-inning is nu een van de belangrijkste toezichtsthema’s van DNB. Naast de dekkingsgraden, de bedrijfsprocessen bij fondsen en uitvoerders, vermogensbeheer en de situatie op de financiële markten. Omdat ook pensioenfondsen en hun uitvoerders nu vanuit huis werken, is er daarnaast extra aandacht voor cybersecurity.
Kortingen
Over de noodzaak van kortingen kan Van Oorschot geen uitspraken doen. ‘Dat zien we eind van het jaar. Maar de gemiddelde dekkingsgraad ligt nu op 90%. Dat is geen mooi plaatje. Kortingen zijn niet uitgesloten. Het is belangrijk dat pensioenfondsen aan verwachtingsmanagement doen richting deelnemers en gepensioneerden. Pensioenkortingen aan het eind van het jaar kunnen immers niet worden uitgesloten.’
En verder: uitgestelde en afgestelde onderzoeken, liquiditeit van pensioenfondsen en on-site onderzoek vanuit huis.
7 reacties
Dat het huidige stelsel ‘op lange termijn niet houdbaar is’ volgens mevr. Van Oorschot, is een hardnekkige mythe. Deze mythe wordt sinds de invoering de Pensioenwet en het Besluit Financieel Toetsingskader pensioenfondsen (een Algemene Maatregel van Bestuur; dus geen wet die parlementaire goedkeuring behoeft) van overheidszijde met veel verbaal geweld aan het Nederlandse volk opgedrongen.
Vanuit deze visie van de overheid gezien, waarbij marktwerking ‘all the way’ sinds eind vorige eeuw stevig wortel heeft geschoten, zijn pensioenregelingen financiële producten. En voor financiële producten gelden marktprijzen, net zoals voor aandelen en obligaties. Dagkoersen voor pensioenfondsen? Een gotspe! Pensioenfondsen zijn stichtingen. Een aandelenkapitaal kennen zij niet, laat staan een beursnotering.
Deze verstandelijk beperkte, neo-liberale visie op ons pensioenstelsel heeft ertoe geleid dat de actuariële waarderingsgrondslagen voor de berekening van de te betalen pensioenpremies en de pensioenverplichtingen bij wet en AMvB per 1 januari 2007 zijn losgelaten.
Voor de premieberekening mogen (lees: moeten) pensioenfondsen rekening houden met toekomstige rendementen op de belegde activa. Dat is fijn voor de werkgevers, want het houdt de pensioenpremies relatief stabiel en laag. Ga maar na: als ook voor de pensioenpremies de rentevoet voor de pensioenverplichtingen gebruikt zou worden, dan stijgen de pensioenpremies voor werkgevers richting de 50%.
wordt vervolgd
vervolg
Voor de vaststelling van de pensioenverplichtingen echter dwingt de Pensioenwet (PW) de fondsen om te rekenen met een door DNB vastgestelde rentetermijnstructuur, die is afgeleid van de interbancaire swap-rente. Die rentevoet is aanzienlijk lager dan die waarmee de premies worden berekend. En hoe lager deze rente, hoe hoger de verplichtingen worden.
Hier is dus sprake van bij wet afgedwongen meten met twee maten. Geen wonder dat door deze wijze van rekenen het huidige stelsel op de langere termijn niet houdbaar is. Erger is dat op o.a. het punt van de rekenrente de Pensioenwet in strijd is met EU-pensioenrichtlijnen. En die richtlijnen hebben voorrang boven de Nederlandse wet.
In de politiek heerst al jaren het dogma van het opheffen van ons collectieve en solidaire pensioenstelsel met als doel: het huidige stelsel te vervangen door een systeem van individueel beschikbare premieregelingen. Uitganspunt daarbij is, dat met marktwerking concurrentie mogelijk gemaakt wordt met commerciële pensioenverzekeraars.
Het onvermijdelijke gevolg van een sterk geïndividualiseerd pensioenstelsel is onnodig lagere pensioenen, die bovendien jaarlijks variabel worden en dus geen financiële planning mogelijk maken voor de deelnemers.
