Het grootste deel van de discussies over het nieuwe pensioenstelsel gaan over de uitkomsten van rekensommen. Volgens Benne van Popta helpt dat niet het nieuwe contract te doorgronden. Een pensioencontract is meer dan een financiële rekensom.
De vernieuwing van het pensioencontract is de meest technocratische hervorming die ik ooit heb meegemaakt sinds mijn start in Den Haag in 1976. Maar rekensommen zijn om drie redenen niet zo relevant.
Ten eerste is de onzekerheid enorm toegenomen. Opeens zijn rente, inflatie en een mogelijke recessie terug op het toneel. Monetaire verruiming wordt verkrapping, begrotingen zijn expansief, bedrijven en consumenten houden de adem in en globalisering is op zijn retour. Daarnaast worden we geconfronteerd met de steeds maar uitdijende oorlog en de toenemende energieschaarste.
We belanden in een nieuwe werkelijkheid, die afwijkt van de gebruikelijke conjunctuurcyclus. We kunnen de nieuwe wereld cijfermatig niet goed in de greep krijgen. De onzekerheid is te groot. Het verbaast mij dat de Commissie Parameters het aandurft scenario’s te bedenken waarin deze onbekende toekomst is vervat.
Ten tweede is de vergelijking tussen het oude en nieuwe contract eenvoudig. Het nieuwe contract heeft minder buffers en leidt daardoor tot een hoger maar onzekerder pensioen. Om dat vast te stellen heb je geen rekenmachine nodig. Het is maar wat je beter noemt. Klaas Knot: ‘In de huidige situatie is bestaansonzekerheid een groot punt. Dat is niet goed voor het maatschappelijke cement. Misschien moet de overheid een grotere rol spelen.’
De derde reden is de belangrijkste. Het nieuwe contract wordt straks niet vergeleken met het oude contract in een virtuele rekenwereld, maar in de concrete maatschappelijke werkelijkheid. Daarom hebben we weinig aan al die rekensommen. ‘Op de lange termijn komt alles goed’. Keynes voegde daar aan toe: ‘Maar op de lange termijn zijn we allemaal dood.’ Dat alles op de lange termijn – in de mediaan – op orde komt, helpt niet zo veel als je op korte termijn kopje onder kunt gaan en daar geen weet van hebt. Dat is de essentie van Keynes: focus je ook op het transitiepad.
Buitenlanders
In plaats van meer rekensommen hebben we een stimulerend verhaal nodig. Waarom willen we eigenlijk dit nieuwe contract? Welk probleem lost dit contract op? Dat is de meest gestelde vraag aan mij van buitenlanders en bezorgde deelnemers. Waarom zouden deelnemers enthousiast worden van dit nieuwe contract? Waarom zijn individuele deelnemers het best in staat het grootste deel van financiële risico te dragen? Zulke stimulerende verhalen hebben we niet en pensioenbestuurders hebben daar geen oog voor.
We gaan door op de ingeslagen weg, omdat er geen weg terug is. We gaan door omdat we de schepen achter ons hebben verbrand. We willen individualiseren door de doorsneesystematiek en één grote collectieve pensioenpot af te schaffen.
We willen een premiecontract waardoor alleen de individuele deelnemer het risico draagt. De werkgever doet niet meer mee, en het pensioenfonds nauwelijks. We willen af van het ftk. Aanpassen van het ftk is een no go area voor de politiek, behalve als het opportuun is om de regels te versoepelen zodat er geïndexeerd kan worden. En invaren is van later zorg.
Maar voor ons ligt evenwel een moeras. De uitvoering is niet te overzien, zal heftig worden betwist in het debat en in de rechtszaal en invaren is in het buitenland nooit vertoond. De deelnemer weet van niets, maar krijgt wel veel te rooskleurige uitkomsten van rekensommen voorgeschoteld.
Het contract is zeer complex, nauwelijks individueel en waarschijnlijk een tussenstation op weg naar een individueel dc. In het Verenigd Koninkrijk – een land met veel ervaring met individueel dc – klinkt de roep: laten we overstappen naar defined ambition, dat doet het zo goed in Nederland.
Kapot
We moeten doorgaan, omdat het bestaande contract kapot is gepraat en verweesd. Maar we hebben geen idee hoe we het voor ons liggende moeras kunnen doorkruisen en in welk beloofd land we dan belanden. Gelet op alle vooruitzichten zal het geen ‘land van melk en honing’ zijn.
Er circuleren veel voorstellen voor andere uitvoeringen, andere transities, andere eindvoorstellen. Nationaal, maar ook internationaal (Keith Ambachtsheer in zijn recente nieuwsbrief). Die verdienen veel meer aandacht. ‘Het doel van pensioenhervormingen moet glashelder zijn en de perspectieven van alle stakeholders – deelnemers, werkgevers, overheid, pensioensector – moeten allemaal aan bod komen’, schreef ik samen met hoogleraar Onno Steenbeek in Transition towards a new pension contract in The Netherlands: Lessons from abroad.
Volgens buitenstaanders zal het sociale pensioencontract – vanwege interne contradicties en moeilijke uitlegbaarheid – snel veranderen in een individueel dc-contract. Dus laten we doorgaan, op een andere manier, met een ander eindresultaat.
Benne van Popta is voorzitter van de commissie vermogensbeheer bij pensioenfonds Detailhandel en oud-werkgeversvoorzitter van PMT. Het artikel is op persoonlijke titel geschreven.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.