Minister zet deur op kier voor later inleveren implementatieplan — artikel bevat een betaalmuur

Als de transitiemonitor daar aanleiding toe geeft, dan schuift minister Schouten de uiterste inleverdata voor transitie- en implementatieplan mogelijk op. Invoering van instemmingsrecht blijft onzeker.

Dat bleek gisteren tijdens een pensioendebat in de Tweede Kamer. Als er ‘hele grote aanwijzingen’ zijn dat het nodig is de termijnen voor transitieplan en implementatieplan aan te passen, dan ‘gaan we natuurlijk niet blind door’, zei Schouten. Die aanwijzingen moeten dan komen uit de informatie van regeringscommissaris Fieke van der Lecq over het verloop van de transitie en uit ‘wat we zelf in de praktijk zien’, aldus de minister.

Ze wilde niet vooruitlopen op een aanpassing van de deadlines van 1 januari 2025 voor het transitieplan en 1 juli 2025 voor het implementatieplan. Onder anderen Wichert Hoekert (WTW) en het Actuarieel Genootschap willen verruiming.

Informatie over het verloop van de transitie verwacht Schouten te krijgen voor het zomerreces dat op 5 juli begint. Het wetsvoorstel met de nieuwe einddatum voor de transitie volgt dan ‘ergens in de loop van de zomer’, schatte de minister. In dat wetsvoorstel komen dan eventueel ook nieuwe deadlines voor transitie- en implementatieplan. De deur staat hiervoor na het debat van gisteren op een kier. Eerder hield de minister die gesloten.

Onzekerheid over referendum blijft

Bart van Kent (SP) kondigde gisteren aan dat hij wil dat deelnemers zich kunnen uitspreken over de Wtp, verwijzend naar de werkelijkheid sinds de laatste Kamerverkiezingen, ‘namelijk dat er een meerderheid is aan partijen, aan zetels, die ooit tegen het casinopensioen hebben gestemd’. ‘Het lijkt ons goed om als eerste stap te kijken of we met elkaar kunnen organiseren dat er in de wet een referendum kan worden opgenomen’, aldus Van Kent.
Wat er daarna moet gebeuren, staat voor hem open, al wil hij zelf zoveel mogelijk de ingezette herziening terugdraaien. ‘De opvatting van de SP is duidelijk, maar wij zullen iedere stap in de goede richting daarin steunen.’

In een telefoongesprek na het debat wijst Van Kent op zijn motie over een referendum bij de behandeling van de Wtp, eind 2022. De partijen die de motie toen steunden hebben nu samen 79 zetels, zegt hij. Onder de voorstanders waren Pieter Omtzigt, als éénpitter vóór de oprichting van NSC, en BBB.

Van Kent verwacht steun van NSC en BBB voor een nieuwe motie. Mogelijk dienen de partijen gezamenlijk een motie in. Hierover is nog niet gesproken. Joseph zegt in een reactie nog in overleg te zijn over de motie of moties die ze wil indienen. Indienen van moties kan in een tweeminutendebat dat Joseph gisteren aanvroeg. Dit is gisteren toegevoegd aan de agenda van de Kamer, maar hiervoor is nog geen datum is geprikt.

De onzekerheid over de invoering van instemmingsrecht of andere aanpassingen in de Wtp, zoals ingroeien in plaats van invaren, blijft zodoende voorlopig in stand. Thierry Aartsen (VVD) en de minister spraken hier in het debat hun ongenoegen over uit. Er is behoefte aan rust bij de transitie, was de strekking van hun boodschap.

Derde pijler

Aandacht was er in het commissiedebat ook voor de pensioenopbouw van zelfstandigen en voor de vraag of zij goed terecht kunnen in de derde pijler. Een werkgroep bracht hierover vorige week een rapport uit, met als aanbeveling dat pensioen opbouwen voor zelfstandigen makkelijker moet worden. Schouten wil het rapport eerst beter bestuderen voor ze met een reactie komt.

De fiscale ruimte in tweede en derde pijler is met de Wtp gelijkgetrokken. Dat zou pensioenopbouw moeten stimuleren. Volgens D66-Kamerleden Joost Sneller en Hanneke van der Werf is ondanks de gelijke fiscale ruimte geen sprake van een gelijk fiscaal speelveld, onder meer vanwege een andere berekening van de arbeidskorting. Zij hebben hierover eergisteren vragen gesteld aan staatssecretaris Van Rij van Financiën.