In feite zijn pensioenfondsen gemeenschappelijke beleggingsinstellingen voor rekening van de deelnemer. Daarbij staat de hoogte van de pensioenuitkering niet vast. Deelnemers en gepensioneerden hebben alleen een vorderingsrecht op het pensioenfonds. Daarom moeten we terug naar de actuariële waarderingsgrondslagen met één vaste rekenrente voor zowel de pensioenpremies als de pensioenverplichtingen, en met behoud van een toegezegd (voorwaardelijk) pensioenbedrag.
Daarvoor is een pensioenakkoord totaal overbodig. Wel nodig, ja vereist is, is dat de huidige pensioenwetgeving in lijn wordt gebracht met de EU-pensioenrichtlijn IORP II.
Geen rekenrente? Geen waardering van verplichtingen?
Ben ik benieuwd hoe de premies bepaald worden (hoeveel rechten bouw je op tov bestaande deelnemers?).
En hoe de waardeoverdracht bepaald wordt (hoevel rechten houden achterblijvers, en hoeveel kun je inkopen bij een nieuw fonds?).
En hoe de uitkeringen bepaald worden (rechten tov achterblijvers).
Het verbaast mij niet dat de antwoorden op onschuldige, op informatie gerichte “softball” vragen leiden tot irritatie. Die antwoorden zijn immers in lijn met het DNB ethos, wat niet spoort met dat van de pensioen sector en al helemaal niet met de belangen van de begunstigden.
Het is al decennia lang duidelijk wat de begunstigden willen: een goed pensioen en geen gezeur. Geen aanspraak maken valt onder gezeur. Als je bij een bank spaart kan je toch je geld terug krijgen? In de praktijk valt daar op af te dingen, maar dan hebben we nog altijd de garantie op spaartegoeden. Daar vallen pensioenen niet onder.
Het duidelijkst is kloof met de pensioensector bij het FTK. Dat zou een goed begin van een gesprek kunnen zijn, maar dan moet je wel in de gaten houden dat eenvoudige modellen niet meer werken in bijzondere tijden. Het is dan ook geen goed bestuursinstrument en zo wordt het heel rigide gebruikt. Alsof we nog 20 jaar met het coronavirus gaan worstelen, want dat is een impliciete veronderstelling van het FTK mechaniek.
Ik hoop al jaren dat DNB arrogante betweterigheid en rigide bureaucratie gaat verwisselen voor openheid en partnerschap. Dan gaan die interviews heel wat beter overkomen.
Vooruit: nog eentje dan.
Zolang de rendementen op de belegde activa hoger zijn dan de rekenrente voor de pensioenpremies is het stelsel ALTIJD houdbaar. Om dat te weten, hoef je niet voor bij DNB te werken.
Welke rekenrente/projectierendement Wil Wouter Koolmees?
0% Pensioenpremie naar 60% , korting pensioenen gemiddeld 10%
1% Geen kortingen en geen premieverhogingen
3% Indexatie pensioenen en lagere pensioenpremies
π De drijvende kracht achter de conjunctuurcirkel
5% Stopzetten innen pensioenpremies, net als bij HAL-pensioenfonds
Als voorbeeld hoe mensen op het verkeerde been worden gezet, een uitspraak van bestuursvoorzitter ABP, mw. Wortmann-Kool. Zij liet op de site van ABP zetten, dat de toenmalige dekkingsgraad 87% was, ofwel voor elke toekomstig te betalen euro zou € 0,87 beschikbaar zijn.
In het jaarverslag 2019 staat echter, dat ABP in dat jaar ruim 500 miljard euro aan vermogen/bezittingen had.
Zij keerde ca. € 12 miljard aan pensioen uit en inde aan premie ca. € 11 miljard. Daarnaast realiseerde ABP in dat jaar 16% rendement, terwijl het langjarig gemiddelde rendement (20 jaar, inclusief de bankencrisis) ruim 6% bedraagt. M.a.w. ABP kan zonder dat er een cent binnenkomt, de huidige gepensioneerden meer dan 40 jaar betalen. En die ‘informatie’ over de dekkingsgraad wordt aangeprezen als objectief en transparant. Daarbij komt, dat de generatie ‘babyboomers’ over 20 jaar nagenoeg van het toneel zal zijn verdwenen. Hoezo kortingen liggen in het verschiet?