Volgens Daan Spaargaren was de motie tegen ‘activistisch beleggen’ onnodig, omdat fondsen in de eerste plaats streven naar een goed pensioen. Hij vindt het vooral verontrustend dat politici morrelen aan de beleggingsvrijheid van pensioenfondsen.
Laten we eerlijk zijn: pensioenfondsen zijn saaie beleggers. Met een goede reden natuurlijk. In vergelijking met de flitsende grote meisjes en jongens in de financiële sector past pensioenfondsen een bescheiden rol. Het zijn financiële instellingen met een sociaal doel en met een maatschappelijke functie zonder winstoogmerk. En juist deze beleggers kregen via een aangenomen motie van de Tweede Kamer te horen dat ze te activistisch zijn. Het kan verkeren.
Bij de term activistische belegger denk ik nog altijd direct aan hedgefonds TCI, de aandeelhouder die in 2007 met een 1%-belang in ABN Amro de bank in stukken scheurde. Maar dat is zeker niet het activisme dat de Kamer bedoelt. De Kamer stelt dat ‘ideële uitgangspunten soms meer leidend zijn dan rendement voor een koopkrachtig pensioen’. Groen boven poen dus. Dat beeld werd vanuit de sector direct vakkundig ontkracht: een goed pensioen voor de deelnemer staat altijd voorop. Toch liet de Kamer de pensioenfondsen vertwijfeld achter. Wat is eigenlijk de bedoeling van de motie Aartsen?
Onnodig
De kritiek op de motie kwam direct op gang en was niet van de lucht. Vanaf Beursplein 5 kwalificeerde de RTL Z-beurscommentator van dienst de motie als ‘onnodig, ongeïnformeerd en onnozel’. Econoom Mathijs Bouman noemde de motie in het FD ‘gewetenloos’. En oud-AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven sprak in de Volkskrant over ‘gepapegaai voor populistisch gewin’, verwijzend naar de anti-duurzaamheidsbeweging in de VS.
Is de motie dan een poging om de Amerikaanse esg-terugslag in Nederland te laten landen? Dat zou goed kunnen, maar dat is wel erg naïef en negeert volledig de Nederlandse context. ‘Ingelegde premies zouden niet voor politiek gedreven doelen gebruikt mogen worden’, stelt de motie bijvoorbeeld. Maar juist politiek Den Haag deed de laatste jaren herhaaldelijk een beroep op het pensioenvermogen. Zo werd al voor de energietransitie, hightech, defensie en de woningbouw naar pensioenfondsen gekeken om bij te springen. Stuk voor stuk politiek gedreven doelen.
Bovendien is in Nederland en in de EU de aandacht voor esg stevig verankerd in wet- en regelgeving. De hoeveelheid regels, commitments, codes en good practice-gidsen rond esg die de afgelopen tien jaar richting de financiële sector kwam, is immens. Onder het toeziend oog van DNB en de AFM hebben pensioenfondsen en andere beleggers daarom beleid ontwikkeld om esg-risico’s te beheersen en bij te dragen aan internationale afspraken zoals het Klimaatakkoord van Parijs. Om die reden lijkt mij de kans op een Europese anti-esg-beweging naar Amerikaans voorbeeld erg klein.
Gebrek aan keuzevrijheid
Volgens mij is het de indieners van de motie om iets anders te doen. Zij verzetten zich vooral tegen het gebrek aan vrijheid bij het kiezen van een pensioenfonds of een beleggingsportefeuille. Hun arbeidsovereenkomst bij een werkgever deelt deelnemers automatisch in bij een pensioenfonds, ongeacht de kleur van het beleggingsbeleid. Voeg daar de ongefundeerde opvatting aan toe dat duurzaam beleggen rendement kost, en de onderbuik begint te rommelen. Maar met het ter discussie stellen van dit automatisme worden belangrijke pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel, collectiviteit en solidariteit, aangetast. Zonder deze pijlers is het ieder voor zich, en daar is niemand bij gebaat.
Het is beter als pensioenfondsen goed naar hun deelnemers luisteren bij de invulling van hun beleggingsbeleid, zodat ook de kritische stemmen worden gehoord. AFM-voorzitter Laura van Geest pleitte er onlangs in het FD voor om fondsen te verplichten esg-voorkeuren onder hun deelnemers op te halen. Gelukkig doen de meeste pensioenfondsen dat al jaren. En Van Geest wordt op haar wenken bediend, want de verplichting waar zij voor pleit bestaat ook al. Deze is in de recent herziene Code Pensioenfondsen nog steviger verankerd door pensioenfondsen ook te vragen hier uitgebreider verantwoording over af te leggen in het jaarverslag.
Hek van de dam
Tot slot gaan de pensioenfondsen, en zeker niet de Tweede Kamer, over het beleggingsbeleid. Wanneer politici gaan bepalen waar wel en niet in mag worden belegd, is het hek van de dam. Dan worden pensioenfondsen als langetermijnbelegger kwetsbaar voor dagkoersen en willekeur van het parlement dat ieder jaar met een nieuw wensenlijstje zal komen.
Daar zijn de deelnemers van pensioenfondsen niet mee gediend. Want voor de pensioenfondsen staat het belang van een goed pensioen voor de deelnemers altijd op één. En vooruit, ook op twee en drie. Het doel van een koopkrachtig pensioen staat niet ter discussie, ook al valt een belegging in het duurzame mandje. Zelfs hedgefonds TCI bekommert zich tegenwoordig meer om het klimaat dan om het opdelen van bankgiganten. Het kan verkeren.
Daan Spaargaren is senior strateeg verantwoord beleggen bij PME. Hij schrijft vanaf nu geregeld columns voor Pensioen Pro.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.