Direct naar inhoud

Koploper PWRI krijgt van DNB duidelijkheid en haalt 1 januari — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 21 november 2024

Hoewel de beschikking van DNB nog een paar dagen op zich laat wachten, is PWRI stellig: ‘Wij gaan op 1 januari 2025 over’, aldus bestuursvoorzitter Margreet Teunissen, die dinsdagavond een bevrijdend telefoontje kreeg.

De toezichthouder belde om half zeven met de mededeling dat er ‘geen verbod’ is voor het invaren van Pensioenfonds Werk en (re)Integratie. Dat klinkt wellicht weinig feestelijk, maar voor Teunissen en haar medebestuursleden is het dat wel degelijk.

Margreet Teunissen

‘Het is een waanzinnig intensief proces geweest. Zeker de laatste weken was er vrijwel dagelijks contact met DNB’, blikt zij terug. De boodschap dat er nu duidelijkheid is, zorgde dinsdagavond dan ook voor ontlading in de bestuursapp, waar het emoticons van champagneflessen, taartpunten en feesthoedjes regende. ‘We gáán gewoon over, op 1 januari 2025.’

Zwarte zwanen

Aan de benodigde invaarbeschikking zijn door DNB een aantal zogenoemde voorschriften verbonden. Net als overigens bij Loodsen, dat onlangs als eerste die beschikking kreeg, maar het beroepspensioenfonds besloot pas met het nieuws naar buiten te komen toen de beschikking daadwerkelijk binnen was.

Volgens Teunissen zijn de voorschriften evenwel een formaliteit. PWRI moet met name laten zien welke processen het fonds heeft ingericht voor het geval er voor 1 januari nog dingen gebeuren die het niet heeft voorzien. Zogenoemde ‘zwarte zwanen’, zoals wanneer de dekkingsgraad (124,4% per 31 oktober 2024) hard naar beneden gaat. Of als er in de uitvoering nog dingen anders lopen dan verwacht. ‘Dan heb je een nieuwe situatie en moet je opnieuw kijken “kan het wel?”’

Lessen

Reeds in januari leverde PWRI het transitieplan in bij DNB. Het was ook een van de allereerste fondsen die het implementatieplan (waaraan al in de zomer van 2023 was begonnen) afrondde. Af en toe had het fonds last van de wet van de remmende voorsprong. De mogelijkheid om bepaalde clusters – zoals datakwaliteit en risicohouding – partieel te laten beoordelen door DNB, kwam voor PWRI bijvoorbeeld te laat, vertelt voorzitter Margreet Teunissen. ‘En toen wij het invaarsjabloon moesten invullen, was ons implementatieplan al klaar. Terwijl de les eigenlijk is: gebruik het invaarsjabloon om je implementatieplan te vullen. Maar goed, dat is het risico van koploper zijn.’

Op zijn beurt trok DNB ‘lessen uit eerste invaarmeldingen en partiële beoordelingen’. Zo meldt de toezichthouder in de deze week verstuurde sectorbrief: ‘Beschrijf in het implementatieplan hoe u gaat monitoren of het fonds in de periode tot de beoogde invaardatum – met veranderende economische en financiële omstandigheden – binnen de vastgestelde bandbreedtes van de complete besluitvorming blijft. Neem daarnaast op welke afspraken u heeft gemaakt voor situaties waarin de bandbreedtes overschreden worden. Dit kunnen inhoudelijke afspraken zijn, maar ook afspraken over het proces dat nog doorlopen wordt om tot andere afspraken te komen.’

Ook moet het fonds nog laten zien hoe het ná 1 januari bepaalde zaken gaat monitoren (zie kader). Verder is de IT nog niet helemaal klaar; er worden in de eerste maanden van 2025 nog diverse updates verwacht. Van workarounds, waarover in de sector vaak wordt gesproken, is evenwel geen sprake, benadrukt Teunissen. ‘Dat klinkt alsof iemand in een Excelsheet allemaal formulieren aan het invoeren is.’

