Verkiezingen achter de rug, het politieke handwerk kan weer beginnen. Voor minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken betekent dat: met de pet in de hand langs bij de linkse oppositie, om te vragen wat ze nodig hebben om zijn pensioenhervorming te steunen. Koolmees sprak deze week met Lodewijk Asscher van de PvdA en gaat binnenkort om de tafel met Jesse Klaver van Groen Links.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Flexibilisering van de AOW of minder snel stijgen van de AOW-leeftijd is absoluut niet noodzakelijk: de oplossing om toch eerder te stoppen met werken kan eenvoudig geregeld worden in de 2e pijler. Dan hebben we ook geen discussie wat zware beroepen zijn: op sectorniveau maak je afspraken.
Oplossingen zijn zo simpel. Waarom blijven we moeilijk doen?
Ik lees dat de beroepsbevolking met een half miljoen daalt, ik lees niet waarom dat een probleem is. Is dat over 20 jaar wel een probleem?
Ik lees dat we in een scenario 300.000 man tekort komen, waar is tekort op gebaseerd? Hoeveel mensen hebben we dan nodig?
Ik lees dat er gelijke tred gehouden moet worden met de groeiende levensverwachting, hoe zie je dat als mensen 350 gaan worden? moet mensen dan tot hun 333e werken? Dat betekent namelijk dat ze van hun leven dan ruim 300 jaar werken (12/14e deel van het leven) waar dan nu ongeveer (6 a 7/14e is)
Volgens mij is vooral dat laatste punt pas zichtbaar als je het in het extreme trekt zoals ik nu doe. Hoeveel % van de gemiddelde levensverwachting moet er gewerkt worden lijkt mij de te beantwoorden vraag (en dan zijn er volgens mij in ieder geval de dimensies fysieke haalbaarheid en financierbaarheid)