Wie duurzaam beleggen voor een goed rendement serieus neemt, ontkomt niet aan geconcentreerde portefeuilles, meent Daan Spaargaren. Die bieden volgens hem kans om zowel maatschappelijk als financieel verantwoord rendement te behalen.
Er woedt een richtingenstrijd op veel fronten rond duurzaam beleggen: rendement, impact op bedrijven en de wereld, en de zin en onzin van betrokken aandeelhouderschap. Nu laait het debat op over geconcentreerde portefeuilles. Zijn die nodig? Mijn antwoord is ‘ja’, want duurzaam beleggen leidt niet automatisch tot duurzame bedrijven.

Teleurstelling
Laat ik eerst de oorsprong van de trend naar meer geconcentreerd beleggen verklaren. Deze ontwikkeling komt voort uit teleurstelling dat veel verwachtingen over duurzaam beleggen tot nu toe niet zijn waargemaakt. Het gebruik van generieke esg-scores, vaak toegepast via een best-in-class aanpak, heeft niet het verschil kunnen maken. De hoop dat de beste bedrijven in sectoren als tabak en olie uit zichzelf een duurzame omslag zouden maken als ze daartoe worden aangemoedigd door beleggers, is niet waargemaakt.
Ook engagement, oftewel de actieve dialoog met bedrijven in de portefeuille, heeft slechts in zeer beperkte mate bijgedragen aan daadwerkelijke verduurzaming van ondernemingen uit de brede index. De ervaring leert dat engagement op financieel materiële onderwerpen kans van slagen heeft, maar op de meer duurzame thema’s neemt die kans af. Dat komt omdat dit soort thema’s vaak raken aan de strategie en het verdienmodel van bedrijven.
Terwijl de praktijk achterbleef bij de verwachtingen rond duurzaam beleggen, namen de eisen juist toe. Beleidsmakers, wetgevers, toezichthouders, pensioenfondsdeelnemers en maatschappelijke organisaties hebben de lat de afgelopen jaren flink hoger gelegd. De Europese en Nederlandse esg-verplichtingen voor pensioenfondsen hebben zo ongeveer de omvang van een wetboek. Gelukkig biedt DNB met best-practices wat houvast in het woud van esg-, klimaat- en milieurisico’s. Tegelijkertijd groeit binnen de achterban van de grootse pensioenfondsen de wens voor een duurzamer pensioen.
Esg-risico’s
Vanwege alle teleurstellingen en de gestegen maatschappelijke eisen, hebben verschillende pensioenfondsen gekozen voor een meer geconcentreerde portefeuille. Dat is ook best logisch. Een brede marktindex met duizenden bedrijven zit stampvol esg-risico’s, zoals sociale uitbuiting en ecologische uitputting. Het is voor een pensioenfonds simpelweg niet mogelijk om van duizenden bedrijven te weten wat zij doen, waar ze activiteiten uitvoeren en hoe ze met mens en milieu omgaan, ook in hun toeleveringsketens. Ook is het ondoenlijk om vast te stellen hoe een brede portefeuille bijdraagt aan duurzaamheidsambities zoals de klimaatdoelen van Parijs en het Klimaatcommitment van de financiële sector.

Negatieve verrassingen
Met een portefeuille die je kent (oftewel in jargon: know what you own) met een beperkt aantal bedrijven kunnen pensioenfondsen hun ambities op duurzaam en verantwoord beleggen beter waarmaken. Er wordt eerder belegd in toekomstbestendige bedrijven, die meer oog hebben voor esg-risico’s. Zo komen negatieve verrassingen, bijvoorbeeld als een bedrijf steken laat vallen met esg, minder vaak voor. Dit verkleint ook de kans dat een pensioenfonds zich daarvoor als belegger moet verantwoorden.
Ook PME heeft de brede marktindex in de ban gedaan en maakt op dit moment beheerst de beweging naar meer geconcentreerd beleggen. Een dergelijke portefeuille bestaat niet uitsluitend uit ‘groene kampioenen’ – integendeel. Er wordt ook gekozen voor transitiebewuste bedrijven die goed gepositioneerd zijn om succesvol te zijn in de economie van de toekomst. Zo blijft het primaire doel van het pensioenfonds overeind: beleggen voor een goed rendement, met een solide risico-rendementsprofiel.
Ook ontstaat er binnen geconcentreerde portefeuilles meer ruimte bedrijven te ondersteunen die nog een extra duwtje in de rug nodig hebben. Deze bedrijven zijn transitiebewust en staan open voor de wens van beleggers meters te maken met duurzaamheid. Bij deze bedrijven werkt engagement op esg-thema’s waarschijnlijk beter.
Pensioenfondsen kunnen in hun engagementcapaciteit dus effectiever inzetten door zich te richten op een kleiner aantal bedrijven, waarin zij bovendien een groter belang hebben. Het is raadzaam deze strategie te combineren met actief portefeuillebeheer, waarbij periodiek wordt gekeken of het verstandig is bepaalde bedrijven te kopen of te verkopen.
Geen breuk met verleden
De keuze voor een geconcentreerde portefeuille is dus geen radicale breuk met het verleden, maar een logische ontwikkeling in duurzaam beleggen. Een brede indexportefeuille leidt tot grote esg-risico’s en tot schijnspreiding. Veel standaard indices kennen bijvoorbeeld grote concentraties naar specifieke bedrijven, regio’s en sectoren.
In een portefeuille die het pensioenfonds kent, wordt bewust gekozen voor bedrijven die niet alleen financieel sterk staan, maar ook richting geven aan de noodzakelijke transities, bijvoorbeeld op het terrein van energie, circulaire economie en biodiversiteit.
Duurzaam beleggen is niet gebaat bij blinde spreiding van aandelen – de toekomst is aan focus.
Daan Spaargaren is senior strateeg verantwoord beleggen bij PME.
Gerelateerde artikelen
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Op zich een logische en heldere aanpak. Maar de valkuil is ‘the unknown unknown’. De markt is een monster met duizend ogen en oren en weet altijd meer dan welke belegger ook. Het voordeel van geheel ‘agnostisch’ passief beleggen is dat bedrijven die je niet op het vizier hebt, of zelfs nog niet eens bestaan, automatisch in je portefeuille terecht komen, zowel de ‘bad guys’, maar juist ook de winnaars. Een beleggingsstrategie met een geconcentreerde (ESG) portefeuille vereist daarom een gedisciplineerde, maar ook dynamische aanpak met objectieve selectiecriteria, diversificatievereisten en transparante portefeuilleconstructie, om aangesloten te blijven blijven de markt als geheel.