De actuele dekkingsgraden van ABP, PFZW, bpfBouw, PMT en PME stegen vorig jaar met bijna 10%-punt tot 16,7%-punt. De rendementen liepen flink uiteen. Het rendement van ABP was bijna viermaal zo hoog als dat van PMT.
Dit blijkt uit de jaar- en kwartaalcijfers die ABP, PFZW, bpfBouw, PMT en PME vandaag hebben gepubliceerd. De stijging van de dekkingsgraden was te danken aan de combinatie van hoge rendementen op aandelen en de gestegen rente, waardoor de verplichtingen daalden. Voor het eerst sinds jaren werden de beleggingsresultaten niet teniet gedaan door een stijging van de verplichtingen.
‘Dit is de hoogste jaarafsluiting sinds 2014’, aldus PFZW-voorzitter Joanne Kellermann in het persbericht van het zorgfonds, dat eind december op 106,6% stond. ABP moet nog verder terug voor een vergelijkbaar resultaat. ‘Onze dekkingsgraad ging met sprongen omhoog’, aldus Harmen van Wijnen, voorzitter van het uitvoerend van bestuur van ABP in een persbericht. ‘Hij bereikte eind december het hoogste niveau sinds 2011.’ De dekkingsgraad van ABP was eind vorig jaar 110,2%.
Na jaren kwakkelen, met name als gevolg van de steeds verder dalende rente, konden de grote bedrijfstakfondsen vorig jaar afsluiten zonder waarschuwingen voor dreigende kortingen. Anderzijds kunnen deze fondsen. met uitzondering van bpfBouw, de pensioenen evenmin verhogen.
Bij PFZW is goed te zien wat het effect is van de stijging van de rente aan beide kanten van de balans. Die stijging kostte het fonds 4,6%-punt dekkingsgraad door verlies op de renteafdekking. Aan de andere kant won het fonds 7,3%-punt als gevolg van de daling van de verplichtingen.
Private equity
ABP spant de kroon met een rendement van 11,1%. Vooral aandelen, vastgoed en alternatieve beleggingen zoals private equity, grondstoffen en hedgefondsen stegen sterk in waarde. Private equity, waarin ABP bijna 8% van het vermogen belegt, was goed voor een rendement van 39,4%. Alleen grondstoffen (ruim 6% van de beleggingen) overtroffen dit percentage. Ze stegen 45,4% in waarde. PFZW behaalde het hoogste rendement op private equity: 44%.
Aan het andere zijde van het spectrum is PMT te vinden. De beleggingen van dit metaalfonds stegen vorig jaar slechts met 3%. Dit was met name te wijten aan het verlies op de matchingportefeuille, goed voor 42% van de beleggingen, van 11,6%. Het metaalfonds verdiende net als de andere fondsen wel goed op aandelen, onroerend goed en private equity.
Eerste dag punten Inleveren
De eerste dag van het nieuwe jaar moesten pensioenfondsen meteen een deel van de geboekte winst inleveren. Vanaf die datum moeten fondsen rekenen met een lagere rente op voorspraak van DNB. De toezichthouder verlaagt de ufr waarmee fondsen hun verplichtingen moeten berekenen in vier stappen. Dit jaar is de tweede stap gezet. Het effect op de dekkingsgraad verschilt per fonds. ABP meldt 0,9%-punt verlies te moeten incasseren. PFZW verloor op nieuwjaarsdag 1,2%-punt.
Als gevolg van het relatief bescheiden rendement was de stijging van de PMT-dekkingsgraad met bijna 10%-punt de laagste toename van de vijf bedrijfstakfondsen. Gemiddeld wonnen deze fondsen ruim 13%-punt.
Hoewel ABP, PFZW, PMT en PME fraaie resultaten laten zien, steken hun dekkingsgraden bleekjes af bij die van een gemiddeld pensioenfonds. Begin dit jaar becijferden Mercer en Aegon AM dat de actuele dekkingsgraad van een gemiddeld fonds ruim 114% is. Met name veel ondernemingspensioenfondsen hebben een beduidend hogere dekkingsgraad dan de vier grootste bedrijfstakfondsen.
Geen indexatie
Ondanks de forse stijging van de dekkingsgraden melden PME, PMT, PFZW en ABP dat verhoging van de pensioenen nog niet mogelijk is. BpfBouw kon wel gedeeltelijk indexeren. De fondsen die niet verhogen, erkennen dat dit gezien de oplopende inflatie een teleurstellende boodschap is. Bovendien heerst er onrust over de ontkoppeling van de AOW van het minimumloon. ‘Wij begrijpen de teleurstelling van de gepensioneerden en de steeds luider wordende roep om indexatie dan ook heel goed.” aldus Eric Uijen, voorzitter uitvoerend PME-bestuur, in in een persbericht.
De fondsen refereren ook aan de versoepeling van de indexatievoorwaarden die naar verwachting dit jaar van kracht wordt. Of die verlaging van de grens van de beleidsdekkingsgraad van 110 naar 105% soelaas biedt is onduidelijk omdat regels nog in de maak zijn.
Bij ABP, PFZW, PME en PMT speelt dit nog niet omdat hun beleidsdekkingsgraad lager is dan 105%. ABP hoopt dat de beleidsdekking nog verder stijgt. ‘Zodra we de pensioenen mogen verhogen, is het onze intentie dit te doen’, aldus Van Wijnen.
De vijf fondsen hadden eind vorig jaar samen €1070 mrd onder beheer.
3 reacties
Toch wel merkwaardig dat het overrendement, bedoeld om toeslagen te verlenen, gebruikt moet worden om de dekkingsgraad op peil te brengen in plaats van toeslagen te verlenen. Dat heeft alles te maken met het jarenlange beleid van deze grote pensioenfondsen om hun premie te berekenen met demping op basis van toekomstig rendement in plaats van gewoon de kostendekkende premie in rekening te brengen, of de sociale partners te laten weten dat de reglementaire opbouw omlaag moet bij gelijkblijvende – te lage – premie.
Een fraaie illustratie van hoe het FTK een achteruitkijkspiegel systeem is dat met nauwkeurigheid het verleden voorspelt. En als dat nog steeds niet duidelijk is, dan moet de verlaging van de ufr in een periode van rentestijging, waarin zelfs dhr Knot zegt dat die gaat aanhouden toch overtuigen?
Mooi dat het FTK (een schepping van dezelfde hr Knot) binnenkort gaat verdwijnen, maar zijn de kosten van het vernielen van een van de beste pensioensystemen ter wereld plus de degradatie van het vertrouwen in de pensioenfondsen niet een beetje hoog?
Beste redactie van PensioenPro. Ik was vandaag blij verrast dat nu.nl de naam van bpfBOUW goed schreef. In ons favoriete vakblad gaat het echter nog steeds niet goed.
De juiste schrijfwijze is: bpfBOUW.