'Goldman Sachs heeft mij nog niet gebeld. En wanneer ze dat toch doen, mogen ze aanschuiven voor een kop koffie. Maar er gaat geen strik om mijn tent!'
Tussen het maken van klantafspraken door verdedigt Koen Bender op kloeke wijze de poorten van zijn bedrijf, Mercurius Vermogensbeheer. Een bescheiden Haagse club, die nu €200 mln onder beheer heeft. Daarmee is Bender welbeschouwd een Hollandse gup, die omsingeld wordt door buitenlandse reuzenhaaien, zoals BlackRock en Goldman Sachs met respectievelijk $9000 mrd en $2300 mrd in de bewaarkluis.
Aangevuurd door immer strenger wordende wet- en regelgeving, gepaard gaand met extra kosten en dalende inkomsten door de komst van goedkopere beleggingsproducten zoals etf's, krimpt de Nederlandse vermogensbeheersector steeds verder. Fusies en overnames, afgetrapt met de Japanse acquisitie van Robeco in 2013, voor die tijd in handen van Rabobank, zorgen voor een verschraling van het aanbod. Wie zich staande wil houden moet of een enorme schaalgrootte weten op te bouwen of gespecialiseerd zijn in een bepaalde vorm van beleggen.
Op het eerste gezicht is Nederland het gedroomde land om een vermogensbeheerder te beginnen. Pensioenfondsen en verzekeraars hebben vele miljarden te beleggen. Zelfs vergeleken met grotere Europese landen, gaat het om gigantische bedragen. En toch weet Roelof Salomons, hoogleraar beleggingstheorie en vermogensbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen, niet meer waar zijn studenten straks moeten werken: er is steeds minder werkgelegenheid in de financiële sector. Toen Salomons in 1997 begon met werken had iedere bank, verzekeraar en pensioenfonds zijn eigen vermogensbeheerder. 'Inmiddels liggen er steeds minder banen voor het oprapen.'
Consolidatieslag
Jasper Haak, partner bij adviesbureau AF Advisors, wijst erop dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds het beheer van private vermogens (wealth management) en anderzijds de institutionele partijen zoals pensioenfondsen en verzekeraars (asset management). 'Hoewel deze twee subsectoren allebei onder druk staan en in beide sectoren sprake is van een consolidatieslag en toegenomen kosten, hebben ze wel hun eigen dynamiek.'
Aan de institutionele kant is de overname van de vermogensbeheertak van de Haagse verzekeraar Nationale Nederlanden (NNIP) door het Amerikaanse Goldman Sachs het meest recente voorbeeld van de lopende consolidatieslag. Hiermee wordt ook €55 mrd aan pensioengeld overgeheveld naar een buitenlandse partij. Haak: 'Dat is een algehele trend. Ook Nederlandse pensioenbeleggers, zoals APG en PGGM, besteden veel geld uit aan buitenlandse beleggers. Dit doen ze omdat ze hun fiduciaire verantwoordelijkheid heel serieus nemen en op zoek gaan naar de beste rendementen. Er zijn steeds meer buitenlandse beleggers dan Nederlandse beleggers. '
Het Nederlandse pensioenkapitaal, een van de grootste ter wereld, wordt dus ook nu al voor een groot deel door buitenlandse beleggers beheerd. Haak stelt dat dit 'in principe' in het belang is van de Nederlandse pensioendeelnemers omdat zo de beste resultaten worden behaald. 'Dit betekent echter ook dat er steeds minder mensen intern bij Nederlandse vermogensbeheerders worden opgeleid en als beleggingstalent komen bovendrijven.' Terwijl deze talenten wel nodig zijn om ook in de toekomst de juiste beleggingskeuzes te kunnen blijven maken bij pensioenfondsen, aldus Haak, die van een 'braindrain' spreekt.
Beleggingsvisies
Aan de andere kant van de sector, het vermogensbeheer van rijke particulieren, vertelt Stefan Roosendaal van vermogensbeheerder Auréus, dat het hun voor de wind gaat. Auréus ontstond twee jaar geleden uit een fusie. 'We zijn groeiende. Na de fusie in 2019, die mede werd ingegeven door de toegenomen kosten voor compliance, hebben we besloten om eerst autonoom verder te groeien en niet voor nog meer overnames te gaan, hoewel we dit op termijn niet uitsluiten.' Dat ze niet al te happig zijn op een nieuwe overname komt ook, zo vertelt hij, omdat een samenvoeging van meerdere bedrijven betekent dat organisatieculturen en verschillende beleggingsvisies moeten samensmelten. 'Dat is nog een best een klus. Maar het is ons gelukt en wij hebben het vertrouwen dat we nu zelfstandig verder kunnen groeien.'
