Het lijkt uitgesloten dat sociale partners op korte termijn een akkoord sluiten over herziening van het pensioenstelsel. De vakbonden wachten op tegemoetkomingen van het kabinet en willen instemming van linkse oppositiepartijen met herziening.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
4 reacties
Op de achtergrond van het pensioendebat speelt de overheid – als grootste werkgever – een dubieuze rol. Volgens de Pensioenwet moet, om de pensioenaanspraken en -rechten te kunnen financieren, de kostendekkende premie worden betaald door de werkgevers aan de pensioenfondsen. Echter; deze wet biedt – sinds 2006 – pensioenfondsen de mogelijkheid om ‘premiedemping’ toe te passen. In gewoon Nederlands: het vaststellen van een lagere dan de kostendekkende premie.
Hoe gaat dit in zijn werk? Voor de vaststelling van de pensioenpremies mogen de pensioenfondsen rekenen met een rentevoet waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige rendementen. Deze rentevoet is aanzienlijk hoger dan die waarmee de pensioenverplichtingen moeten worden vastgesteld.
Eind 2014 is de wet nieuw Financieel Toetsingskader (nFTK) aangenomen. Deze wet verplicht pensioenfondsen om voor de berekening van hun pensioenverplichtingen gebruik te maken van de risicovrije rentetermijnstructuur (RTS).
En hier gaat het mis: voor eenzelfde pensioencontract wordt met 2 verschillende rekenrentes gerekend: de lage risicovrije rekenrente voor de toekomstige verplichtingen en een aanzienlijk hogere rekenrente voor de vaststelling van de daarvoor te betalen pensioenpremies door de werkgever.
Hierover hebben DNB en AFM het kabinet negatief geadviseerd (DNB brief van 21 november 2013 gericht aan staatssecretaris van SZW, mevr. J. Klijnsma en DNB-AFM brief van 1 april 2014 eveneens gericht aan staatssecretaris van SZW, mevr. J. Klijnsma).
De negatieve gevolgen van dat beleid heeft DNB gerapporteerd in haar Position Paper ‘Met het nFTK nog niet in balans’ op 17 mei 2018 aan de Tweede Kamer.
Hierin staat op pagina 2 onder meer: “Door premiedemping is de afgelopen drie jaar voor €15,9 mrd aan nieuwe pensioenopbouw gefinancierd uit het vermogen van pensioenfondsen, aldus DNB. Dat is onwenselijk, vindt de toezichthouder. Oplossingen zijn een maximum op overrendement of herinvoering van de eis dat de premie moet bijdragen aan herstel.”
Het toepassen van premiedemping door pensioenfondsen heeft ertoe geleid dat bijna € 16 mrd. aan niet geïnde pensioenpremies in de kassen van de achterliggende ondernemingen is gebleven, waarbij de Staat – als grootste werkgever – ca. €7 mrd. heeft ingeslikt. Dit verklaart mede het begrotingsoverschot van € 8 mrd. in 2016; dat is dus voor een belangrijk deel gefinancierd door ABP.
En hoe wordt die jarenlang te lage pensioenpremies voor de werkenden (de jongeren) gecompenseerd? Daarover heeft ’s-werelds grootste pensioenadviesbureau Mercer in februari 2017 gerapporteerd dat ‘de afgelopen 10 jaar voor de pensioenreservering een verschuiving VAN OUD NAAR JONG zichtbaar is’. Het gaat hierbij grofweg om een bedrag van € 100 miljard.
Deze feiten staan haaks op de beweringen dat de jongeren de ouderen subsidiëren. Het behoeft geen verbazing te wekken dat de 5 grootste pensioenfondsen, de vakbeweging en wetenschappers geruime tijd aandringen op het afschaffen van de eenzijdige toepassing van de risicovrije rente voor de vaststelling van de pensioenverplichtingen en dus vóór het beperkt verhogen van deze rekenrente.
Bovenstaande reacties gaan er impliciet van uit dat de schrijvers de rente kunnen voorspellen. Premiedemping gaat ook uit van een voorspelbare rente. Aangezien de rentestand niet voorspelbaar is kunnen alle partijen alleen bij toeval gelijk krijgen en is het veel waarschijnlijker dat ze allemaal ongelijk hebben. Hun verschil van mening is niet meer dan religieus en heeft geen basis in de economische wetenschap. Wel belangrijk is dat het nFTK dezelfde basisfout maakt, waardoor deze discussie ontstaat. Bedenk daarbij dat rentepeil een administratief gemanipuleerd gegeven is, niet een marktresultaat. Nederland heeft een schreeuwende behoefte aan een toezichtsmodel dat niet zo onbeschaamd. Veel laat afhangen van een rentevoet.