De publieksmonitor pensioenen geeft per kwartaal een beeld van het publieke vertrouwen in het pensioenstelsel en de onderliggende factoren. Er zijn ook belangrijke lessen voor de sector uit te halen, betoogt Anne Laning.

Sinds begin 2022 verschijnt elk kwartaal een Publieksmonitor Pensioenen in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op deze site zijn ze overzichtelijk te vinden. Het goede nieuws over het tweede kwartaal 2025 is dat het pensioenvertrouwen licht is gestegen en dat steeds meer Nederlanders op de hoogte zijn van de veranderingen. Er is echter ook een groep van 10% die weinig of geen vertrouwen heeft in het pensioenstelsel.
Nu valt te discussiëren of 10% veel of weinig is. Het is relatief weinig, maar het gaat in absolute aantallen om veel mensen. Het vertrouwen is het laagst onder mensen met een lage financiële geletterdheid. Ook de groep nog niet gepensioneerde 55-plussers scoort lager dan gemiddeld.
In de 3,5 jaar van deze publieksmonitor is de schaalindeling een paar keer gewijzigd. Wel valt te zien dat de groep die geen of weinig vertrouwen heeft, behoorlijk is afgenomen van het tweede kwartaal 2022 naar het tweede kwartaal 2024, en vanaf het derde kwartaal 2024 min of meer stabiel is tot en met het tweede kwartaal 2025.
In de meest recente rapportage blijkt dat de invloed van wat men heeft gehoord over het nieuwe stelsel op het pensioenvertrouwen positief is voor mensen met een hoge financiële geletterdheid en negatief is onder mensen met een lage financiële geletterdheid. Men hoort dus verschillende boodschappen, of interpreteert deze verschillend.
Een paar citaten uit de rapportages over het eerste en tweede kwartaal van dit jaar:
– Iemand met weinig tot geen vertrouwen zegt: “Ik heb pensioen van het ABP en sinds Rosenmuller daar een vinger in de pap heeft gaat het steeds slechter.” Hier staat iemand met veel vertrouwen tegenover die zegt: “Ik ontvang pensioen van zowel het ABP als het PFZW en ben over beide zeer tevreden.” Feit is ook dat in de periode dat Rosenmöller bestuurslid van ABP was, de dekkingsgraad is gestegen van 110,3% bij zijn aantreden naar 111,7% per eind 2024, terwijl er in deze periode ook voor 17% is geïndexeerd.
– “Het is beursgerelateerd, hoe onzeker wil je het hebben,” kennelijk niet beseffend dat pensioenfondsen al sinds mensenheugenis beleggen. Iemand met veel vertrouwen zegt daarentegen: “Het wordt goed belegd en gecontroleerd.”
– Vanuit de groep van mensen met weinig tot geen vertrouwen: “Er is politiek al verteld dat pensioengeld niet van de betalers is maar van de overheid.” En iemand anders: “Pot is al leeggeroofd door het kabinet/overheid,” en ook: “De verdiensten in de top decadent hoog, zelfverrijking van ons pensioen,” en “In mijn ogen is het 1 corrupte bende die in stand word gehouden.” Ik herken hierin uitspraken die ik ook op LinkedIn langs heb zien komen. De groep van mensen met veel vertrouwen zijn hier kennelijk niet ontvankelijk voor, want daar worden uitspraken gedaan als: “Ons systeem is stabiel en degelijk,” en “Het gaat al jaren goed.”
Dit zijn opvallende tegenstellingen. Temeer omdat diverse uitspraken die gedaan worden door mensen met weinig tot geen vertrouwen feitelijk onjuist zijn en daarom makkelijk weerlegd zouden kunnen worden. De vraag is echter of deze groep daarvoor openstaat. Mijn eigen ervaring op LinkedIn, en dat sluit aan op diverse wetenschappelijke onderzoeken, is dat je mensen lastig met inhoudelijke argumenten overtuigt als er nog een emotionele laag onder ligt, of als er sprake is van een waardenconflict.
Zo is iemand die autonomie als belangrijkste waarde heeft, waarschijnlijk lastig te overtuigen zijn dat het bestuur van een pensioenfonds in zijn of haar belang optimale keuzes zal gaan maken. En zal iemand die ontevreden is over jarenlang niet indexeren of zelfs korten van pensioenen, waarschijnlijk lastig open staan voor inhoudelijke uitleg over rekenrente, projectierendementen en netto-profijt. Eerst zullen zij gehoord willen worden in hun zorgen.
Daarom is meer nodig dan het ongedifferentieerd informeren van de deelnemers met de wettelijke verplichte communicatie om tot draagvlak te komen. Het vraagt om het echt kennen van de deelnemers (norm 4 Code Pensioenfondsen) en het luisteren naar hun zorgen, desnoods in 1-op-1 gesprekken. Pas als de emotie voldoende ruimte heeft gekregen, kunnen misverstanden weg worden genomen. Daarna moet het verhaal van de pensioentransitie worden verteld. Niet in technische termen, want die worden door de mensen niet begrepen, maar op een aansprekende wijze betekenis geven aan de doelen van de Wtp: het “wat” en “waarom” boven het “hoe”.
Om een column van Ionica Smeets in de Volkskrant te citeren: “Cijfers maken doorgaans weinig indruk, hoe goed je ze ook probeert uit te leggen. Maar verhalen, die kunnen verandering brengen.”
Anne Laning is pensioeneconoom en toezichthouder en verantwoordelijk voor internal audit bij vijf pensioenfondsen. Hij is tevens docent bij de pensioenopleiding en de accountantsopleiding van de Universiteit Nyenrode. In juni dit jaar won hij de gouden Pensioen Pro Award voor uitzonderlijke bijdrage aan de sector.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.