Veel fondsen konden de afgelopen twee jaar flink indexeren. Sommige volgen voor actieve deelnemers looninflatie en voor gepensioneerden prijsindexatie. Daarin schuilt een risico, waarschuwt Ombudsman Jeroen Steenvoorden.
De uitsplitsing tussen prijs -en looninflatie leverde bij sommige fondsen grote verschillen op in de indexatie. Denk daarbij aan 10% voor de gepensioneerden en 3% voor de actieve deelnemers. Een van de oorzaken hiervan was achterlopende cao-onderhandelingen over loonsverhoging. In theorie worden deze verschillen op de langere termijn gecorrigeerd in de nieuwe cao, als daarin de inflatieachterstand wordt gecompenseerd. Dit werkt dan door in de toekomstige indexaties.
Voor individuele deelnemers pakte dit soms heel anders uit. Stel dat een actieve deelnemer in februari 2023 met pensioen ging. Dan ontving hij als actieve deelnemer een loonindexatie van 3% vanaf januari 2023. Had hij ervoor gekozen al in december 2022 met pensioen te gaan, dan had hij in januari 2023 10% indexatie ontvangen. Dit scheelt 7% indexatie. Dat staat gelijk aan circa vier opbouwjaren. Een zeer materieel bedrag. Dat de deelnemer door het vervroegen van zijn pensioen twee maanden opbouw mist, doet hier niets aan af.
Betere begeleiding
Vanaf 1 juli 2023 gelden nieuwe regels voor keuzebegeleiding. Pensioenfondsen moeten deelnemers actief begeleiden bij het maken van keuzes, zodat zij een passende keuze kunnen maken. Voor mij valt de keuze voor de ingangsdatum van het pensioen daar ook onder. Zeker als er verschillende wijzen van indexatie gelden binnen de regeling. Als het vanuit financieel perspectief naar verwachting voor de deelnemer beter is om iets eerder of later met pensioen te gaan, dan moet deze verwachting vooraf worden besproken.
Meerdere klachten
De Ombudsman Pensioenen heeft over dit onderwerp meerdere klachten ontvangen, die betrekking hebben op een beperkt aantal fondsen. Deze deelnemers verwijten hun fonds dat zij niet tijdig geïnformeerd zijn en dat ze een andere keuze gemaakt zouden hebben als ze goed geïnformeerd waren. Goede keuzebegeleiding had hierbij ook in 2022 al het verschil kunnen maken. Nu is de deelnemer zwaar teleurgesteld en boos op zijn pensioenfonds.
Verweer pensioenfondsen
Fondsen stellen soms dat zij zelf niet weten wat de indexatiepercentages zijn totdat het indexatiebesluit is genomen. Dat is waar, maar als professionele uitvoerder weet je wél wat de loonsverhogingen zijn die afgesproken zijn in de lopende cao én je hebt al zicht op de inflatieontwikkeling in het lopende jaar. Deze informatie kan samen met de financiële positie van het fonds gewoon worden gedeeld. Op basis van deze informatie kan de bijna-gepensioneerde dan zelf afwegen of hij de informatie wel of niet wil meewegen in zijn keuze voor de pensioendatum.
Andersom
Met de indexatie in 2025 kan het omgekeerde gebeuren. In het tweede kwartaal van 2024 steeg de cao-loonindex met 6,4% en in juni 2024 was de inflatie 3,2%. Wellicht kan een bijna-gepensioneerde die aan het einde van het jaar met pensioen wil gaan beter zijn pensioen uitstellen tot begin 2025, als dat kan. Zeker als hij weet hoe hoog de loonstijging in de cao is en hoe het fonds er financieel voor staat. Met deze informatie kan de bijna-gepensioneerde een goed geïnformeerde inschatting maken en vult het pensioenfonds de keuzebegeleiding goed in.
Jeroen Steenvoorden is Ombudsman Pensioenen
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.