Opinie | Lage rekenrente tussen emotie en ratio — artikel bevat een betaalmuur

Wat de heer Heemskerk kennelijk over het hoofd ziet is dat het geld dat bewaard wordt op de eerste plaats voor het grootste gegenereerd wordt door opgebouwd vermogen van huidige gepensioneerden.
Tegelijkertijd gaat hij wat gemakkelijk voorbij aan het feit dat het gemiddeld aanvullend pensioen in Nederland minder dan 700 Euro per maand is. Dat is bij de huidige kostenontwikkeling echt geen vetpot zelfs niet voor 75 jarigen die wat minder uitgeven.
Tenslotte vergeet hij ook dat de aanspraken van werkenden ook sterk eroderen en dat er straks wel veel geld overblijft maar dat het aantal rechthebbenden zelfs bij volledige indexatie volstrekt onvoldoende zal zijn om dat allemaal op te maken. Maar goed, daar zal t.z.t. wel een oplossing voor gevonden worden. L’histoire se repètera…..

Als de leugen regeert dan zijn de mathematische wetten niet meer inzetbaar.
a) Jongeren betalen voor Ouderen omdat de pensioenpremie meer oprent voor jongeren dan voor ouderen.
b) Jongeren hebben pensioenopbouw ingeleverd door opbouwverlaging van 2,25% naar 1,875% over de Pensioen Grondslag (PG)
c) Middelloon geeft een pensioenopbouw over het gemiddelde van alle jaarsalarissen.
d) De pensioenpremie wordt geheven uitsluitend over de wettelijke rekenrente van de dekkingsgraden van Pensioenfondsen.
e) DNB heeft in haar occasional studie geen fouten gemaakt die is aangeboden aan de Tweede Kamer
f) Een eigen pensioenpot levert meer vermogen op de pensioendatum dan traditionele opbouwpensioenregeling.

Hier de antwoorden.
a) Nietwaar indien de pensioenopbouw indexatie% = rente%
b) Nietwaar het opbouwpercentage is gegaan van 1,75% naar 2,25% en daarna verlaagd naar 1,875% over PG
c) Nietwaar indien de jaarlijkse loonsverhoging en pensioenindexatie precies gelijk is aan de looninflatie dan is middelloonregeling = eindloonregeling.
d) Nietwaar voor de berekening van de pensioenpremie is rekenrente meestal hoger.
e) Nietwaar DNB heeft een berekening met onjuistheden aangeboden de Tweede Kamer.
f) Nietwaar omdat actuariële pensioenpremie bij aanvangsleeftijd onder 45 jaar meestal lager zalzijn en daardoor een lager doelkapitaal zal hebben.
De onderbouwing is controleerbaar met spreadsheets vindbaar op:
http://www.Software-Pensioen.nl
http://www.Inlegfactor.nl

Er wordt veel gezegd over de rekenrente. Zelden gaat het echter over de basale functie ervan: het is een relevante waarderingsgrondslag om pensioen mee contant te maken. En dat contant maken, doen we alweer een poosje op ‘marktwaarde’.
De huidige rekenrente is gebaseerd op een ‘risicoloze’ rentecurve. Bij het huidige pensioenstelsel is dat een begrijpelijke keuze. Alhoewel we inmiddels hebben geleerd dat onze pensioenaanspraken niet zo risicoloos zijn als gedacht.
Bij het nieuwe pensioenstelsel verschuiven de meeste risico’s richting deelnemers en gepensioneerden. Bij het vaststellen van de marktwaarde van een ‘zacht’ pensioen lijkt mij de keuze van een risicovrije rekenrente eenvoudigweg een foute keuze.
Stel dat we nu van een zacht pensioen naar een hard pensioen zouden gaan, dan zou iedereen het logisch vinden dat pensioen duurder zou worden. Nu gaan we van ‘hard’ naar ‘zacht’ en lijkt niemand het logisch te vinden dat de prijs van pensioen dan daalt.
Ik realiseer me heel goed dat een nieuwe rekenrente gepaard gaat met subjectiviteit en met herverdelingen. Erg lastig allemaal. Maar ik kan niet begrijpen waarom we kiezen voor een nieuw stelsel met een fundamentele fout in zich.

Het is een misvatting dat door het nemen van meer risico iets goedkoper wordt. Een hypotheekschuld wordt daardoor niet lager, evenmin als pensioenverplichtingen. Een euro toekomstig uit te keren pensioen blijft in een zacht contract net zo duur.