Direct naar inhoud

‘Laat zien dat nieuwe regeling geen hamerstuk is’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 6 november 2023

Tijdens het bekijken van een webinar over zijn pensioenfonds dwalen de gedachten van Adri van der Wurff af naar zijn vader, die moest rondkomen van een schamel pensioen. Zijn vader vertrouwde er ten onrechte op dat het wel goed was geregeld.

Tuinderij in de buurt Haarlem begin jaren vijftig. Foto Noord-Hollands Archief

Mijn vader begon op zijn twaalfde, in 1932, met werken maar had op zijn 65ste nauwelijks aanvullend pensioen opgebouwd. Eerst ging hij – als oudste zoon – werken in het familiebedrijf, een gepachte groentetuinderij. Zijn vader betaalde de boete die de leerplichtambtenaar oplegde omdat hij zo’n onbetaalde knecht niet kon missen. Na een moeilijke tijd vanwege de crisis en de oorlog moest het familiebedrijf stoppen. De pachtheer kon nu eenmaal meer geld voor de grond kon krijgen als bouwgrond voor woningen.

Mijn vader ging begin jaren 50 aan de slag als chauffeur voor een groothandel in aardappelen en groente. Zijn baas betaalde geen pensioenpremie. Toen hij daar bij zijn pensionering achter kwam, was de groothandel allang failliet. In een latere baan als portier bouwde hij wel wat op en zo ontving hij tot zijn dood enkele tientjes aanvulling op de AOW.

Teleurgesteld

Had mijn vader beter moeten opletten? Had hij loon en pensioen van zijn eigen vader moeten vragen? De premieafdracht moeten controleren bij de groothandel? Een goed pensioen was toen in de beeldvorming alleen iets voor ambtenaren. Mijn vader vertrouwde op zijn bazen en werd daarin zwaar teleurgesteld – zonder dat ik hem er ooit over heb horen klagen.

Tegenwoordig is het een stuk beter geregeld. Familiebedrijven moeten opgave doen van werknemers. Pensioenfondsen controleren of aangesloten bedrijven premie betalen. ‘Geen premie wel recht’ is als principe geïntroduceerd. Pensioen is voor de meeste werknemers vanzelfsprekend.

Adri van der Wurff Foto Peter Strelitski

Hoewel de huidige situatie niet te vergelijken is met die van de eerste helft van de vorige eeuw, is en blijft vertrouwen onmisbaar voor het stelsel. Het stelsel steunt op vertrouwen en niet op kennis onder de deelnemers. Dat geldt extra bij wijzigingen die mensen niet goed overzien, zoals de overgang naar het nieuwe stelsel.

Letter en geest

Actieve deelnemers, slapers en gepensioneerden moeten er in dit stadium op kunnen vertrouwen dat sociale partners en bestuurders naar eer en geweten, volgens de letter en geest van de wet de transitie naar het nieuwe stelsel inrichten en de goede besluiten nemen. En juist omdat de transitie voor iedereen nieuw is en de resultaten ervan soms ver in de toekomst liggen, moeten sociale partners en pensioenfondsen extra hun best doen te laten zien dat het hele overgangsproces van kiezen en beslissen zeer zorgvuldig verloopt.

Ik maak me daar flinke zorgen over. Enige tijd geleden nam ik deel aan een webinar van een ondernemingspensioenfonds dat al had aangekondigd snel te willen invaren naar een solidaire premieregeling. Op het seminar werd het besluit van de sociale partners toegelicht, maar bij doorvragen bleek dat er nog geen advies van de slapers en gepensioneerden was. Ook wilden de vakbonden geen antwoord geven op mijn vraag welke percentages van de actieven, slapers en gepensioneerden zij bij benadering vertegenwoordigen. Een vakbondsvertegenwoordiger zei dat ze het gewoon deden volgens hun eigen reglementen en dat het daarbinnen niet uitmaakte of ze nu 1% of 99% vertegenwoordigen. Daarmee waren ze vrij de regeling af te spreken met de werkgever als ware het een cao: onderhandelen, een resultaat voorleggen aan de leden. Als die instemmen is het afgerond. Zij vonden niet dat ze in dit pensioengeval extra aandacht aan slapers en gepensioneerden moesten geven.

Ook de informatieverschaffing over de nieuwe regeling was vooral een rechtvaardiging achteraf. Zo werd er in een mooi overzicht getoond hoe op het moment van invaren het surplus van de dekkingsgraad boven 105% besteed kon worden aan onder andere solidariteitsreserve, indexatie en compensatie voor de vervallen doorsneesystematiek. Omdat bij verschillende dekkingsgraden meer uitgedeeld kon worden, was het beeld positief.

Nuttig

Ik vroeg of er ook zo’n overzicht was als er niet wordt ingevaren. Dat is nuttig bij de beoordeling van de stap tot invaren. Bovendien is een dergelijk overzicht makkelijk te maken want het komt neer op het staande staffelbeleid van bufferherstel, indexatie, inhaalindexatie en eventuele premiekorting. ‘Nee’, was het antwoord, ‘zo’n staatje hebben we niet.’ Sterker nog, een lid van het verantwoordingsorgaan van het fonds verkondigde dat het ook niet om zo’n overzicht zou vragen omdat de voordelen van wel en de nadelen van niet invaren toch duidelijk genoeg waren. Dat je voor evenwichtigheid ook moet kijken naar de nadelen van wel invaren en de voordelen van niet invaren was blijkbaar niet evident.

Kortom, de keuze is al gemaakt terwijl het advies van sommige groepen nog niet bekend is; de representativiteit is niet van belang; er is geen vergelijking op hoofdlijnen tussen wel of niet invaren; een lid van het verantwoordingsorgaan heeft al een oordeel en gaat vooraf al de sociale partners verdedigen. Dit alles druist in tegen de wet en de memorie van toelichting.

Maakte ik een uitzondering mee? Dat kan natuurlijk. Bovendien moet dit pensioenfonds zelf nog de besluiten nemen, onder andere over de opdrachtaanvaarding en wat het daarvoor nodig heeft. Maar ik hoop van ganser harte dat de sociale partners en fondsen in Nederland zich realiseren dat de mensen voor wie ze het doen net als mijn vader geen enkel idee hebben. Deelnemers kunnen niets anders dan vertrouwen in hen stellen. Zij moeten dus extra hun best doen om dat vertrouwen ook vooraf al waar te maken.

Adri van de Wurff is voormalig pensioenbestuurder.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.