De AOW-leeftijd moet worden gekoppeld aan het opleidingsniveau, stellen NIDI-onderzoekers. Ze pleiten voor bevriezing van de AOW-leeftijd voor laagopgeleiden op 66 jaar en een geleidelijke stijging voor hoger opgeleiden.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
3 reacties
De laatste paragraaf zegt alles over de uitvoerbaarheid van het voorstel, maar er is meer op tegen. Het voorstel introduceert een nieuwe vorm van solidariteit: die van hoger opgeleiden met lager opgeleiden. Nu weten we dat solidariteit (als financieel-economische techniek, niet als politiek doel of boeman) het beste werkt als het in twee richtingen gaat of in ieder geval iedereen een gelijke kans heeft er al dan niet van te profiteren. Daarom werkt solidariteit naar leeftijd en verzekeren. Solidariteit naar opleiding zal om dezelfde redenen geen steun krijgen.
Maar wat is er op tegen om mensen zelf te laten kiezen voor hun pensioenleeftijd, met gevolgen voor de uitkering, die actuarieel neutraal blijft?
Een dergelijke regeling gaat niet werken. Want wat is laag, middelbaar en hoog opgeleid? Natuurlijk, voor degenen die keurig netjes in Nederland hun schoolcarrière voltooien, zal dat duidelijk gedefinieerd kunnen worden. Maar dat beeld gaat voorbij aan de globalisering. Er is een groeiend aantal werkenden die in het buitenland hun opleiding hebben genoten en ook zijn er steeds meer Nederlandse studenten die hun studieheil in het buitenland zoeken. Hoe doe je het met interne bedrijfsopleidingen. Als theoretisch model wellicht aardig voor een academische discussie maar dit is niet behoorlijk juridisch vorm te geven, tenzij je als regelgever bereid bent gapende gaten te accepteren. En dan maar hopen dat de rechter daarin mee zal gaan.
En wat als de academicus gelukkiger wordt van stenen leggen, dan is zij (hij) de pineut.