Haak wijst erop dat Auréus een uitzondering is die de regel bevestigt: 'Ook in deze sector is het moeilijk om uit de kosten te komen. Op dit moment zijn er drie partijen die je als “consolidator” kan zien: de private bank Van Lanschot, Auréus en InsingerGilissen.' Die laatste vermogensbeheerder, zelf al een fusieproduct, werd vorig jaar ingelijfd bij Quintet Europe, dat een hoofdkantoor heeft in Luxemburg en voor 99,9% in handen van een voormalige minister-president van Qatar en zijn familie. Haak: 'Je ziet dat kleinere partijen door deze drie worden opgeslokt.'
Salomons constateert dat er naast de toegenomen kosten voor compliance en teruggelopen vergoedingen sprake is van een gebrek aan durf bij de Nederlandse beleggers: 'Je hebt beleggers met lef nodig om voldoende rendement te kunnen behalen. Veel Nederlandse vermogensbeheerders durven te weinig risico te nemen.' In de Nederlandse beleggingssector werken naar schatting tienduizend mensen, aldus AF Advisors. Ook wijst Salomons erop dat de innovatiekracht van de sector afneemt als beleggingstalent wegvloeit naar buitenlandse partijen. Daarnaast wordt het voor mandaatgevers - zoals de pensioenfondsen of de verzekeraars - bij een onderwerp als financiering van de energietransitie lastiger om controle uit te oefenen, zegt Salomons. ‘De vermogensbeheerders zitten niet meer in hetzelfde land, laat staan hetzelfde gebouw, waardoor snel even iets vragen er niet meer bij is.'
De vermogensbeheerders van de pensioenfondsen (de grote pensioenbeleggers zijn APG, PGGM en MN) daargelaten, zijn Aegon Asset Management en Achmea Investment Management, momenteel de grootste vermogensbeheerders in Nederland die nog zonder buitenlandse eigenaar opereren. Daarna volgen verzekeraar ASR, Kempen Capital Management van private bank Van Lanschot, Triodos Investment Management, IBS Capital Allies, Auréus en Bank ten Cate & Cie. De rest van de markt bestaat uit veel kleine zelfstandige vermogensbeheerders met vaak minder dan €1 mrd onder beheer.
Bonusplafond
Het weghalen van het bonusplafond van maximaal 20% – een regel die overigens niet geldt voor de meeste vermogensbeheerders, maar desondanks houden ze zich hier vaak wel aan om opgetrokken wenkbrauwen te voorkomen – zou volgens Salomons zeker helpen om de Nederlandse financiële sector niet verder te doen verschralen. 'Partijen die voorheen in Londen zaten maar vanwege de brexit een plekje op het continent zochten, kozen vanwege de bonusregels voor Parijs en Frankfurt. Dit terwijl Amsterdam voor velen als “stad” de voorkeur had.'
Bart Spronk, eigenaar van Finner, een website die brokers en vermogensbeheerders met elkaar vergelijkt, verwacht dat de consolidatieslag aan beide kanten van de vermogensbeheersector gaat doorzetten: 'De druk op marges is gewoon enorm. De komst van passief beleggen zet door. Waarom zou je als pensioenfonds of particulier voor een duur beleggingsproduct kiezen als je met een indextracker hetzelfde rendement behaalt voor een vierde van de kosten?' Spronk schat in dat zodra de wind op de beurs verandert – die staat nu heel gunstig en er is meer belegd vermogen dan ooit – partijen met minder dan €100 mln het heel lastig gaan krijgen.
Spronk: 'Hoe snel de sector zal inkrimpen, hangt af wet- en regelgeving en die komt er steeds meer.' Het wordt steeds lastiger om met een klein clubje aan alle regels te voldoen, aldus Spronk. Maar ook, zegt hij, gaat de klant steeds beter begrijpen dat er informatie beschikbaar is over de kosten. 'Het vergelijken was tien jaar geleden niet mogelijk. Klanten worden wijzer, en mondiger. Maar er is nog altijd een grotere groep die niet weet wat er voorhanden is.'
Dit artikel is afkomstig uit het FD.