Verminderd geautomatiseerd

Wel zijn er volgens de bestuursvoorzitter ‘verminderd geautomatiseerde oplossingen’, waarbij alle afzonderlijke delen van de keten geautomatiseerd zijn, maar die onderling nog aangesloten moeten worden. Het is bijvoorbeeld nog niet mogelijk een upo uit te draaien in het nieuwe systeem, omdat de benodigde gegevens nog niet zijn ingeladen. ‘Maar dat hoeft ook nog niet. Het upo komt waarschijnlijk pas in het tweede kwartaal van 2025, samen met het overzicht met de definitieve bedragen.’

PWRI, dat voor circa 190.000 deelnemers ruim €10 mrd belegt, heeft de mogelijkheid als reactie op de voorschriften een zienswijze in te dienen bij DNB. Het bestuur gaat zich hier formeel over buigen, maar zal hoogstwaarschijnlijk besluiten hier geen gebruik van te maken. ‘Ik denk dat we deze voorschriften zo kunnen oplossen en dat dit geen probleem is’, aldus Teunissen.

Transitieoverzichten

En dan kan het met de beschikking volgens haar snel gaan. ‘Want dan geven wij aan geen gebruik te maken van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en kan DNB de beschikking gaan afronden’, zegt de bestuursvoorzitter, die verwacht de invaarbeschikking van DNB vervolgens in de loop van volgende week binnen te hebben.

PWRI is inmiddels begonnen met het versturen van de voorlopige transitieoverzichten aan deelnemers, grotendeels op papier. Over de (wettelijk verplichte) communicatie is Teunissen uitgesproken: ‘Dat is zeer veelomvattende, fijnmazige informatie, waarvan wij als bestuur zeggen: “je bent verplicht het te doen, dus we zúllen het doen”. Maar daar zullen zeker de deelnemers van PWRI helemaal niet blij mee zijn. Het gaat ook geen nieuw vertrouwen geven in het nieuwe stelsel. Daar verwachten wij helemaal niks van en we verwachten zeker niet dat ze die – wat is het – achttien pagina’s aan berekeningen gaan lezen.’

Geruststellende boodschap

De geruststellende boodschap die PWRI haar deelnemers – mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die niet onder een andere pensioenregeling vallen – wil meegeven is juist: veel blijft hetzelfde. ‘De pensioenregeling verandert natuurlijk wel enigszins, maar met de solidaire premieregeling en de solidariteitsreserve blijft er sprake van een collectief en solidair pensioen. Daarbij is het een goed moment om over te gaan op het nieuwe stelsel, want we kunnen begin 2025 iedereen iets meegeven.’

Hoeveel, dat durft Teunissen nog niet te zeggen. ‘Ik denk niet dat dat verstandig is, want dat hangt af van de dekkingsgraad. En die varieerde de afgelopen twee maanden met liefst 5%-punt. Maar het moet wel heel raar lopen en de dekkingsgraad moet wel héél ver omlaag gaan, willen de deelnemers er niet op vooruit gaan.’

Delen op sociale media

Gerelateerde artikelen

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

2 reacties

  1. G. Flameling
    1 maand geleden

    Gefeliciteerd Margreet! Fijn dat jullie het voor elkaar hebben gekregen.

  2. J.N. Berkemeijer
    1 maand geleden

    Dit voorbeeld maakt duidelijk dat pensioenfondsbesturen in een lastige positie verkeren: enerzijds zijn ze wettelijk verplicht bepaalde informatie te communiceren, iets waar toezichthouders strikt op toezien, terwijl anderzijds hun eigen overtuigingen over wat goede communicatie inhoudt daar niet altijd mee overeenkomen.

    Blijkbaar slagen de Pensioenfederatie, AFM, noch DNB er in om door middel van onderling overleg en/of samen met de overheid, hier een oplossing voor te bedenken. Uiteindelijk is de deelnemer hiervan de dupe.

    Met stoom en kokend water lijkt er blijkbaar een situatie bereikt te moeten worden waarin de eerste pensioenschapen in ieder geval per 1 1 2025 over de dam zijn.
    Omkeren si dan niet meer mogelijk.

    Deze gang van zaken staat volledig haaks op het voornaamste doel van de pensioenregelgeving in Nederland: het beschermen van de belangen van de deelnemer.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.