Een hogere rekenrente betekent meer onzekerheid over de uitkomst voor pensioendeelnemers, schrijft Ronald Doornbos, bestuurslid van het Actuarieel Genootschap. Zijn deelnemers daar, gezien de kortingsdiscussie, wel aan toe?
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
3 reacties
De onzekerheid bij onze pensioenfondsen om de toezeggingen wel te kunnen uitbetalen komt voort uit de wettelijke regeling van ons pensioenstelsel zijnde de Pensioenwet met het FTK door de aanwezige mogelijkheid van het verlagen van de pensioenen in slechte tijden. Alleen de wetgever kan dat voorbehoud van eventueel kortten van de toezegging wijzigen.
Er is geen sprake van marktrente; slechts van een door DNB ontwikkelde rentetermijnstructuur (RTS), gebaseerd op EURIBOR.
De heer Doornbos negeert het verschil in rekenrentes tussen pensioenpremies en de voorziening pensioenverplichtingen (VPV).
De beleggingsresultaten schommelen omdat de fondsen hun beleggingen op marktWAARDE moeten waarderen. Er bestaat een groot verschil tussen het begrip marktWAARDE en het begrip marktRENTE
In de huidige situatie stroomt jaarlijks – sinds 2009 – ca. € 31 miljard aan pensioenpremies naar de pensioenfondsen. Aan pensioenuitkeringen stroomt ca. € 29 à € 30 miljard uit de kassen van de pensioenfondsen.
Daarnaast hebben de pensioenfondsen aan rendement op belegde middelen – uitgaande van een GEMIDDELD BELEGD PENSIOENVERMOGEN van ca. € 1025 miljard per jaar in de periode 2009 tot en met 2018 , en een netto rendement van ca. 4% (prudent geschat) – rond de € 40 miljard PER JAAR!
Kortom: ingaande geldstroom op jaarbasis: € 71 miljard; uitgaande geldstroom: € 30 miljard.
Wat probeert de heer Doornbos hier eigenlijk uiteen te zetten?
Als er iets uiteengezet zou moeten worden door het AAG, dan is dat DNB uitgaat van het DOGMA DAT HET RENDEMENT PER SE GELIJK MOET ZIJN AAN DE RENTE VAN STAATSOBLIGATIES. DAT IS DE WERELD OP ZIJN KOP!
Lees het opiniestuk van em. hoogleraar Bernard van Praag erop na in de Volkskrant van vrijdag 22 november jl.
Met de huidige rekenrente vragen wij van jongeren hun pensioengeld voor 40 jaar vast te zetten tegen een rente die 1.5% onder de inflatie ligt. Dat is de zekerste weg naar een verdere ondermijning van het pensioenstelsel. Wie zijn pensioengeld belegd in de eigen woning heeft over een termijn van 40 jaar wel 95% zekerheid dat zijn rendement de inflatie compenseert . Als we zo doorgaan met de rekenrente is de claim dat iedereen individueel beter kan beleggen dan het pensioenfonds, eenvoudig waar te maken